Hoe zou je liedjes op These Days willen omschrijven?
“Van Rock ‘n’ Roll, soulpop tot akoestisch. Ik heb niet opnieuw het wiel willen uitvinden, maar wilde – zoals ik altijd doe – gedegen liedjes schrijven en spelen. De plaat is organisch en bevat niet te veel technisch gedoe. De plaat is sterker geworden doordat Steve Gadd (drums) en Robbie McIntosh (gitaar) op de plaat meedoen, in het verleden nam ik een plaat zelf op en op mijn eigen manier. Ik heb mij muzikaal opgetrokken aan anderen waardoor het anders klinkt dan voorheen. Dat was in het begin even wennen, eerlijk gezegd. Ik kon de sound van de liedjes, zoals ik ze had opgenomen op mijn demo’s, moeilijk loslaten en uit handen geven. Maar uiteindelijk heeft dit een positief effect gehad op de plaat.”
These Days is de opvolger van de soloplaat Soul Shadows uit 2016.
Kun je iets vertellen over het opnameproces van These Days?
“Dat was een heel ander proces dan voorheen. In het verleden heb ik veel van mijn platen thuis opgenomen, waarbij ik ook bijna alle instrumenten bespeelde en mijn zoon Jack de drumpartijen deed. Normaal werkte ik eerst wat ideeën uit in de studio, die ontstonden vanuit het niets. Langzaam ontstond dan het album. Bij het maken van These Days was het proces anders, ik had al veel van de liedjes klaar. Hierdoor ontstond het idee om meer een plaat op te nemen waarbij ik samen met muzikanten live de liedjes zou opnemen, in plaats van alleen in de studio. Vorig jaar zomer tourde ik met Eric Clapton, waarbij Steve Gadd drumde. (Carrack speelde op 8 juli 2018 met Eric Clapton in Hyde Park en tourt binnenkort in Duitsland en de Verenigde Staten verder met Clapton, red.). In gesprekken met Steve ontstond het idee om samen te werken aan mijn nieuwe soloalbum. In zijn drukke schema, hij was op tournee met Chick Chorea (Amerikaans jazzpianist/toetsenist en componist, red.), vonden we een periode van drie dagen waarop hij zijn drumpartijen voor alle elf tracks heeft opgenomen de studio. Hierna heb ik met de andere muzikanten gewerkt, thuis de tracks bewerkt en ze in een studio in Wales afgemixt.”
Ik zie in de toekomst geen reünie van Squeeze.
Op het album These Days staan 11 songs, waarvan je er zes zelf hebt geschreven en vijf samen met Chris Difford met wie je eerder in Squeeze speelde. Waarom wilde je weer met Chris samenwerken?
“Dat klopt. Sinds het jaar 2000, het moment dat ik zelfstandig mijn soloplaten ben gaan uitbrengen (het Carrack-UK label, red.), schrijft Chris mee aan mijn nummers. Chris is zeer bedreven in het schrijven van teksten, die duren bij mij juist het langste (lacht). Het meeschrijven van Chris zorgt er ook voor dat mijn liedjes minder een dimensionaal worden. Mijn liedjes gaan vaak over relaties, Chris voegt een andere laag en kant toe met zijn teksten. Veel mensen vinden mijn liedjes vaak sterk over komen, maar daar ben ik het eerlijk gezegd niet mee eens. Er is inderdaad een goede chemie tussen Chris en mij, al sinds de jaren zeventig toen we samen in Squeeze speelden. Hoewel Chris Difford en Glenn Tilbrook de vaste liedjesschrijvers waren van Squeeze voelde ik mij bij Chris meer op mijn gemak. Ik denk dat Chris en ik iets meer gemeenschappelijks hebben. Ik vind eerlijk gezegd dat Glenn het soms moeilijk voor zichzelf maakt door elke keer de uitdaging op te zoeken. Het zoeken naar die uitdaging wil ik niet meer, ik wil juist genieten van de muziek die ik maak. Dat laatste gevoel heb ik juist in de samenwerking met Chris. Misschien klinkt het te serieus dat ik de uitdaging niet meer opzoek, maar ik geniet van mijn huidige carrière. Het was niet altijd gemakkelijk om, in de muziekindustrie, te overleven. Ik heb inmiddels een punt bereikt waar ik zeer tevreden mee ben. Ik prijs me gelukkig met de fans die ik heb en de reacties die ik krijg op mijn muziek. Verder heb ik een eigen studio, een eigen band waarmee ik op tournee kan en ik kan mijn eigen platen thuis opnemen. Daar wil ik van genieten!”
Zie je een reünie van Squeeze in de toekomst?
“Nee, dat denk ik niet.”
Chris Difford bracht recent Pants (beluister via Spotify) uit als soloplaat en van hem verscheen in 2017 de biografie Some Fantastic Place. My Life in and out of Squeeze over zijn tijd bij Squeeze. Glenn Tilbrook bracht in 2014 een soloplaat uit onder de titel Happy Ending (beluister via Spotify).
Wat is de rol van de legendarische saxofonist Alfred ‘Pee Wee’ Ellis op These Days?
“Pee Wee is inderdaad een legende en authentiek. Zoals je weet speelde hij lang met James Brown. Hij heeft niet alleen sax gespeeld op These Days, maar arrangeerde ook zijn partijen.”
Ik kan een goed liedje schrijven, maar dat is geen rocket science.
Je klinkt en bent zelf zó bescheiden. Je hebt met alle grote namen uit de popmuziek gewerkt; eerder spraken we al over je huidige samenwerking met Eric Clapton en veel grote artiesten en bands coverde je liedjes. Je bent zelf toch een van the boys?
“Ik vind dat we, als muzikanten, bescheiden moeten zijn. Ik heb veel geluk gehad dat ik ben opgegroeid in een tijd waarin ik, komend van niets, mijn kleine beetje muzikale talent mag gebruiken en mijn geld mag verdienen in de rock ‘n’ roll industrie. Hier ben ik dankbaar voor.”
Een beetje muzikaal talent?
“Ja, mijn muzikale talent is gelimiteerd, zeker wat betreft techniek en theorie. Ik heb een goede basis en heb alle reden om bescheiden te zijn. Ja, ik kan een goed liedje schrijven, maar dat is geen rocket science. Ik maak simpele liedjes die hopelijk iemand raken.”
Veel van je liedjes zijn wereldhits geworden. Ik noem I Need You, Dedicated, Tempted, Over My Shoulder, Eyes Of Blue.
“Voor blijven het de simpele liedjes die ik schrijf, en de beste liedjes die ik kan schrijven. Dat geldt ook voor de liedjes op These Days.”
Omschrijf eens een paar tracks op These Days.
“Het openingsnummer is Amazing, een typisch Paul Carrack-liedje, vol met soul en Al Green invloeden, dat gaat over wat liefde met je kan doen. Ik zie het zelf als een potentiële single. Dig Deep is meer een country liedje, de gitaarpartij van Robbie is geweldig. De eerste single Tell Somebody Who Care is een Ry Cooder, Tex-Mex achtige ballad. Er staan een paar radiohits op het album. Ja, je hebt gelijk het is moeilijk om liedjes op de radio te krijgen. Ik prijs mijzelf gelukkig dat de radio mij altijd heeft gesteund, hier in Engeland maar ook bij jou in Nederland.”
Komend van mijn achtergrond is het voor mij bijzonder om nu terug te kijken op mijn tournees met Ringo Starr en zijn All Star Band en Eric Clapton. Dat is wel iets!
Je bent een graag geziene muzikant in Nederland. Voorafgaand aan je Engelse These Days-tournee speel je een aantal shows hier. Wat heb je met ons land?
“Mijn carrière gaat lang terug in Nederland. Eind jaren zestig trad ik al op in Paradiso, en sindsdien heb ik hier in alle decennia gespeeld. Het wordt tijd voor een standbeeld (lacht)… Ik kwam hier met Ace, Squeeze, als bandlid van Nick Lowe en alle andere bands en als soloartiest. Nederlanders zijn into music. De plekken waar we, ook deze keer mogen spelen, zijn geweldig. Het is een eer om in Carré te mogen spelen.”
Zou je tijdelijk in Nederland willen wonen, als inspiratie om liedjes te schrijven?
“Ik denk niet dat ik dat zou doen. Ik woon prima hier in Londen en heb een studio aan huis. En ik ben een echte huismus.”
Je was in het verleden, in de Verenigde Staten, support act voor Roger Waters en Elton John. Hoe ziet je carrière er daar nu uit?
“Eigenlijk bestaat die daar tegenwoordig niet, vooral omdat ik er niet tour onder mijn eigen naam. In de jaren zeventig en tachtig speelde ik inderdaad veel in Amerika, met Squeeze en Mike and the Mechanics. Met de laatste band hadden we een nummer 1 hit met The Living Years. En How Long was een hele grote radiohit in de VS en Don’t Shead A Tear was ook een solosucces. Door omstandigheden thuis heb ik Amerika hierna losgelaten. Het was hierdoor niet meer mogelijk om minimaal zes weken daar te touren. In Engeland is een lange tournee wel realistisch in combinatie met mijn privéleven. Hierdoor is de focus van mijn carrière op Engeland en een paar landen op het Europese vasteland, zoals Nederland en België, komen te liggen. Een grote wens is meer succes en optredens in Duitsland. Hoewel ik vaak de vraag krijg om in Amerika op te treden denk ik dat het niet meer haalbaar is als onafhankelijk artiest. En het is te laat in mijn carrière. Ik zou graag in de VS spelen, als bandlid van Eric Clapton of Ringo Starr.”
Na mijn periode bij Mike and the Mechanics was alleen de naam Paul Carrack niet voldoende voor herkenning bij het publiek.
Onafhankelijk zijn geeft je vrijheid, zo zeg je, maar is in je het carrière ook belemmerend (geweest)?
“Ja, na mijn periode bij Mike and the Mechanics was alleen de naam Paul Carrack niet voldoende voor herkenning bij het publiek. Bij het noemen van How Long, Tempted en Living Years was die er wel. Het leek er bijna op dat ik hierna opnieuw moest beginnen. Gelukkig heb ik hierna, als soloartiest, weer een naam opgebouwd waar ik – zoals ik al eerder zei – nu tevreden mee ben.”
Welke eigen liedjes zijn je dierbaar?
“Uiteraard How Long (in 1974 verschenen, red.), mijn meest succesvolle compositie. Maar ik heb betere geschreven, zoals Love Will Keep Us Alive dat in 1994 door Timothy B. Schmit van The Eagles werd gezongen. (Paul Carrack schreef het samen met Jim Capaldi en Peter Vale. Het nummer is te vinden op het Eagles-album Hell Freezes Over, red.). The Eagles hebben ook mijn nummer I Don’t Wanna Hear Anymore opgenomen op hun album Long Road Out Of Eden, dat in 2007 verscheen. Ik ben zeer trots dat Don Henley dit nummer ook speelt tijdens zijn soloshow!”
Een biografie is iets voor later
We spraken aan het begin van ons gesprek over je samenwerking met Chris Difford. Van hem verscheen in 2017 zijn biografie Fantastic Place. My Life In And Out Of Squeeze. Wat komt er in jouw biografie te staan?
“Soms denk ik aan het idee van een biografie, maar ik heb er nu geen tijd voor. Het is iets voor later, hopelijk herinner ik mij dan nog alles (lacht). In mijn vele interviews heb ik vaak gesproken over de vele mijlpalen in mijn carrière; zoals Ace, Squeeze en Mike and the Mechanics. In mijn biografie zou ik juist willen schrijven over de periode daarvoor; over hoe ik in relatieve armoede en omstandigheden ben opgegroeid nadat ik in 1951 ben geboren, vlak na de Tweede Wereldoorlog.”
Het verhaal dat je The Beatles twee keer live zag optreden in je geboortestad Sheffield, dat je in je tienerjaren luisterde naar Motown muziek en je eerst drummer en later gitarist was in een lokale soulband. Gebeurtenissen die belangrijker voor je zijn dan je wereldhits.
“Ja, precies. Komend van mijn achtergrond is het voor mij bijzonder om nu terug te kijken op mijn tournees met Ringo Starr en zijn All Star Band en Eric Clapton. Dat is wel iets!”
Carrack heeft recent een serie podcasts opgenomen met journalist Paul Sexton waarin hij onder andere praat over zijn jeugd in Sheffield.
Heb je ooit samengewerkt met Sir Paul McCartney?
“Nee. Ik denk ook niet dat dit niet meer zal gebeuren. Ik werk al lang samen met zijn voormalige gitarist Robbie McIntosh. Ja, ik kan het Robbie vragen (lacht). Ik werk graag samen met Eric (Clapton, red.) omdat het daarbij gaat over echte muziek en er is geen showbusiness gedoe. Het voelt als een vakantie, een schoolreis.”
Spelen en touren met Eric Clapton voelt als een vakantie, een schoolreis.
Spelen met Sir Paul is geen ultieme droom?
“Niet echt, maar als hij nu zou bellen… Maar, nee… ik wacht er niet op.”
Paul Carrack speelt in de maand oktober vijf concerten in Nederland: 13 oktober in Muziekcentrum Enschede, 14 oktober in Theater Carré in Amsterdam, 15 oktober in Theater De Spiegel in Zwolle, 17 oktober Musis Stadstheater in Arnhem en 18 oktober Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven.