Als het over de inperking van de persvrijheid in Europa gaat, denkt men al gauw aan Hongarije en Polen. Al jaren horen en lezen we niet anders dan dat de Poolse PiS-regering en de Hongaarse premier Viktor Orbán het kritische media moeilijk maken. Onafhankelijke kranten en TV-zenders in die landen staan steeds vaker onder druk en zijn slachtoffers van (zelf-)censuur. Volgens de jaarlijkse ranglijst van Reporters sans frontières (RSF), is Hongarije sinds 2013 33 plekken gedaald (nu 92) en Polen maar liefst veertig (nu 64).
Nepnieuws
Opvallend is echter dat de balans in Zuidoost-Europa, inclusief aspirant EU-lidstaten Albanië en Noord-Macedonië, voorzichtig positief is.
Net als in de rest van de wereld was in Bosnië-Herzegovina, Bulgarije en Servië afgelopen jaar sprake van nepnieuws en intimidatie van journalisten. Zo werd de Bosnische journalist en mensenrechtenactivist Nidzara Ahmetasevic in maart kort door de politie vastgehouden. Ahmetasevic, die onder andere over migratie schrijft, was in het verleden al eens willekeurig gearresteerd. Ook was zij het slachtoffer van online trollen. “Dit is heel ernstig en ze had juist moeten worden beschermd door de politie, niet lastiggevallen”, zegt Pavol Szalai, hoofd van de EU/Balkan-desk bij RSF.
Kwalitatieve analyse
En ook in Bulgarije blijft de situatie zorgwekkend. De laagstgeklasseerde EU-lidstaat (112) zakte van plaats 87 sinds 2013. Voor de parlementsverkiezingen van 4 april j.l., deed RSF nog voorstellen om “de persvrijheid te redden”. De aanbevelingen waren gericht aan alle politieke partijen en de Bulgaarse kiezer.
Toch is de balans voor de hele regio positief, blijkt bij nadere bestudering van RSF’s World Press Freedom Index 2021. Albanië, Kroatië, Montenegro, Noord-Macedonië en Moldavië deden het allemaal beter dan in het jaar ervoor (zie kader). De mate van vrijheid van journalisten in 180 landen en regio’s wordt bepaald door de antwoorden van experts op een door RSF opgestelde vragenlijst. Criteria zijn pluralisme, media-onafhankelijkheid, mediaomgeving en zelfcensuur, wetgevend kader, transparantie en de kwaliteit van de infrastructuur die de productie van nieuws en informatie ondersteunt. De auteurs van de index combineren deze kwalitatieve analyse met kwantitatieve gegevens over misstanden en gewelddaden tegen journalisten.
Financieringsmechanismen
Roemenië is al jaren de hoogstgeklasseerde EU-lidstaat in de regio. Hoewel het land ook dit jaar de 48e plaats inneemt, is de persvrijheid in absolute termen gedaald. (Nederland zakte dit jaar een plaats, naar nummer zes.) “De financieringsmechanismen voor de media zijn in veel gevallen ondoorzichtig of zelfs corrupt”, schrijft RSF. Het redactionele beleid is soms ondergeschikt aan de belangen van de eigenaren, die media vaak als propagandamiddel gebruiken.
Tijdens de noodtoestand introduceerde de regering in Boekarest een controversiële maatregel die onlineplatforms verbood die nepnieuws en complottheorieën verbreiden. In de praktijk leidde dit er echter toe dat hun profiel werd versterkt en er meer gewicht aan werd toegekend, aldus RSF. Om desinformatie tegen te gaan en de mediasector te steunen, trok de regering 40 miljoen euro uit voor voorlichtings- en bewustmakingscampagnes. “Dit initiatief kreeg veel kritiek vanwege het gebrek aan transparantie en het ontbreken van criteria voor de toewijzing van financiering en zelfcensuur aanmoedigden”, aldus RSF.
Lockdowns
De lockdowns, en de daarmee gepaard gaande noodtoestanden, hebben wereldwijd ontegenzeggelijk de persvrijheid aangetast. Tegelijkertijd wijzen de bevindingen van RSF erop dat de persvrijheid in Zuidoost-Europa er desondanks op vooruit is gegaan.