Volgens ProRail is het risico van aanrijdingen met vrachtwagens op het spoor verhoogd. Het aantal goederentreinen met gevaarlijke stoffen op het spoor door Brabant is meer dan toegestaan en neemt komende jaren nog verder toe. Inwoners worden op voorhand niet geïnformeerd over ‘wat te doen bij…’. Woonwijken liggen in het zogeheten PAG indicatie gebied met verhoogd risico gevaarlijke stoffen.
Binnen 400 meter
Onder andere in Oisterwijk, maar ook in andere dorpen in Brabant (zie video Omroep Brabant) is sprake van vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, dwars door of direct naast woonwijken. Daardoor ontstaan risico’s die afgelopen jaren en komende jaren toenemen. Die risico’s zijn er altijd al geweest en daarbij werd in het verleden door de gemeente en provincie toegestaan dat er bedrijven en woningen werden gebouwd, met de afwegingen van risico van destijds. Het risico op een ongeval waarbij ontploffingen, grote branden of vrijkomende gifstoffen voorkomen is erg klein. Mocht zo’n ramp zich voordoen, dan kunnen de gevolgen enorm zijn. Dat is ook het uitgangspunt van de VRMWB (Veiligheidsregio Midden en West Brabant). In de animatie van Omroep Brabant, gebaseerd op cijfers van TNO, is te zien dat bijvoorbeeld een ongeval met een wagon met ammoniak tot op 400 meter zowel doden als gewonden kan veroorzaken.
Toegenomen risico
Steeds meer mensen wonen en werken dicht bij het spoor. Afgelopen jaren zijn er nieuwe woonwijken langs het spoor gebouwd, waarvan recent nog die op de voormalige leerfabriek KVL in Oisterwijk. Ook de bedrijven en daarmee het aantal medewerkers is toegenomen. Het aantal mensen dat in het gebied aanwezig is, mocht zich een ramp voordoen, is dan ook hoger dan voorheen. Het aantal goederentreinen (in de volksmond giftreinen genoemd) is veel meer dan de norm toegenomen, en zal komende jaren nog verder toenemen. Een gemeente, zoals in dit voorbeeld Gemeente Oisterwijk, kan daar niet veel tegen doen, anders dan vragen om aanpassing of mogelijk samen met andere gemeenten een vuist maken richting de landelijke overheid. De grond waar het spoor over loopt is immers geen gemeentegrond.
Vrachtwagens
Ze rijden niet over het spoor, maar steken het spoor wel over en vormen een risico voor aanrijdingen. Begin deze maand kwam ProRail, de organisatie die verantwoordelijk is voor het beheer van het spoor en goederenvervoer door Nederland, met informatie over toegenomen aantal aanrijdingen met vrachtwagens. Daar waar afgelopen jaren door middel van diverse aanpassingen is gezorgd dat het aantal aanrijding op spooroverwegen is afgenomen voor overig verkeer, is het aantal aanrijdingen tussen treinen en vrachtwagens juist toegenomen. ‘Juist deze aanrijdingen tussen treinen en soms zware voertuigen kunnen tot enorme gevolgen leiden,’ aldus ProRail. Niet alleen door stilstand van trein en verkeer, maar ook vanwege het risico op grotere schade aan spoor en rijdend materieel.
Rampenplan
Mochten er treinen met gevaarlijke stoffen tot stilstand komen, door storing of relatief kleine aanrijding, dan hoeft er nog geen actie te worden ondernomen voor de omgeving. Een woordvoerder van de VRMWB stelt: ‘Uit voorzorg wordt een wagon met gevaarlijke stoffen niet natgehouden. Dit is geen bestrijdingsprocedure vanuit de IGBS visie. Alleen als er daadwerkelijk sprake is van een lekkage wordt in sommige gevallen gewerkt met een waterscherm.’ De VRMWB is mede namens Gemeente Oisterwijk verantwoordelijk voor het handelen bij ongevallen en rampen. Zij volgen bij het bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen de IGBS procedure (Incident Bestrijding Gevaarlijke Stoffen). Het betreft geen specifiek rampenplan voor Oisterwijk, maar ‘deze procedure is meer generiek en geldt voor alle situaties waar gevaarlijke stoffen vrij kunnen komen. Dat kan een treinwagon zijn of een omgevallen tankwagen, maar ook een lekkage in een industrieel complex of een gaslekkage in een woonwijk.’
Gevaar omwonenden
‘Na een ongeval met gevaarlijke stoffen kan er brand ontstaan of een explosie plaatsvinden. Ook kan er een gifwolk ontstaan,’ zo stelt de VRMWB. Bij een ongeval wordt zo nodig direct een beoordeling gemaakt wat de aanwezige of te verwachten risico’s zijn, en kan de VRMWB een ‘handelingsperspectief’ vaststellen. Ofwel, concrete aanwijzingen geven wat en hoe mensen in de omgeving zich in veiligheid kunnen brengen. Een veel gebruikte aanwijzing die bijvoorbeeld voorkomt bij branden met rookgassen is ‘sluit ramen en deuren en zet ventilatie uit’. Volgens de VRMWB kan ‘een eerste bericht vaak al binnen 5 minuten op de website van de veiligheidsregio staan, op de social media en op de website van de betreffende gemeente. Zo nodig wordt een NL-alert ingezet.’ Wettelijk zou hiervoor een periode van 30 minuten gelden, maar ‘dat is natuurlijk veel te lang. In onze regio hebben wij de berichtgeving sneller georganiseerd.’
Wat te doen
Niet alleen het spoor, maar ook bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen in de industrie kunnen een risico vormen bij calamiteiten. ‘De Veiligheidsregio heeft handelingsperspectieven voor inwoners klaarstaan voor ongevallen met gevaarlijke stoffen in het algemeen. Dit omdat het handelingsperspectief voor gevaarlijke stoffen op het spoor niet zoveel anders is dan bijvoorbeeld het vrijkomen van gevaarlijke stoffen op een industrieterrein. Uiteraard heeft elke situatie weer zijn eigen uitdagingen en worden handelingsperspectieven al naar gelang de situatie op maat gemaakt. Overigens is uit onderzoek bewezen dat communicatie over risico’s niet werkt als mensen er niet ontvankelijk voor zijn. Effectieve risicocommunicatie zou dus meest moeten plaatsvinden tijdens of direct na de calamiteit.’ Ondanks dat de VRMWB aangeeft al binnen 5 minuten een bericht te kunnen plaatsen, zal het al snel 10 tot 20 of meer minuten tijd vragen alvorens dat bericht de inwoners bereikt. Indien nodig gebruikt de VRMWB hiervoor een NL-alert. Deze heeft een beter bereik en een meer indringende werking dan bijvoorbeeld social media. Dat systeem wordt alleen ingezet bij zeer ernstige situaties. Bij vrijkomende giftige rook bij branden volgt bijna nooit een NL-alert. Een ramp met een goederentrein waar gevaarlijke stoffen vrij komen of een ontploffingsgevaar dreigt zou wel zo’n situatie kunnen zijn. Uit de animatie van Omroep Brabant blijkt dat in zo’n geval snel veel mensen getroffen kunnen worden. Iedere seconde telt.
Voorlichting
Juist omdat er veel mensen werken en wonen nabij het spoor – een treinverbinding met een zogeheten PAG indicatie (verhoogd risico vervoer van gevaarlijke stoffen) – is het van belang bij een ramp snel op de hoogte te zijn van ‘wat te doen’. Ter voorkoming van aanrijdingen is ProRail bezig met overwegen weg te halen, of het zicht te verbeteren. Ook wil ProRail de beroepsvervoerders bewust maken van het risico, om zo onzorgvuldig oversteken en daarmee risico op aanrijdingen te voorkomen. Eenzelfde bewustwording richting inwoners rondom het spoor zou kunnen bijdragen aan snel en juist handelen bij een ramp. Dergelijke informatie is op de website VRMWB.NL wel beschikbaar, maar wordt door de gemeenten en veiligheidsregio niet actief verspreid onder de betreffende bewoners en bedrijven.
Het risico op een ramp op het spoor neemt toe naarmate het goederenvervoer en het kruisende verkeer toeneemt. Goede voorlichting en razendsnelle berichtgeving kan het leed van menselijke slachtoffers bij een ramp beperken. Het voorkomen van rampen – het risico verlagen – kan alleen door het vervoer van gevaarlijke stoffen door onbewoond gebied te laten plaats vinden en/of het kruisende verkeer weg te nemen. Dat kan in Oisterwijk bijvoorbeeld alleen als het spoor bijvoorbeeld in een tunnelbak wordt geplaatst.