Dit zei scheidend voorzitter Jan van Zanen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) tijdens het jaarcongres in Groningen. Hij wordt opgevolgd door Sharon Dijksma, die burgemeester van Utrecht is. Een beetje plakband hier en een pleistertje daar is volgens de burgemeester van Den Haag niet meer genoeg om de stukken bij elkaar te houden, maar is het zaak op de lange termijn te denken.
Nederland heeft volgens Van Zanen een verhaal nodig dat inspirerend werkt om een stap naar voren te zetten. Dat verhaal ligt er volgens hem nu in de vorm van de toekomst van Nederland in. 2040. Een initiatief van de VNG en de Argumentenfabriek.
‘Het resultaat van de gedachten en gesprekken van tientallen bestuurders en beleidmakers, wetenschappers en allerlei andere mensen. Een denktank van mensen die hun kennis en tijd hebben gegeven om de weg naar de toekomst van Nederland te bewegwijzeren naar een krachtiger, groener en menselijker Nederland’, aldus Van Zanen.
Hij hield zijn drieduizend toehoorders waaronder raadsleden, burgemeester en wethouders, gemeentesecretarissen en griffiers voor dat Nederland in 2040 een hogere welvaart kent als structureel wordt geïnvesteerd in mensen, kennis, innovatie en infrastructuur. ‘Omdat politici oog hebben voor de lange termijn worden problemen voorkomen in plaats van opgelost, zodat we niet van crisis naar crisis gaan.
‘Doordat we meer ruimte hebben gecreëerd voor groen en water kunnen we de gevolgen van klimaatverandering aan. We verdienen ons geld op een andere manier om te kunnen blijven investeren in onze samenleving. Door stappen te zetten op welzijn, onderlinge betrokkenheid en gelijkwaardigheid is Nederland veel menselijker geworden. We leven in een samenleving waarin we naar elkaar omkijken en waarin kan rekenen op een brede bestaanszekerheid.
Er zijn nu zoveel regels en regelingen, verfijningen en uitzonderingen, stapelingen en reparaties. Daarom komt er een grote vereenvoudiging, aldus de voorzitter.
Als het gaat om de toekomst van Nederland spelen gemeentes een essentiële rol. De keuzes die we moeten maken, de beslissingen die we moeten nemen zullen niet altijd onze beslissingen zijn, maar iedere keuze, iedere beslissing zal ons raken, zal onze inwoners raken.’
‘Nationaal probleemoplosser’ Johan Remkes zei dat alles niet zo ingewikkeld is als het lijkt als er met gezond verstand naar wordt gekeken. Op de vraag of hij een lange termijn of korte termijn denker is, antwoordde hij dat dit afhankelijk is van het probleem. ‘Ik probeer altijd wel naar de korte termijn te kijken op een langer termijnperspectief.’
Voorzitter Ingrid Thijssen van VNO-NCW wilde liever niet denken in korte of lange termijnen. Zij wilde veel liever denken in oplossingen en daarbij helpen. ‘We hebben een positief verhaal nodig van wat over wat er allemaal al aan het gebeuren is. Er zijn prachtige voorbeelden van die helpen tegen bijvoorbeeld een klimaatdepressie onder jongeren. Ik merk vooral dat er een ontzettend behoefte is aan optimisme dat we het gaan oplossen.’
Remkes deelde die opvatting. Doemdenken is naar zijn mening de slechtste houding in een discussie. Hij stelde dat als niet een aantal jaren terug al een aantal werken aan de Maas was uitgevoerd de wateroverlast in Limburg veel groter zou zijn geweest.
Thijssen prees TenneT dat het contracten had afgesloten om grotere hoeveelheden groen elektriciteit van de windparken op de Noordzee aan land te brengen. Volgens haar is dat historisch en heeft dat wel de wereldpers maar niet de Nederlandse pers gehaald. ‘We moeten veel positiever worden, ook voor onze kinderen’, zei zij.