Pakistan duwt ongedocumenteerde Afghanen massaal de grens over

Sinds 1 november kunnen Afghaanse vluchtelingen die illegaal in het land verblijven gearresteerd en gedeporteerd worden naar hun land van oorsprong. De maatregel treft 1,7 miljoen Afghaanse vluchtelingen, voor wie terugkeren naar het vaderland vaak geen optie is. "Mijn dochters gaan naar school in Pakistan. Kan dat ook in Afghanistan, nu de taliban het voor het zeggen hebben?"

In Torkham, bij de grensovergang tussen Pakistan en Afghanistan, is het al weken een drukte van jewelste. Dinsdag keerden 10.000 Afghaanse vluchtelingen die in Pakistan woonden terug naar hun land van herkomst, met kilometerslange files tot gevolg. De afgelopen maand gingen zo’n 140.000 mensen hen vooraf en de verwachting is dat nog vele Afghanen zullen volgen.

Bij de grensovergang, die halfweg tussen de Afghaanse hoofdstad Kaboel en de Pakistaanse hoofdstad Islamabad ligt, zijn mobiele hospitalen en vluchtelingenkampen opgericht waar teruggekeerde Afghanen maximaal een maand kunnen blijven. Families die terugkeren moeten sowieso twee of drie nachten in Torkham blijven, onder andere om zich opnieuw in Afghanistan te registreren. Daarna worden ze door het Afghaanse ministerie van Transport in grote vrachtwagens en bussen naar hun oorspronkelijke provincies en districten vervoerd.

Kleine kledingwinkel

Een van de teruggekeerde vluchtelingen is Abdul Khaliq (55). Zestien jaar geleden emigreerde hij om economische redenen van de Afghaanse provincie Kaboel naar Pakistan. In de Sadr Bazaar in de Pakistaanse stad Pesjawar baatte Khaliq een kleine kledingwinkel uit waarmee hij in de behoeften van zijn vrouw en zes kinderen kon voorzien. ‘Nu moet ik halsoverkop terugkeren naar Afghanistan, waar de economische problemen veel groter zijn dan toen ik zestien jaar geleden vertrok’, zegt hij. ‘Ga ik wel een baan kunnen vinden?’

Bovendien maakt Khaliq zich zorgen om de toekomst van zijn drie dochters en drie zonen, die allemaal in Pakistan naar school gingen. ‘Gaan mijn dochters nog kunnen studeren in Afghanistan, nu de taliban het voor het zeggen hebben?’
Toch was in Pakistan blijven geen optie voor Khaliq. ‘Je kan daar zoveel en zo hard werken als je wilt, voor veel mensen blijf je toch een vluchteling’, zegt hij. Khaliq moest zijn winkel van de ene op de andere dag van de hand doen. Een groot deel van de opbrengst gebruikte hij om opnieuw naar Afghanistan te verhuizen.

Extra controles

Aan de grensovergang ontfermt de Afghaanse vrijwilliger Javeed Hazrat zich samen met vijftien vrienden over de teruggekeerde vluchtelingen. ‘Het voedsel dat we ingezameld hadden, hebben we aan zo’n 200 mensen uitgedeeld’, zegt hij. ‘We geven ook bloemen aan Afghanen die terugkeren naar hun vaderland.’

Naar eigen zeggen vragen veel vluchtelingen aan Hazrat of de veiligheidssituatie in Afghanistan inmiddels is verbeterd en of ze wel naar hun thuisland kunnen terugkeren. ‘Ik antwoord hen dat Afghanistan weliswaar met economische problemen wordt geconfronteerd, maar dat ik verwacht dat die in de loop der tijd zullen worden opgelost’, zegt hij.
Hazrat vertelt dat de grensovergang streng bewaakt wordt door Afghaanse strijdkrachten. ‘De vrees bestaat dat er niet alleen vluchtelingen maar ook terroristen het land proberen binnen te komen’, zegt hij. ‘Daarom zijn de controles verscherpt.’

Detentiecentrum

De massale volksverhuizing is het gevolg van een ultimatum dat de Pakistaanse regering begin oktober afkondigde. Alle illegale vluchtelingen in Pakistan werden opgeroepen om vóór 1 november het Pakistaanse grondgebied te verlaten. Wie dat niet doet, zal worden opgespoord, gearresteerd en opgesloten in een van de nieuw gebouwde detentiecentra voor ze worden teruggestuurd naar hun land van herkomst.

De Pakistaanse politie heeft de opdracht gekregen om vluchtelingen die in Pakistan wonen op te sporen en te arresteren. In heel wat Pakistaanse steden heeft de politie daarom controleposten opgezet. Ook vluchtelingen met een geldig visum kunnen worden aangehouden en overgebracht naar het politiebureau, waar ze steekpenningen moeten betalen om weer vrijgelaten te worden.

Vluchtelingen die voor 1 november terugkeerden mochten maximaal 50.000 Pakistaanse roepies – zo’n 170 euro – en persoonlijke bezittingen mee naar hun thuisland nemen. Andere spullen, zoals vee en meubels, moesten ze achterlaten. Van vluchtelingen die nu nog worden opgepakt en gedeporteerd worden alle eigendommen afgenomen. Een minister van de Pakistaanse regering benadrukte bovendien dat er actie zal worden ondernomen tegen Pakistanen die onderdak bieden aan vluchtelingen.

Volgens de Verenigde Naties zijn het vooral de naar schatting 1,7 miljoen ongedocumenteerde Afghanen die in Pakistan wonen die door deze maatregel worden getroffen. Sinds de Sovjetbezetting van Afghanistan (1979-1989) herbergt buurland Pakistan miljoenen Afghaanse vluchtelingen, de VN-vluchtelingenorganisatie schat hun aantal op 3,7 miljoen.

Daarbij horen ook de 700.000 Afghanen die na de machtsovername van de Taliban in augustus 2021 naar Pakistan zijn gevlucht. Veel van deze vluchtelingen werden door de Verenigde Staten, Canada en Europese landen aangemoedigd om Afghanistan zo snel mogelijk te verlaten en om vervolgens vanuit Pakistan asiel aan te vragen. Wegens lang aanslepende procedures wachten veel Afghaanse vluchtelingen twee jaar later nog steeds op een antwoord.

Water aan de grens

Pakistan ontkent dat de nieuwe maatregelen gemunt zijn op Afghanen, maar de vraag is of dat klopt. Eerder zei een woordvoerder van de Pakistaanse regering dat Afghaanse staatsburgers betrokken waren bij misdaden, smokkel en aanvallen op de regering en het leger, waaronder verschillende zelfmoordaanslagen. Groeperingen zoals IS-Khorasan, de Afghaanse tak van IS, zouden daarvoor verantwoordelijk zijn. Bij zo’n aanslag in grensstad Mastung kwamen afgelopen september meer dan vijftig personen om het leven. De talibanregering ontkent overigens dat dit geweld afkomstig is uit Afghanistan.

Tussen de buurlanden zijn al langer spanningen. Gedurende langere tijd ondersteunde Pakistan militante groepen die in Afghanistan vochten zoals het Haqqani-netwerk en de taliban. Maar nu de taliban de macht hebben overgenomen in Afghanistan, laten ze hun oude Pakistaanse bondgenoot vallen omdat ze naar eigen zeggen eerst hun eigen land willen heropbouwen.

Begin september brak aan de grensovergang bij Torkham nog een vuurgevecht uit tussen Pakistaanse en Afghaanse militairen. Aanleiding was een checkpost die de Afghaanse strijdkrachten wilden opzetten op een plek waarvan beide landen hadden afgesproken dat die er niet zou komen. Daarop werd heen en weer geschoten, waardoor de drukke grensovergang – een belangrijke handelsader – verschillende dagen was afgesloten.

Veiligheidspost

Een delegatie van de Afghaanse talibanregering heeft inmiddels een bezoek gebracht aan de grensovergang. In een communiqué bedanken de taliban alle landen die de afgelopen 40 jaar Afghaanse vluchtelingen hebben opgevangen. In de landen waar Afghanen leven, hebben zij volgens de taliban nooit gezorgd voor problemen op vlak van veiligheid of instabiliteit. Opvallend: de naam van Pakistan wordt niet één keer in het document vermeld, er wordt consequent over het ‘buurland’ gesproken.

De talibanregering roept naburige landen op om de Afghaanse burgers als broeders te behandelen. Ze benadrukken dat niemand het recht heeft om geld of andere persoonlijke eigendommen af te nemen van terugkerende Afghanen. Ook vraagt de talibanregering zakenlieden en andere inwoners om teruggekeerde vluchtelingen te helpen met verhuizen en het aanbieden van onderdak, voedsel en andere zaken. Tot slot verklaren de taliban dat Afghanen die in het verleden het land hebben verlaten vanwege veiligheidsproblemen, veilig naar Afghanistan kunnen terugkeren om hun leven opnieuw op te bouwen.

Terugkeren is geen optie

Heel wat Afghaanse vluchtelingen twijfelen aan de oprechtheid van die woorden. Dat doet ook Ahmed Rezaei. Hij is afkomstig uit de Afghaanse provincie Herat en werkte als militair in het Afghaanse leger. Na de machtsovername door de taliban in augustus 2021 vluchtte hij samen met zijn vrouw naar de Pakistaanse stad Karachi. Hij heeft al langere tijd een aanvraag lopen bij de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Islamabad om wettelijke verblijfsdocumenten voor Pakistan of een ander land te krijgen.

Rezaei zegt dat sinds het ultimatum van de Pakistaanse regering in het land een zware onderdrukking plaatsvindt tegen de Afghaanse vluchtelingen. ‘Ze worden gearresteerd door de politie, geslagen en hun goederen, huizen en eigendommen worden in beslag genomen.’ Ook is het voor Afghaanse vluchtelingen onmogelijk om een hotelkamer te reserveren in Pakistan, waardoor ze ’s nachts buiten moeten slapen. Omdat de taliban nog steeds aan de macht is in Afghanistan, is terugkeren voor Rezaei geen optie.

De Afghaanse journalist Shamsullah Shams bevindt zich in een soortgelijke situatie. Na de val van de Afghaanse regering verliet hij het land en vluchtte naar Islamabad. Acht maanden geleden diende hij een aanvraag in bij het UNHCR-kantoor in Islamabad. Die is nog steeds in behandeling.

Ook Shams merkt dat de druk van de Pakistaanse regering op Afghanen is toegenomen. Volgens Shams hebben heel wat Afghanen hun toevlucht gezocht tot het VN-kantoor in Islamabad, met de vraag om hun de nodige documenten te verschaffen en om het proces waar mogelijk te versnellen.

Armoede

Het conflict tussen Pakistan en Afghanistan is ook onderwerp van gesprek in Nederland. Dat vertelt Naveed Kakar (38) in zijn woning in het Noord-Brabantse Boxmeer. Van 2005 tot 2006 werkte hij als vertaler voor de Nederlandse strijdkrachten Uruzgan. Om die reden vluchtte hij twee jaar geleden voor de taliban naar Nederland.

Kakar is afkomstig uit de Afghaanse provincie Kandahar, vlakbij de Pakistaanse grens. Hij vertelt dat grensverkeer in het verleden schering en inslag was: veel Afghanen reisden bijvoorbeeld voor medische doeleinden naar Pakistan. ‘Boodschappen waren vaak goedkoper in Pakistan’, zegt hij. ‘Bovendien had je er een grotere kans op werk.’

Zo’n dertig familieleden van Kakar wonen al 30 jaar in Karachi, in het zuiden van Pakistan. De meesten van hen hebben een eigen huis en een goed florerende handelszaak, maar toch stonden ze in het land nog steeds allemaal geregistreerd als vluchteling. Na de aankondiging van de Pakistaanse regering om de vluchtelingen te deporteren, vreest Kakar dat er weinig overblijft van het kapitaal dat zijn familie de afgelopen 30 jaar heeft opgebouwd.

Kakar legt uit dat zijn familieleden veel minder geld krijgen voor hun huizen en winkels die ze nu halsoverkop moeten verkopen dan de 500.000 Pakistaanse roepies waarvoor ze ze ooit hebben gekocht. Ook maakt hij zich zorgen over de economische situatie in Afghanistan, die zeer slecht is. ‘In Afghanistan zullen zij met armoede geconfronteerd worden’, zegt hij. ‘Daarom wil ik internationale organisaties graag oproepen om het probleem op te lossen.’

Voetbal

Tot nog toe gaven vooral mensenrechtenorganisaties gehoor aan die oproep. Patricia Gossman van Human Rights Watch vergelijkt de Afghaanse vluchtelingen met een voetbal die heen en weer wordt getrapt tussen twee landen met weinig aandacht voor hun mensenrechten. ‘Nu de hervestigingslanden op hun hoede zijn en de Verenigde Naties overrompeld zijn door het Pakistaanse ultimatum, worden Afghanen geconfronteerd met de dreiging dat ze naar huis moeten worden teruggestuurd, waar ze te maken krijgen met vervolging door de taliban en een humanitaire crisis.’

Ook de Internationale Organisatie voor Migratie en de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR waarschuwen voor een catastrofe op het vlak van mensenrechten. Vooral Afghaanse meisjes en vrouwen, journalisten, activisten, militairen, tolken en ambtenaren lopen een risico op vervolging wanneer ze terugkeren naar hun vaderland.

Beeld: Torkham grensovergang Pakistan-Afghanistan. credit: ResoluteSupportMedia

Dit artikel verscheen eerder bij MO*

Mijn gekozen waardering € -