Ploumen bezoekt bekritiseerde Hollandse rozenkwekers Kenia

Bloemenkwekers in Kenia liggen de laatste jaren flink onder vuur. Minister Ploumen bezocht hen tijdens haar handelsmissie.

NAIVASHA – ‘Bloemen moeten niet alleen leuk zijn voor mensen die met Valentijnsdag of hun verjaardag een boeket krijgen, maar ook voor de arbeiders in de bloemensector.’ Lilianne Ploumen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking trok tijdens haar handelsbezoek aan Kenia maar liefst anderhalf uur uit voor een rondetafelgesprek met betrokkenen uit de bloemensector. En dit was niet voor niets. Sinds enkele jaren liggen rozenkwekers in het Oost-Afrikaanse land flink onder vuur, terwijl een groot deel van hen Nederlanders zijn en Nederland de belangrijkste afnemer en doorvoerhaven van Keniaanse bloemen is.

‘Ik schaamde me Hollander te zijn’

Zo lanceerde ontwikkelingsorganisatie Hivos in Nederland vorig jaar een grote ‘Power of the Fair Trade Flower’-publiekscampagne waarin het stelde dat de Afrikaanse rozenindustrie vrouwen uitbuit en alleen Fair Trade bloemen deugen. Fotograaf Maarten Corbijn ‘schaamde zich soms Hollander te zijn’ toen hij Kenia bezocht om foto’s voor de campagne te maken.

Zo fotografeerde Corbijn een Keniaanse arbeider die een pokdalige huid had en twee miskramen had gehad, vermoedelijk van alle pesticiden waarmee ze in aanraking was gekomen. Bovendien kreeg ze zo weinig betaald dat ze 's avonds na zessen nog een tweede baantje moest nemen om te kunnen eten. ‘Niet echt een rooskleurig bestaan dus’, concludeerde hij.

Een klap in het gezicht

De Nederlandse bloemenboeren in Kenia zagen de campagne echter als ‘een klap in het gezicht’. De hele sector werd immers onder vuur genomen terwijl er volgens hen ‘maar een paar rotte appels zijn’. Bovendien bestaan er naast Fair Trade nog vele andere keurmerken waar veel meer bloemenkwekers in Kenia wel degelijk aan voldoen.

‘Vanaf het begin doen we al mee met de certificering van het Kenya Flower Council’, vertelde Eddy Verbeek, directeur van bloemenbedrijf Florensis Kenya in Naivasha, tijdens de bespreking met de minister, die op zijn kwekerij werd gehouden. ‘We hebben een kinderdagopvang voor onze arbeiders, huisvesten werknemers in een speciaal dorp op onze compound en hebben een eigen kliniek waar onze medewerkers en hun familie gratis gezondheidszorg krijgen.’

'Lake Naivasha opgeofferd voor commercie'

Ondertussen is er ook veel kritiek op de bloemenboeren omdat hun vrouwelijke werknemers, die 70 procent van het totaal zijn, frequent te maken zouden hebben met seksuele intimidatie en omdat de kwekerijen water voor hun irrigatiesystemen uit Lake Naivasha pompen, een prachtig meer vol nijlpaarden, waar scenes uit de filmklassieker ‘Out of Africa’ nog werden opgenomen. Hierdoor – maar ook door overbevolking – daalt in rap tempo het peil van het meer en raakt het vervuild.

‘Lake Naivasha wordt opgeofferd voor ongebreidelde commercie’, concludeert Brits hoogleraar David Harper, die al 20 jaar onderzoek doet naar het meer, in een stuk in The Guardian. In hetzelfde artikel stellen Keniaanse onderzoekers dat het meer nog maar 3,7 meter diep is, drie meter minder dan in 1982. Een Keniaanse milieubeschermer voorspelt in het Guardian-stuk dat het meer binnen tien a vijftien jaar is opgedroogd als gevolg van de bloemensector en haar Europese klanten. Wij dus!

“Er is een belangrijke rol weggelegd voor de consument”

Insecten die andere insecten opeten

Verbeek stelt echter dat ook de bloemenboeren er alles aan doen om het meer te behouden. ‘De meeste kwekerijen hebben enorm veel geïnvesteerd in hun kassen en irrigatiesystemen. Zij kunnen niet zomaar naar een andere plek en het is dus ook volledig in hun eigen belang om dit meer te behouden.’

Zo experimenteert Florensis Kenia momenteel met het behandelen van hun planten met UV-licht en maken ze zoveel mogelijk gebruik van ‘biological control’: insecten die andere insecten opeten zodat ze minder pesticiden hoeven te gebruiken. Verder planten ze hun bloemen niet langer in aarde maar op lavarots. Ook is Green Farming, een samenwerkingsverband van Nederlandse tuinders, bezig met het introduceren van waterbesparende maatregelen in de bloemensector in Kenia, waarover in een volgend artikel meer. Verbeek: ‘We zijn zeker niet de enige kwekerij die dit soort maatregelen neemt. De meerderheid probeert het zo goed mogelijk te doen.'

Concurrentie van bloemensector in Ethiopië

Punt is dat waarschijnlijk lang niet alle bloemenboeren rond Lake Naivasha ook zo hun best willen, of misschien kunnen, doen om de arbeidsomstandigheden van hun werknemers te verbeteren en het meer minder te belasten. Dit kost namelijk veel geld terwijl de kwekers in Kenia tegen stijgende loonkosten en toenemende concurrentie van de opkomende bloemensector in buurland Ethiopië aanlopen. Vooral de kleinere boeren schijnen hierdoor geen geld te hebben voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.

‘Belangrijk is dat de sector een zelfreinigend vermogen gaat ontwikkelen’, stelt minister Ploumen na het gesprek, waarmee ze erop doelt dat de Kenya Flower Council en kwekerijen elkaar op ‘fout gedrag’ moeten gaan aanspreken. Maar dan moet er allereerst wel transparantie en duidelijkheid komen over wie de ‘foute kwekerijen’ zijn. En of kwekerijen zich dan de aangewezen partij voelen om een concurrent op zijn gedrag aan te spreken, is zeer de vraag. Alles hangt dan af van de daadkracht van de Kenya Flower Council.

Wildgroei aan keurmerken

Ook is er volgens de Nederlandse bewindsvrouw een belangrijke rol weggelegd voor de consument. ‘Die moeten weten onder wat voor omstandigheden zijn rozen worden geproduceerd.’ De bewindsvrouw irriteert zich daarbij mateloos aan de wildgroei aan keurmerken. ‘Als ik in de Albert Heijn een pak koffie wil kopen, heb ik geen idee meer welke de beste is.’ En ook bij bloemen zijn er inmiddels tig keurmerken.

Ze is dan ook blij dat het Floriculture Sustainability Initiative (FSI) bezig is met het opzetten van één duidelijk keurmerk voor de bloemensector. De minister hoopt dat hierdoor bloemenkwekers uiteindelijk niet alleen meer gaan overstappen op maatschappelijk verantwoord ondernemen omdat het ‘de juiste manier’ is maar ook omdat het voor hen marketingtechnisch interessant wordt. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen is tegenwoordig ook een exportproduct van Nederland. Waar zou dat beter bij passen, dan bij bloemen.’

Buiten de foto's van het rondetafelgesprek zijn alle foto's gemaakt bij rozenkweker Olij in Naivasha. Met het gebruik van deze foto's wordt echter absoluut niet gesuggereerd dat in deze rozenkwekerij slechte arbeidsomstandigheden zijn of verkeerd watergebruik is. Integendeel. Deze door Green Farming gerealiseerde kas van rozenkweker Olij is de eerste volledig op solarenergie draaiende kas ter wereld en werd tijdens het handelsbezoek van minister Ploumen officieel geopend. Lees hier en ook binnenkort in dit kanaal meer over deze innoverende kas.

Mijn gekozen waardering € -

Andrea Dijkstra is freelance journalist en cultureel antropoloog. Met fotograafŒ Jeroen van Loon trekt ze sinds juni 2011 voor onbepaalde tijd per auto door Afrika, waar ze schrijft over de achtergronden van oorlog, corruptie en deŒ ontwikkelingssector en ook over opkomende economieen, jonge creatievelingen en haar persoonlijke ervaringen.

Geef een reactie