Ja leuk om even een paar seconden naar te kijken, maar dan graag weer door naar nu. Naar vrouwen die niet met vrijheidsbeperkende knipmutsen op hoeven lopen en machines die niet de handen van van spinners en wevers krom lieten staan van de reuma. Net als met nationale gevoelens, vergeef het me: ik krijg geen brok in mijn keel van het Wilhelmus als iemand een gouden plak wint.
Feest, maar wel voor iedereen
Om diezelfde reden heb ik dan juist weer geen moeite met mensen die het sinterklaasfeest willen begraven. “Als het niet voor iedereen een feestje is, gaan we toch gewoon over naar wat anders?” is mijn wellicht wat simpele credo. Zogenaamd Nederlandse waarden en normen: ze boeien me niet, dat mensen zich er zo nodig aan vast willen klampen, begrijp ik niet. Ik ben trots op Nederland vanwege heel andere zaken, die ik op deze bevrijdingsdag vier, zittend vanachter mijn laptop. Dat we hier vrij zijn om onze (zelfs feitenvrije) meningen te ventileren, zonder te worden opgesloten in een strafkamp. Dat ik in een minijurk, een nonnenpij of een hijab op stap mag met aan mijn arm willekeurig wie: een donkergekleurde man met een keppel op, een hoogblonde transgender of een aziatische vrouw. Mijn vrijheid reikt hier zover tot waar ik andermans vrijheid in het geding breng.
Dader-erfgoed
Deze week zag ik de documentaire ‘Allen tegen Allen’ over hoe het fascisme zich tijdens het interbellum als een olievlek verspreidde over Europa en dus ook over Nederland. Maker Luuk Bouwman volgt een spoor van ‘dader-erfgoed’ en trekt daarvoor met de camera door Nederland. De kijker krijgt curieuze plekken te zien, zoals een kerk in Limburg vol marmer van Mussolini, een vervallen huis in Brabant waar ooit een fascistisch leider predikte en een camping met Poolse seizoensarbeiders in Lunteren bij de ‘Muur van Mussert’ waar voorheen partijbijeenkomsten van de NSB plaatsvonden. En we treffen mensen die zich op verschillende manieren met deze geschiedenis bezighouden: historici, maar ook hobbyisten die fascistische parafernalia verzamelen en filosofen die hun hoofd breken over het onderwerp, zoals Klaus Theweleit die in de jaren ’70 het invloedrijke boek ‘Männerphantasien’ schreef.
Zwarthemden, bruinhemden
Dat geschiedkundigen zich met fascisme en de tekenen ervan bezighouden lijkt mij heel nuttig. Dat er verzamelaars zijn die kicken op net dat ene speldje van een fascistische club uit Drenthe, laat mijn mond open vallen. Ik zou het niet in huis willen hebben. Dat één van hen zich speciaal voor de TV-opnames in een zwarte outfit, inclusief zwart hemd presenteert, doet me naar de wijn grijpen. Zeker als ik parallellen met het heden denk te zien. Het woord fasci (meervoud van het Italiaanse fascio wat betekent: bundel, groep) was vanaf het eind van de 19e eeuw in gebruik als term voor een politieke tegenstroom, hetzij links, hetzij rechts georiënteerd.
Holle vaten
De documentaire toont hoe fascistische bewegingen, ondanks onderlinge verschillen, dezelfde retoriek hanteerden. De belangrijkste overeenkomst lijkt hun nationalisme, gestoeld op sentimentele nostalgische waarden. De strijdkreet was vooral dat een teveel aan nieuwe inwoners hun landen ‘kapot maakte’ en dat de tijd rijp was voor een hernieuwde orde. Daarbij werden, ook in het Nederland van de 30’er jaren, woorden als verrotting, verkankering, moeras en chaos volop gebezigd. Politici deugden niet en richtten het ooit zo fraaie Nederland te gronde. Veel kretologie, weinig alternatieven en al helemaal geen concrete ideologie. Fascisme was: schoppen tegen de zittende bestuurders, hun houding, beleid en ideeën deugen niet, weg ermee, dan een hele tijd niets om te eindigen met ‘stem dus op mij’. Fascisme had nooit een afgebakende definitie. De diverse groepen en de vele afsplitsingen bestreden de machthebbers, maar ook elkaar.
De blanke top
Daarbij werd door de talloze leiders ook opgeroepen iets te ‘doen’ aan het in hun ogen verloederende Nederland. Feitelijk een oproep tot geweld, weliswaar in bedekte termen geuit, waardoor diezelfde leiders hun handen ervan af konden trekken als de volgelingen zich misdroegen. De mensen die nog steeds op de bestaande politieke partijen stemden behoorden tot ‘het slapende volk’. Zij, de fascisten, hadden het licht gezien. Anton Mussert, die later de kopman werd van de door de nazi’s goedgekeurde NSB, presenteerde zich als “een Nederlander in hart en nieren die er alles aan zou doen om te voorkomen dat zijn land kapotgemaakt werd.” Zijn aanhangers zongen vervolgens ‘Waar de blanke top der duinen’ en ‘Ik heb u lief mijn Nederland!’ En opeens begreep ik waarom mijn vader dat lied verbood in huize Kuchler van de 60’er en 70’er jaren.
Boze, witte mannen (toen al)
De makers van ‘Allen voor Allen’ gaven hun documentaire als ondertitel ‘Een archeologie van het vroege fascisme in Nederland’. Duidelijk wordt hoe onbehagen over de samenleving een eeuw terug de voedingsbodem was voor politiek extremisme onder grote groepen boze mensen, voornamelijk mannen. Het fascisme had namelijk een duidelijk masculiene sfeer om zich heen. “De liefde voor eigen volk, bloed en bodem” heeft natuurlijk niets met liefde te maken. Maar met ‘Een Nederland zonder Anderen’, waar haat een drijvende kracht is en het salonfähig wordt om je laatdunkend uit te laten over het ‘slapende electoraat’ en iedereen die niet zo (wakker) is, als jijzelf.
De joodse buurman
Er moest een duidelijk vijandbeeld gecreëerd worden. Vreemdelingen, vluchtelingen was te algemeen. In 1936 keert de Nederlandse Volkerenbond-man Rost van Tonningen vanuit Oostenrijk terug in Nederland om zich vervolgens aan te sluiten bij de NSB. Deze man, gevormd door zijn tijd in de bergachtige bakermat van het nationaalsocialisme, ‘wist’ exact wie de bedreiging vormde voor het land ‘achter de blanke top der duinen’. “De Jood is de vreemdeling tussen de volkeren, ook als hij daar van geslacht tot geslacht vertoeft”, zo spreekt hij op het NSB-congres van 1938. De stok om de hond te slaan is gevonden.
Koot & Bie
Wat mij duidelijk wordt door de docu is dat fascisme nauwelijks is veranderd. Dat het feitelijk nog altijd een soort van ‘Tegenpartij’ (Koot & Bie 1980) is. Op het oog totaal verschillende groeperingen voor wie het bedenken en formuleren van alternatieve oplossingen te moeilijk is en die zich daarom maar laten meeslepen in het gooien van de kont tegen de krib. Fascisme is dus helemaal geen ‘Voorwaarts mars!’, maar ‘Terug naar af’. Het is de angst voor de vreemdeling die al jarenlang naast je woont. Een folkloristische markt met spinnenwielen en geitenbreiers, om te verhullen dat je net weer een tas vol met plastic rotzooi bij de Action hebt gehaald.
Verbinding en compassie
Mijn vader (1925-2007) was een man van de vooruitgang en had een optimistische levensvisie. Hij geloofde in verbinding, niet in verdeeldheid, die hij in zijn vormende jaren zo pijnlijk aan den lijve had ondervonden. “Jullie generatie gaat het beter doen dan wij” zei hij tegen me, niet lang voordat hij stierf. Datzelfde zeg ik nu tegen de jongste generatie: Doe het vooral beter dan wij. Laat je niet tegenhouden door zogenaamde leiders die een ‘boreale maatschappij’ willen waar ‘dobbernegers’ niet welkom zijn.
Verzoening
Vandaag hield Angela Merkel de 5 mei-lezing. Ze sprak over de verantwoordelijkheden van Duitsland om de afschuwelijke herinnering aan de oorlog levend te houden. En ze bedankte Nederland voor de verzoening daarna. “Wij Duitsers zullen nooit vergeten dat Nederland ons de hand reikte.” Maar ook dat voor het eerst sinds die Tweede Wereldoorlog de fundamentele vrijheden worden ingeperkt “in een mate die wij ons voor de pandemie niet konden voorstellen”. Zulke maatregelen zijn volgens Angela Merkel alleen gerechtvaardigd als ze tijdelijk zijn en gebaseerd op het begrip dat vrijheid ook verantwoordelijkheid met zich meebrengt. “Dus ook vrijheid ten opzichte van onze medemensen, op dit moment in het licht van de door een virus veroorzaakte bedreiging van de gezondheid en het leven.”
Beeld: De documentaire ‘Allen tegen Allen’ staat op de player van de NPO.