‘Geloof me, aan die wegen kwam werkelijk geen einde,’ herinnert ze de middag waarop ze het nieuws van de mijnramp in Soma vernam, inmiddels bijna een jaar geleden. Ze werkte op dat moment als schoonmaakster in een pension in Datça, een schiereiland in het zuidelijke gedeelte van de Egeïsche kust. Haar man Zeki, met wie ze twee jaar eerder hertrouwd was, werkte sinds kort in de kolenmijn waar de ramp had plaatsgevonden. Met haar ziel onder en haar jongste zoon Mertcan aan haar arm nam ze halsoverkop de eerste bus naar hun woonplaats.
Ongekende chaos
Daar aangekomen troffen ze een ongekende chaos aan. De toegangswegen naar het normaal gesproken zo rustige mijnplaatsje waren verstopt met bezorgde familieleden, hulptroepen en schielijk toegesnelde media. Eenmaal aangekomen bij de mijn zag ze hoe hulptroepen mijnwerkers één voor één uit de mijn haalden, sommigen strompelend met een gasmasker op, anderen bewusteloos, maar allemaal afgeschermd door een politiecordon. Hysterische familieleden van de mijnwerkers probeerden uit alle macht het cordon te doorbreken om iets over het lot van hun geliefden te weten te komen. Pinar Gezer identificeerde haar man een dag later. Verstikt.
Pinar trouwde Zeki Gezer op haar twintigste en ze kreeg al snel twee zoons met hem. Na tien jaar huwelijk scheidden hun wegen. ‘Omdat we geen geld hadden, verkocht mijn man ons huisraad zonder het mij te vertellen. Dat leidde onze scheiding in,’ vertelt Pinar. Tien jaar lang leefden de twee gescheiden. ‘Mijn man heeft al die tijd mijn foto’s niet van de muur gehaald. Door bemiddeling van mijn oudste zoon kwamen we twee jaar geleden weer samen. Toen hij aan de slag kon in de mijn verhuisden we van Bursa naar Soma. Hij was zo gelukkig,’ zegt ze met een twinkeling in haar ogen.
Abrupt einde
De hernieuwde liefde duurde niet lang. Na twee fysiek zware, maar gelukkige jaren kwam er een abrupt einde aan het leven van Zeki Gezer. Er brak brand uit in de mijn en 787 mijnwerkers zaten als ratten in de val. Tayyip Erdogan, destijds premier en momenteel president van Turkije, noemde het 'het lot van een mijnwerker'. Tot woede van Pinar Gezer en andere nabestaanden. Zij wijzen op de in de wind geslagen veiligheidswaarschuwingen en de blinde focus op productie en winst in de mijn waar haar man en 300 collega’s het leven lieten. Ze proberen nu in een rechtszaak, die op 13 april van start ging, de verantwoordelijken te vervolgen.
Omdat de regering vervolging van de eigen verantwoordelijke officials blokkeerde staan voorlopig slechts 45 medewerkers van de uitbater van de mijn terecht. Zonder veel hoop op een eerlijke rechtsgang toog Pinar op 13 april met zo'n 200 andere nabestaanden naar Akhisar, waar het proces plaatsvindt in een omgebouwde bruidssalon. Na een zeer emotionele start werd het vonkje hoop op gerechtigheid aangestoken in Pinar en in de andere nabestaanden. Hun eis acht gevangen medewerkers toch naar de rechtszaal te halen werd gehonoreerd door de rechter. Aanvankelijk was besloten dat vanwege veiligheidsrisico’s niet te doen, maar het terugdraaien van die beslissing werd gevierd als een overwinning.
Emotionele uitputtingsslag
Terug in Soma giert de adrenaline nog door het lijf van Pinar en haar vriendinnen die eveneens hun man verloren. Pinar vertelt vol enthousiasme over haar avonturen in de rechtszaal. ‘Hoorde je me schreeuwen? Ik wil die mannen in de ogen kijken en ze vragen waarom ze dit ons hebben aangedaan. Laat ze daar maar eens antwoord op geven!’ De thee vloeit rijkelijk en de stemming is uitgelaten.
Dat konden de dames wel gebruiken. Sinds de ramp staat hun leven op zijn kop en de emotionele uitputtingsslag is nog niet ten einde. Dat bleek wel twee dagen na de beslissing van de rechter. Snikkend en begeleid met de nodige verwensingen aan het adres van de verdachten noemen de familieleden de namen van hun dierbaren op. De zoektocht naar gerechtigheid is nu echt van start.
Pinar en Mertcan willen na de rechtszaak zo snel mogelijk weg uit Soma. Terug naar Bursa, waar Mertcan aan de slag kan bij de rechtbank. De staat regelde een baan voor hem ter compensatie van de dood van zijn vader, alsook een geldbedrag dat opging aan een huis en een auto. ‘We zijn blij als we eindelijk kunnen vertrekken,’ aldus Pinar. Ver weg van de naar kool ruikende lucht. Of ze dan hun recht gehaald hebben, moet in de komende maanden blijken. Pinar heeft iets meer hoop dan voorheen: ‘Natuurlijk hoop ik op de zwaarste straf voor iedereen die verantwoordelijk is voor de dood van mijn man. Maar wat er ook uit de rechtszaak komt, hoeveel bloedgeld of huizen de regering mij ook geeft, ik krijg er mijn Zeki niet mee terug.’