Vol schaamte boog ik mijn hoofd

Dromerig, chaotisch, verstrooid. Het zijn geen handige eigenschappen, en al helemaal niet als je kinderen hebt. Miloe van Beek nam zich daarom al vaak voor om niet meer met haar hoofd in de wolken te lopen. Zonder succes.

‘Rustig maar mama. Geef mij het kaartje en dan gaan we.’ In het kille licht van de parkeergarage lijken de hondenogen van mijn achtjarige nog bruiner. Twintig minuten zijn we bezig geweest met het zoeken naar de parkeerkaart die ik tijdens het goochelen met tassen, sleutels, portemonnee en kinderen die mij als prullenbak beschouwden, spoorloos wist laten te verdwijnen. Kinderachtig snotterend tel ik de dertig euro neer voor een verloren exemplaar en vervloek mijn verstrooidheid. Otis is gewend aan een chaotische moeder en leeft bovendien zelf ook met zijn hoofd in de wolken. Als hij tegen een lantaarnpaal botst, naar boven gaat om zijn schoenen te halen maar zonder terugkomt en zijn fietssleutel weer eens in de klas heeft laten liggen, zie ik mezelf. Van kinds af aan blink ik uit in vergeetachtigheid en onhandige acties, tot hilariteit van vriendinnen. Zo wandelde ik eens zonder bovenstukje een binnenzwembad binnen, struikelde over een blindenstok, gooide al fietsend een klokhuis in het gezicht van een achtervolger en liet twee mensen in het water vallen toen ik me aan hen vastgreep omdat de afstand tussen boot en kade net te groot bleek.

Diezelfde vriendinnen hielden hun hart vast toen ik zwanger was. Zou ik niet over mijn baby struikelen? Hem ergens vergeten? Laten vallen? Hun zorgen waren onterecht. Het ergste dat me als prille moeder overkwam was een ondergete baby terwijl de billendoekjes op danwel vergeten waren. Mijn verstrooidheid speelde me pas parten toen mijn kinderen ineens dingen konden. Zo viel babyzoon eens van het bed omdat ik nog niet had opgeslagen dat hij 24 uur eerder was gaan kruipen en kon ik mijn dochter nog net aan een arm vastgrijpen omdat ze zich prompt omrolde op de commode toen ik even bukte. Als ik de oorzaak van een schram bij mijn baby opbiechtte, leidde dat vaak tot wijd opengesperde ogen en kreten van ontzetting: hoe kon ik zoiets laten gebeuren? Vol schaamte boog ik dan mijn hoofd, vastbesloten nooit meer zo’n onoplettende, ontaarde moeder te zijn.

Emmers schuldgevoel

De ergste blunder, inmiddels bijna zes jaar geleden, durf ik eigenlijk nog steeds niet hardop te vertellen, zo erg schaam ik me ervoor. Lang gaf ik de schuld aan het tweedehands, versleten onderstel van de Bugaboo, een stuk makkelijker dan eerlijk zeggen dat ik tijdens het vastklikken van de buggy op dat onderstel in gedachten verzonken was. Toen de kinderwagen even later in botsing kwam met de stoeprand, werden buggy en dreumes op het trottoir gelanceerd. Bloed, de schijn van een gebroken neus en emmers schuldgevoel waren het resultaat. Het moest echt afgelopen zijn met mijn dromerigheid, besloot ik. Ik zou met aandacht in het moment gaan leven. Dus staarde ik tijdens een mindfulnesstraining eindeloos naar een rozijn. Het hielp. Twee dagen. Daarna zocht ik me rot naar mijn telefoon terwijl ik ermee aan het bellen was en stond zonder badpak bij zwemles.

Ik ruk het duur betaalde parkeerkaartje uit de automaat en geef het aan Otis terwijl ik met mijn andere hand beschaamd mijn wangen droogveeg. Zijn uitgestoken kinderhand omklemt het witte papiertje. Ineens voel ik trots in plaats van schaamte. Ik knuffel hem. ‘God wat hou ik toch veel van je,’ fluister ik. Er gaat veel mis in mijn leven, maar het belangrijkste is ontzettend goed gelukt.

Mijn gekozen waardering € -

Miloe van Beek is twaalf jaar freelance journaliste en zes jaar moeder. Ze heeft nog nooit een roze wolk gezien, ze past niet in het perfecte plaatje en is chronisch chaotisch. Schrijft rauwe, eerlijke, licht ironische stukken over alle aspecten van het moederschap. Daarnaast schrijft ze verhalen die van ondernemers mensen maken.