Toen mijn dochter nog een kind was, placht ik ’s avond voor het slapengaan gauw een kruisje op haar voorhoofd te maken. Dat ging vaak routineus, onnadenkend soms. Wat is het verschil tussen ritueel en gewoonte?
Paul Post: ‘Ik zou niet aarzelen om dat kruisje een ritueel te noemen. Een ritueel is een handeling met een symbolische dimensie, waarmee je expressie geeft aan een ideaal, een bepaalde hoop. ‘s Avonds tandenpoetsen, dat is een gewoonte.’
Helaas worden de termen symbool en ritueel vaak verkeerd gebruikt, vindt hij: ‘We spreken van “symbolische excuses” of “de rituele dansen in de Tweede Kamer” en bedoelen: het stelt niks voor. Dat doet onrecht aan de reikwijdte van echte symbolen en rituelen. Zelf denk ik dat alle rituelen, religieus of niet, in wezen bezweringen zijn. De diepste laag van al die gebaren, stille tochten en herdenkingen is de bezwering van het toeval, van het kwade, van de dood. Het gaat om heil en heling.’
Paul Post bekleedde van 1995 tot 2019 de leerstoel die sinds 2013 Ritual Studies heet, aan de Universiteit Tilburg. Vorige maand verscheen zijn boek ‘Rituelen, theorie en praktijk in kort bestek’. Geen rituelen-zelfhulpboek zoals je momenteel veel ziet, noch een exclusief wetenschappelijk boek. Wel een leerboek.
‘Het biedt een basis voor ‘het ambacht’ van de omgang met rituelen. Dat hoeft niet op academisch niveau, ik denk ook aan de uitvaartbranche, zorgprofessionals, liturgiegroepen … Maar vooral vind ik het belangrijk dat er ruimte is voor ritueelkritiek. We denken gauw dat rituelen goed en mooi zijn, maar je hebt ook slecht ritueel en zelfs gevaarlijk ritueel. Daarom geef ik perspectieven: hoe kun je kritisch naar een ritueel kijken?’
U schrijft dat uitleg funest is voor het ritueel.
‘Het interessante en tevens lastige aan rituelen is dat ze ongrijpbaar en veranderlijk zijn, ze glippen als zand tussen je vingers door. Ze zijn ook ambivalent, niet eenduidig. En wij Nederlanders houden van helderheid, van uitleggen. We zijn een tamelijk didactisch volkje. Dat komt ook voort uit een hang naar efficiency: we zijn bang dat het niet overkomt, dat het niet werkt …! Maar uitleggen moet je bij een ritueel juist níet doen. Je moet het spelen, presenteren.’
Wat is die ambivalentie?
‘Dat het ritueel enerzijds “een nutteloos spel” is, zoals Johan Huizinga al schreef in Homo Ludens. Nutteloosheid vinden wij moeilijk. We willen meteen een kosten-batenanalyse maken: “Ik ga op zondag naar de kerk, dat is een investering. Maar wat levert me dat op?” Tja, een ritueel levert niks op. Anderzijds is het wel enorm functioneel. Nutteloos is iets anders dan zinloos. Als je een voetbalelftal, een vereniging of een heel volk bij elkaar wilt houden, heb je rituelen nodig. Met eigen liederen, bepaalde gebaren, symbolen, een vlag.
Deze basisambivalentie: het nutteloze spel én de functionaliteit, kom je steeds weer tegen. Een ritueel heeft allebei. Misschien is het wel functioneel doordat het nutteloos is.’
Rituelen kanaliseren de emoties, las ik.
‘Ja, rituelen zijn eigenlijk sluizen. Denk aan een woeste rivier met veel hoogteverschillen. Als je in die waterstroom dammen en sluizen bouwt, worden die hoogteverschillen getemperd en gaat dat water gelijkmatiger stromen.’
Zit daarin tevens het gevaar? U noemt niet het nationaalsocialisme in uw boek, maar…
‘Zeker, dit illustreert weer dat rituelen niet per se goed en mooi zijn. Rituelen kunnen manipuleren, ze kunnen duivels zijn. Hitlers Reichsparteitage in Neurenberg waren ontzettend geraffineerd opgezet! Er werd ook gespeeld met lichamelijkheid: heel lang staan, naar een hoogtepunt toewerken, eigen liederen, een bepaalde cadans, de rol van de groep en niet te vergeten die van de ruimte, met de immense decors van Albert Speer… Nou ja, zo’n voorbeeld nodigt dus uit tot ritueelkritiek. Je moet alert blijven: wat gebeurt hier nu eigenlijk?’
In uw boek gaat u in op de coronacrisis.
‘Ja, die is in ritueel opzicht heel interessant. Vanzelfsprekendheden waar we amper bij stilstonden, inclusief rituelen, vallen plotseling weg. Ritueel dat samengaat met aanraking, met nabijheid, mag er niet zijn. Dat is ‘afwezig ritueel’. Hier in Nederland kenden we dat niet meer, maar zowel in de geschiedenis als in de huidige wereld zie je veel situaties van afwezig ritueel. In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waren de katholieke rituelen gemarginaliseerd, openbare processies werden in 1848 verboden. In sommige landen worden momenteel christenen vervolgd, die kunnen niet openlijk hun rituelen uitvoeren. Het ebolavirus dat in Afrika telkens weer toeslaat, dwingt mensen tot afwezigheid van essentiële uitvaartrituelen. Jarenlang hebben wij Nederlanders ons er geen rekenschap van gegeven dat zoiets kón. Toch is er een hele traditie van afwezig ritueel, waarmee wij nu pas worden geconfronteerd.
Zo kwam er het ‘plaatsvervangend ritueel’, waarbij een ander het ritueel voor jou uitvoert. Een actueel voorbeeld: niet aanwezig kunnen zijn bij het sterfbed van je vader, omdat er alleen medisch personeel bij hem mag. Dat kan heel heftig zijn. En dan blijkt hoe belangrijk het is dat je later hoort: “Uw vader was niet alleen toen hij stierf, een verpleegkundige hield zijn hand vast.”’
Welke nieuwe inzichten bracht de coronacrisis?
‘Sowieso de herontdekking van wat nu de ‘intieme uitvaart’ heet. Tijdens lockdowns mocht je met maar enkele mensen afscheid nemen. Voor sommigen bleek dat nu juist heel intens en waardevol. De buitenrituelen zijn ook zo’n ontdekking. Je kunt op een kerkhof zoveel meer doen dan alleen die kist laten zakken. Je hoort opeens andere, onverwachte geluiden: de vogels, de wind … En we maakten kennis met het ‘uitgestelde ritueel’: andere tijden afwachten en dan samen stilstaan bij de dood van die dierbare.
Dankzij corona is ook het onlineritueel, het eRitual, doorgebroken. Ik heb zelf onlinerituelen meegemaakt en ik geef toe: het is anders. Toch was ik ontroerd. Sommige mensen vinden een onlineliturgie niet the real thing, omdat het afbreuk zou doen aan de sacraliteit. Maar ik vraag me af: waarom zou sacraliteit niet online kunnen bestaan? Natuurlijk is ook hier weer een kritische, maar tegelijk open blik nodig.’
De laatste decennia zien we steeds meer variaties qua rituelen. Hangt dat samen met de secularisering?
‘Ik houd niet van de term secularisering, maar inderdaad: in wat ik ‘de lange jaren zestig’ noem, veranderde er veel. Als je vroeger wilde trouwen, lag er een ritueelrepertoire klaar: je verloofde je, praatte met de dominee enzovoort. Maar vrij plotseling hadden die oude rituelen geen impact meer. Men wilde zélf expressie geven aan belangrijke momenten. Zo stortte binnen korte tijd dat hele bouwwerk van repertoires in. Er volgde een fase van zoeken: wat dán? Pas in de jaren tachtig, negentig waren er nieuwe vormen ontstaan: crematierituelen, stille tochten enzovoort.’
Als voorbeeld noemt Post ‘de wereld van verschil’ tussen de herdenking van de Herculesramp in 1996 en de MH17-herdenking in 2014: ‘Bij de Herculesramp was het nog een militaire top-down exercitie, met soms bombastische toespraken. De hiërarchie was daar nog duidelijk voelbaar. Maar de MH17-herdenking was een prachtige viering. Prominenten zaten gewoon tussen de anderen in, de nabestaanden kwamen zelf aan het woord, er was muziek en poëzie… Die ceremonie gaf mij echt het gevoel: ja, nu weten we weer wat we moeten doen. We zijn weer ritueel competent.’
Paul Post: ‘Rituelen. Theorie en praktijk in kort bestek’
Uitgeverij Parthenon, augustus 2021. 154 pagina’s. Prijs €19,50