Wie weet dat het veilinghuis 45 tot 55 % commissie rekent (20 tot 30% van de verkoper plus 25% van de koper) snapt dat het veilinghuis Oost-Indisch doof is voor alle protesten tegen deze zieke handel, die in klap in het gezicht is voor alle nazitijdslachtoffers en hun nabestaanden.
Woensdag berichtte The Post Online over de geveilde stukken tot 16.15 uur. Op dat moment waren onder meer Hitler vermeende hoge hoed voor 50.000 euro en een luxe uitgave van Mein Kampf voor 130.000 euro verkocht. Opvallende kavels die daarna afgehamerd werden waren onder meer twee SS-sabels, voor respectievelijk 88.000 en 55.000 euro; een nazidolk voor 125.000 euro; en een ongelooflijke 135.000 euro voor een beschadigd onderdeel van een nazimedaille. De Zwitser Jo Rivett, een van de weinige onafhankelijke specialisten op het gebied van nazi-eretekens, zegt hierover: “Dat is veel geld voor een kapot sieraad.”
Dit nog geen 3 cm grote en 9,3 gram wegende voorwerp (links op ware grootte afgebeeld) is een soort gesp die bij een Ridderkruis hoort. Het staat in de catalogus omschreven als ‘Eikenblad met zwaarden en diamanten voor het Ridderkruis van het IJzeren Kruis”. Het zou gaan om een mogelijk in opdracht van Hermann Göring vervaardigd ereteken, waarvan het eerste exemplaar – dat dit dus niet is – uitgereikt zou zijn de jachtvlieger majoor Gordon M. Gollob.
De catalogus meldt ook dat het om een exemplaar van tweede kwaliteit gaat, met slijtage, en dat de ‘diamanten’ erop ‘imitatiestenen’ zijn, waarvan er bovendien vijf ontbreken. Dit alles roept de vraag op waarom iemand zoveel geld aan zo’n beschadigd stukje metaalr spendeerde? De dagwaarde van zilver bedraagt momenteel 49 eurocent de gram. Dit stukje metaal heeft dus een feitelijke waarde van nog geen 5 euro.
Hoge hoed en Mein Kampf naar Israël
Inmiddels is bekend geworden wie de hoge hoed (50.000 euro), de luxe editie van Mein Kampf (130.000 euro) en een onbekend aantal andere naziprulleria gisteren gekocht heeft. Onderzoeksjournalist Leonid Bershidsky onthulde in het artikel ”Nazi memorabilia is selling. But who is buying?‘ dat het gaat om de in Genève wonende zakenman Abdallah Chatila. In een persbericht deelt Chatila mee dat hij de voorwerpen doneert aan Keren Hayessod, een Israëlische fundraising organisatie:
“Het is voor me extreem belangrijk dat voorwerpen uit deze beladen historische periode niet in de verkeerde handen belanden. Ik had graag meer voorwerpen aangekocht, maar ik kon niet alles kopen. In deze dagen, waarin nationalistische en antisemitische tendensen in Europa opvlammen, wilde ik met de tot mijn beschikking staande middelen een voorbeeld stellen. Ik heb het volste vertrouwen dat Keren Hayessod het juiste besluit zal nemen wat met deze donatie te doen. Ik hoop ten zeerste dat deze omstreden voorwerpen tentoongesteld worden in een aan de Holocaust gewijd museum, waar ze beter op hun plaats zijn dan waar dan ook.”
Dat laatste is te betwijfelen. Een meer voor de hand liggende locatie is het Museum Valse Kunst in het Drentse Vledder. Want of al dit materiaal vóór 1945 bestond of ooit in het bezit is geweest van de genoemde nazikopstukken is zeer de vraag.