Hard bewijs voor die stelling heb ik ook niet, maar het is wel een veilige conclusie om te zeggen dat er een aanzienlijke groep ambtenaren bestaat die zich inzet voor 'open data'. Ze kwamen vrijdag bijeen in de Jaarbeurs in Utrecht.
Er lijkt zich een cultuurverandering te voltrekken in het denken over openbaarmaking van overheidsinformatie, zeiden verschillende aanwezigen. Paul Suijkerbuijk wees op het opmerkelijke verschil in toon van de Radboud-ziekenhuis over sterftecijfers. In 2009 was het ziekenhuis nog woest toen dergelijke cijfers bekend werden, dit jaar is het ziekenhuis zelf begonnen met publiceren van dergelijke informatie.
Geen onwil
De verantwoordelijke minister Ronald Plasterk was niet aanwezig, maar had wel via video een boodschap opgenomen. Daarin zei hij dat openbare informatie een middel kan zijn om maatschappelijke problemen op te lossen. "Ik zie wel eens klachten dat er te weinig data beschikbaar wordt gesteld", zei hij. De minister probeerde over te brengen dat dit geen onwil is: "Klop bij ons aan".
Later op vrijdag kondigde het kabinet dan ook aan dat de overheid informatie "actiever" openbaar gaat maken. "Dit vergt een mentaliteitsverandering, maar meer openheid ontstaat ook door het eenvoudigweg te doen. De open overheid zal geleidelijk verder groeien", aldus het persbericht na afloop van de ministerraad.
Veel overheidsinstanties hebben nog aardig wat te leren. Wat op data.overheid.nl verschijnt, is meestal wel 'computer-leesbaar', maar vaker zijn de documenten moeilijk doorzoekbare PDF's.
Maar op deze dag heb ik gemerkt dat er kennelijk wel ambtenaren zijn die de overheid opener en transparanter willen maken. Een van hen riep zelfs de zaal op om WOB-verzoeken in te dienen – een verfrissende oproep na de klachten over mensen die misbruik maken van de Wet Openbaarheid Bestuur om er geld mee te verdienen. Daar had Marleen Stikker, een van de sprekers, dan weer een antwoord op: Maak alles 'open by default', dan is de WOB-procedure niet meer nodig en kan er ook geen misbruik meer van worden gemaakt.