Op zondag 9 maart 2014 kwam de Canadese freelance fotograaf Ali Mustafa om het leven bij een bombardement in Aleppo. Ali was mijn huisgenoot in Cairo voordat hij naar Syrië ging. Hij verliet eind januari van dit jaar mijn huis, maar tegen de tijd dat hij weg ging was onze vriendschap dusdanig bekoeld dat hij niet eens meer tegen me praatte. We hadden flinke ruzie gehad over geld.
In de eerste weken dat Ali bij mij in huis woonde gingen we een paar avonden uit eten en gingen we er een paar keer samen op uit om foto’s te maken. Ali was een verlegen jongen en kwam door zijn magere lichaamsbouw slungelig over. Hij sprak zacht en leek altijd drie keer na te denken voordat hij wat zei.
Hij was erg idealistisch en trok zich het lot van mensen in Syrië, Palestina en Egypte enorm aan. Tot mijn verbazing maakte hij geen onderscheid tussen de ernst van de verschillende conflicten. Mij lijken de rellen in Cairo totaal niet in verhouding staan tot het geweldadige conflict in Syrië, maar hij leek door allebei even zeer geraakt.
Rabaa
Ik weet nog dat we met z’n tweeën naar Rabaa gingen, drie maanden nadat de sit-in van de Moslimbroederschap daar met grof geweld was opgedoekt. Op weg er naar toe vroeg ik me hardop af hoeveel van de mensen die ik gedurende de zitstaking geinterviewd had tijdens de ontruiming overleden waren.
Ali was geschokt dat ik zo’n ‘walgelijke gedachte’ überhaupt hardop uit durfde te spreken. Hij was er de rest van de dag door van slag. Ik vond dat eerlijk gezegd een beetje overdreven emotionele reactie van iemand die verslag heeft gedaan vanuit de hel die Syrië heet. Ik vroeg me af of hij wel het juiste beroep had gekozen.
Het was Ali’s droom om een ‘big shot fotograaf’ te worden, zoals hij het zelf noemde. Iemand die voor een van de grote internationale fotoagentschappen de hele wereld over gevlogen wordt om plaatjes te schieten. Een tweede reis naar Syrië zou hem daar zeker bij helpen. Daar was hij van overtuigd.
'Iedere paar dagen stond er een nieuwe anderhalve liter fles Egyptische gin op het aanrecht'
Istanbul
Maar toen hij bij mij in huis kwam wonen had hij niet eens een fotocamera. Die was in augustus 2013 in beslag genomen door agenten in burger en hij had geen geld om een nieuwe te kopen. Hij vertelde me dat hij zat te wachten op geld van een of andere beurs en zodra dat geld binnen was boekte hij gelijk een ticket naar Istanbul en kocht hij een camera.
Ali was diep ongelukkig in zijn laatste maanden in Cairo. Hij kwam nauwelijks zijn kamer uit, er kwam nooit iemand voor hem langs, en hij begon te drinken. Iedere paar dagen stond er een nieuwe anderhalve liter fles Egyptische gin op het aanrecht die hij vervolgens door zijn dagelijkse kopjes koffie roerde.
Zijn slaapkamer zat naast die van mij en ik hoorde hem soms ‘s nachts in bed huilen of warrige gesprekken met zichzelf hebben. Maar wanneer hij met zijn moeder aan het Skypen was deed hij zijn best om zo vrolijk mogelijk voor de dag te komen. Hij verzekerde haar er altijd van dat het prima met hem ging.
'Hij raakte zijn foto’s aan de straatstenen niet kwijt'
Hij raakte zijn foto’s aan de straatstenen niet kwijt. Er zitten hier honderden goede fotografen en zonder de juiste connecties, heel veel geduld en een flinke dosis geluk word je in Cairo simpelweg niet opgemerkt.
Gevaar
Hij wilde daarom terug naar Syrië, want tijdens zijn eerste verblijf daar lukte het hem voor het eerst om zijn foto’s gepubliceerd te krijgen. ‘Er gaat bijna niemand meer naar Syrië, dus foto’s vanuit daar verkopen is een eitje’, zo legde hij me uit. Dat iedereen hem afraadde te gaan omdat het daar veel te gevaarlijk is maakte op Ali geen indruk. Hoe gevaarlijker het was, des te minder concurrentie en des te meer kans hij had zijn werk te verkopen, zo redeneerde hij. Ik denk dat zijn geestelijke gesteldheid er tegelijkertijd ook voor zorgde dat hij het gevaar onderschatte.
Ali heeft het helaas nooit tot ‘big shot fotograaf’ geschopt. Veel mensen kennen nu zijn naam, maar voor die bekendheid heeft hij een veel te hoge prijs betaald. Over de doden niets dan goeds, maar voor mij is het verhaal van Ali tragisch genoeg om deze conventie naast me neer te leggen.
'Ali vertrok uiteindelijk naar Syrië uit pure wanhoop'
Zachtaardig
Ik heb uiteraard ook liever dat Ali’s familie en vrienden hem herinneren als de zachtaardige idealist die hij was. Maar Ali vertrok uiteindelijk naar Syrië uit pure wanhoop. Zijn hang naar professionele erkenning en simpelweg de behoefte aan geld om te kunnen overleven hebben hem er mede toe gedreven om naar een van de gevaarlijkste gebieden ter wereld te gaan en zijn leven te wagen voor een paar foto’s.
Foto’s die media als The Guardian en The Times – die Ali’s laatste werk hebben gekocht – maar wat graag publiceren, want hun vaste medewerkers sturen ze al lang niet meer naar Syrië. Veel te gevaarlijk. En dus gaan freelancers als Ali in hun plaats. De volgende Ali zit waarschijnlijk al in het vliegtuig. Op de bonnefooi, zonder verzekering, veiligheidstraining en de bescherming die vaste medewerkers van nieuwsmedia wel krijgen.
The Sunday Times liet begin vorig jaar weten geen werk uit Syrië meer aan te nemen van freelancers, om gevallen zoals dat van Ali te voorkomen. The Guardian gaf destijds aan het hiermee eens te zijn. Jammer genoeg lijken ze dat krap een jaar na dato al weer vergeten te zijn.