Op latere leeftijd overstappen naar de zorg? Zij deden het. ‘Ik werd voor het eerst warm van een beroep’

Te oud om van loopbaan te switchen? Gerard, Ruben en Ron bewijzen het tegendeel. Ze gaven hun huidige baan op om zich om te scholen tot zorgmedewerker. "Uitvaartverzorger is een mooi beroep, maar ik miste het leven."

‘De oudste leerling in mijn klas is inmiddels 52 jaar, dus ik ben niet eens de oudste’

Gerard Loffeld (45) uit Rhoon was uitvaartverzorger maar werkt sinds twee jaar als leerling-verpleegkundige in het Franciscus Gasthuis in Rotterdam. ‘Mijn vorige baan was in de uitvaartzorg. De dood vond ik altijd al interessant, het fascineerde me. Ik heb een aantal jaar gewerkt als assistent van de uitvaartleider. Ik deed het vervoer van de overledenen en ik verzorgde hen, soms ook met de familie erbij. Ik vond het mooi hen stap voor stap mee te nemen in dat proces. Voor sommigen is de dood namelijk eng. Het is een mooi beroep, maar ik miste iets: leven …

Een aantal jaar geleden kreeg mijn vader een ongeluk. Een jaar lang had hij veel zorg nodig in zowel het ziekenhuis als in het revalidatiecentrum. Ik heb de zorg toen van heel dichtbij meegemaakt en dacht steeds vaker: wat doen ze dat mooi. En soms dacht ik ook: dit kan ik beter.

De dynamische omgeving van het ziekenhuis vond ik interessant, net als de gesprekken die we hadden met de artsen en verpleegkundigen. De manier waarop ze moeilijke gesprekken aangingen, maakte zo’n indruk. Dat zette me aan het denken.

Mijn vader is helaas overleden. Ik heb daarna nog een jaar in de uitvaartbranche gewerkt, maar het zaadje was geplant. Uiteindelijk ben ik online gaan zoeken of ik op mijn leeftijd de switch nog kon maken. Je moet natuurlijk een opleiding gaan volgen, weer de studieboeken in. Ik realiseerde me: als ik dit wil, dan moet ik het nu doen. En áls ik het ga doen, dan wil ik in een ziekenhuis werken.

Inmiddels ben ik derdejaars in de opleiding Verpleegkunde mbo-4 via het Sint-Franciscus ziekenhuis in Rotterdam. In totaal duurt de opleiding 3,5 jaar. Normaal is dat vier jaar, maar deze variant is iets versneld. De eerste drie maanden moest ik fulltime naar school. De oudste leerling in mijn klas is inmiddels 52 jaar, dus ik ben niet eens de oudste! Het was wel wennen. Leren gaat echt moeilijker als je ouder bent.

‘Door het werken in de zorg ben ik mijn eigen gezondheid als minder vanzelfsprekend gaan zien.’

Na die drie maanden begon ik met twee dagen werken per week. Het was spannend om voor het eerst in een wit pak aan een ziekenhuisbed te staan. Mijn eerste stage was op de longafdeling. Daarna ging ik naar de geriatrische trauma-unit. Dat is een chirurgische afdeling waar oudere mensen liggen die bijvoorbeeld een heup of knie gebroken hebben waar ze aan geopereerd moeten worden. Op dit moment werk ik op de afdeling cardiologie en in september ga ik nog naar oncologie.

Mensen zeggen altijd dat de werkdruk in de zorg hoog is, maar ik vind dat meevallen. Het verschilt per dag en per afdeling. Ik heb er absoluut geen spijt van dat ik de zorg in ben gegaan. Ik ga met een lach naar mijn werk. Mijn vrienden zien mij inmiddels soms als een wandelende, medische encyclopedie. Ik kan natuurlijk geen diagnoses stellen, maar ik probeer wel bij elk symptoom te bedenken wat het zou kunnen zijn.

Hierna wil ik misschien nog doorstuderen voor hbo-verpleegkundige, maar daar zitten ook nadelen aan. Mijn sociale leven komt namelijk tijdelijk op de tweede plek. Tegelijkertijd weet ik waar ik het voor doe.

Door het werken in de zorg ben ik mijn eigen gezondheid als minder vanzelfsprekend gaan zien. Ik ben meer van het leven gaan genieten. Mijn partner zegt dat ik meer gedreven ben, zowel in mijn opleiding als in mijn werk. Dat laat mij zien dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Ik kan echt het verschil maken voor iemands dag. Dat vind ik heel bijzonder.’

‘Er is altijd actie in de tent’

Ruben de Haan (31) uit Veenendaal was tot drie jaar geleden consultant in de technische branche. Nu werkt hij als verpleegkundige in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. ‘Van visboer tot fietsenmaker en van autoverhuurder tot consultant in de technische branche; ik heb veel verschillende beroepen gehad. In mijn laatste baan hielp ik mensen aan werk binnen de techniek. Op een gegeven moment vroeg ik me af: wil ik dit werk blijven doen tot mijn 67e? Toen dacht ik: nee!

Tot die tijd koos ik altijd werk dat op mijn pad kwam. Maar inmiddels was mijn vrouw afgestudeerd en kwam er meer ruimte om te kijken wat ik leuk vond om te doen. Het grappige is dat mijn moeder vroeger altijd zei: ‘Jij moet de zorg in gaan’, maar ik dacht: schei uit, ik ga toch geen billen van andere mensen wassen? Heel stom natuurlijk, maar zo dacht ik als zestienjarige.

Ik wilde meer uitdaging in mijn werk en er ook op een basale manier voor mensen zijn. Dan kom je al snel uit bij de zorg. Ik heb een paar gesprekken gevoerd met mensen die al in de zorg werkten. Toen merkte ik: hé, ik word voor het eerst warm van een beroep. Hier moet ik iets mee.

Ik heb toen gekozen voor de interne opleiding tot verpleegkundige in het St. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein. Die duurde maar 2,5 jaar. Ik wilde niet vier jaar de schoolbanken in. Het is een versneld opleidingstraject voor mensen zonder achtergrond in de zorg. Normaal zou deze mbo-4-opleiding vier jaar duren.

In het begin vond ik het heftig. Er wordt veel van je gevraagd als je dit traject begint. Ik werkte meteen 32 uur in het ziekenhuis en daarnaast moest ik studeren. Maar ik heb thuis ook een gezin met jonge kinderen.

In mijn werk maakte ik meteen van alles mee en patiënten zijn ontzettend afhankelijk van je. Mijn eerste stage was op de vaatchirurgie en daarna werkte ik op cardiologie. Mijn derde stage was op de afdeling algemene chirurgie. Die stage was erg breed.

‘Ook praat ik nu veel makkelijker over de dood met mijn ouders. En ik ben behulpzamer geworden.’

Mijn laatste stage was op cardiothoracale chirurgie, en daar werk ik nu nog steeds. Op onze afdeling verzorgen wij voornamelijk mensen die een openhartoperatie hebben ondergaan. Ik wist al dat cardiologie mij het meeste aansprak, maar ik twijfelde tussen de algemene cardiologie en deze afdeling. Maar op mijn huidige afdeling is altijd actie in de tent. Je kunt zomaar een reanimatie tegenkomen. Je moet je hoofd erbij houden, want het is hier erg dynamisch. Maar dat spreekt mij aan. Dat had ik van tevoren niet gedacht.

Door mijn werk ben ik anders over dingen gaan denken. Wat ik belangrijk vind, maar ook hoe ik naar bepaalde behandelingen kijk en wat ik later zelf zou willen. Ook praat ik nu veel makkelijker over de dood met mijn ouders. En ik ben behulpzamer geworden.

Het mooiste aan mijn werk vind ik dat ik er op alle vlakken voor mensen kan zijn en dat ik met zoveel verschillende collega’s contact heb. Wij zorgen ervoor dat iemand op een goede manier naar huis gaat.

Maar er zijn ook dagen dat ik mijn werk moeilijk vind. Bijvoorbeeld als ik mijn werk niet af heb gekregen, of als ik keihard heb gewerkt maar een patiënt verslechtert, of als je wordt uitgefoeterd door bezoek of te maken krijgt met agressie.

Toch zou ik het iedereen aanraden om de zorg in te gaan. De diversiteit en het van betekenis kunnen zijn is heel mooi. Je doet er echt toe.’

‘Anderen zeggen dat ik door mijn werk veranderd ben. Ik ben vrolijker geworden’

Ron Veenboer (53) uit Woerden zat in de financiële administratie en werkt sinds vijf jaar als begeleider van mensen met een verstandelijke beperking. ‘Meer dan twintig jaar heb ik financiële functies bekleed: debiteuren, crediteuren, grootboek en later projectadministratie. Nu begeleid ik mensen met een verstandelijke beperking.

In mijn vorige baan merkte ik dat ik elke maand ongeveer hetzelfde werk deed en dat mijn motivatie steeds minder werd. Dat is het grote verschil met werken in de zorg. Geen dag is hetzelfde. Je weet: ik ga een paar mensen ontmoeten, maar waar komen ze mee, waar ga je tegenaan lopen? Dat maakt het uitdagend en interessant.

Sinds begin dit jaar werk ik met mensen die zelfstandig kunnen wonen. Ze hebben een wat hoger niveau en wonen in een eigen appartement. In de flat wonen meerdere cliënten. Ik heb er zes onder mijn hoede.

Voordat ik op deze groep kwam, werkte ik ook in de zorg, maar dan op een woongroep. Dat was met mensen met een veel lager niveau, echt meer peuter- en kleuterniveau. Die hielp ik ’s morgens met wassen en aankleden en ik zorgde ervoor dat ze gegeten hadden. Doordeweeks gingen ze rond 9 uur de deur uit, naar de dagbesteding. Als ik een middagdienst had, ving ik ze op en kookte ik voor ze. ’s Avonds legde ik ze op bed.

Ik heb niet bewust voor de gehandicaptenzorg gekozen. Toen ik besloten had te stoppen met mijn werk in de administratie wilde ik eerst het onderwijs in. Ik ben een opleiding begonnen en heb zelfs nog een half jaar voor de klas gestaan. Maar daar merkte ik dat het niets voor mij was. Ik was meer een politie-agent dan dat ik aan het lesgeven was. Toen heb ik een loopbaancoach ingeschakeld. Daar kwam als eerste begeleiding in de gehandicaptenzorg uit. Van tevoren had ik besloten: wat er ook uitkomt, ik ga daar vol voor. En het bevalt me enorm, tot op de dag van vandaag.

‘Door bij iemand te zitten en diegene zijn verhaal te laten doen, ben je van toegevoegde waarde.’

Ik ben opnieuw een opleiding gaan volgen. Ik deed in het begin financieel echt een flinke stap terug. Nadat ik mijn opleiding had afgerond, steeg mijn inkomen weer. Maar de zorg wordt heel anders ingeschaald dan een kantoorbaan. Dat vind ik niet terecht.

In het begin was het wennen om in het weekend te werken. En ook slaapdiensten was ik niet gewend. Maar alles heeft zijn charmes. Van tevoren ga ik nog bij de mensen langs en dan maak ik een praatje. Daarna slaap ik op de locatie. En in de ochtend zie ik de cliënten weer.

Het is heel divers werk. Soms moet ik ‘s middags aanwezig zijn en dan kook ik voor de bewoners. Op andere momenten heb je mooie gesprekken of doe je samen een spelletje . Het mooiste in mijn werk is dat ik er kan zijn voor anderen en dat ik hen mag helpen. Door bij iemand te zitten en diegene zijn verhaal te laten doen, ben je van toegevoegde waarde.

Ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze de zorg in te gaan. Als je het leuk vindt om met mensen te werken zou ik de switch zeker maken. Anderen zeggen dat ik door mijn werk veranderd ben. En dat is ook zo: ik ben vrolijker geworden.’

Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands Dagblad.

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf voor kranten, waaronder veel voor het Nederlands Dagblad. Het liefst schrijf ik over mensen, met altijd deze vraag in mijn achterhoofd: waarom doen we wat we doen?