Schipperspredikant in crisistijd

Door de crisis heeft de binnenvaartsector het moeilijk. Schipperspredikant Louis Krüger bezoekt, vanuit de Koningskerk in de Rotterdamse wijk Feijenoord, zijn schapen op de schepen. Op pad met een dominee op sokken.

Behendig springt Louis Krüger (58) van de kade op het schip. Hij wil al weer verder lopen als hij mij op de wal ziet stuntelen. Wie niet goed springt, kan zomaar tussen wal en schip in het koude water van de Koningshaven terecht komen. De uitgestoken hand van de dominee voorkomt een nat pak. Mooi, we zijn aan boord. Met windkracht 7 staat er vandaag een stevig windje, dus dat betekent: goed vasthouden aan de reling. Dan volgt er nog een sprong, naar het naastgelegen schip. Hier op de Latona werken en wonen Ria en Willy Veen. Ria (55) is de scriba van de tegenover de haven gelegen Koningskerk. Toevallig zijn ze net even in Rotterdam.

“Ik zorg altijd voor schone sokken zonder gaten,” zegt Louis, als hij naar binnen wil gaan. Omdat het dek vaak vies is van zand of kolen, dragen schippers in het woongedeelte geen schoenen. Maar dat is niet nodig, vindt Ria. Het dek is nu schoon genoeg. Willy is voordat het schip vertrekt, nog even naar zijn bejaarde moeder; Ria heet het onverwachte bezoek dus alleen hartelijk welkom met koffie en koekjes. Met hun binnenvaartschip vervoert het echtpaar voornamelijk veevoer van en naar België, Frankrijk en Duitsland. Ze doen Rotterdam aan om het schip weer te bevrachten. Is dat niet lastig, een scriba die zoveel op het water is? “Nee hoor,” lacht Ria. “We hebben internet aan boord en zo kan ik onderweg prima de administratie doen.” Ze zegt dat naar de Koningskerk mensen uit de hele Rijnmond-regio komen, waaronder ook veel oud-schippers. “Ook komen steeds meer jonge mensen bewust naar de kerk en niet vanuit de gewoonte.”

Wij zijn daar waar de schipper is

Anderhalf uur koffie drinken

Louis werkt al jaren met plezier voor het binnenvaartpastoraat, dat deel uitmaakt van de werkgroep Pastoraat Binnenvaart van de Protestantse Kerk in Nederland. Naast kerkdiensten in Rotterdam, zijn er ook in Mannheim en Duisburg speciale schippersdiensten, waar overigens ook andere mensen welkom zijn. Louis gaat daar ook regelmatig voor. “Wij zijn daar waar de schipper is. Dat is ons motto.”

Waarover praat Louis met de schippers? Bijvoorbeeld over de huidige economische situatie. Veel van hen zitten in een moeilijke situatie. Louis: “Maar het gaat ook over schipperskinderen die naar het internaat gaan. Schippers moeten dubbele inzet leveren qua opvoeding en betrokkenheid. Ze zien hun kinderen heel vaak niet.” En verder, benadrukt Louis, is de Koningskerk een gewone kerk met gewone mensen. Iedereen is er welkom, maar er zijn veel schippers lid. “Er is geen tweedeling tussen leden die op de wal wonen en de schippers. Schippers zijn net als andere mensen bezig met emoties en persoonlijke zaken. Wel bijzonder is dat ze niet elke zondag bij de gemeente op de hoek naar de kerk kunnen gaan.” En dus wil Louis flexibel zijn. Soms ziet hij zijn mensen een paar maanden niet, maar “ze blijven wel deel van onze gemeente. Als ze er zijn brengen ze veel gezelligheid met zich mee. Na de kerkdienst blijven ze vaak nog anderhalf uur koffie drinken.”

We hebben aan boord veel verdiepende gesprekken

In de loop der jaren merkte Louis een verandering in de houding van Nederlanders ten opzichte van het evangelie. “In de jaren tachtig en negentig waren veel mensen daar erg cynisch over. Het geloof werd, ook door vrijzinnige theologen, betwijfeld. Tegenwoordig is de houding veel positiever. Er is een grotere openheid voor het evangelie, ook bij de jeugd. Met Pasen en Kerst delen we onder schippers in de havens een pakket uit met chocolade en het tijdschrift 'Elisabeth'. Vroeger wezen mensen ons veel vaker af omdat ze geen belangstelling hadden. Maar nu is er veel minder weerstand.”

Gedoopt in de Noordzee

Niet alleen met de feestdagen, maar altijd zoekt Louis het contact met niet-kerkelijke mensen. “Dat is een vanzelfsprekendheid voor de kerk van Christus. Ook als ik in Mannheim preek, ga ik de havens langs. Dan heb ik veel positieve gesprekken. En ja, er komen mensen tot geloof. Of tot een nieuwe toewijding. Het zou verbazend zijn als dat niet zo is. We hebben aan boord veel verdiepende gesprekken.”

Zo heeft hij onlangs een jonge zeeman gedoopt. “Hij wilde graag in de Noordzee gedoopt worden. Dat was prima. We zijn naar het strand van Hoek van Holland gegaan.”

Nadat Ria ons uitgezwaaid heeft, klimmen en klauteren we weer terug naar de kade. Dat gaat al een stuk makkelijker dan de eerste keer. Als we teruglopen naar de kerk, loopt Louis een verwarde man met een onverzorgd uiterlijk tegen het lijf. Het blijkt een bekende te zijn van de Koningskerk: Achmed. “Soms bedel ik hier bij de kerk,” vertelt hij. Louis rommelt wat in de keukenkastjes en de koelkast en even later vertrekt Achmed met een tasje vol eten. “Pas goed op jezelf, Achmed!'' roept Louis hem na.

Ze durfden niet te zeggen dat ze ongelovig waren. Anders waren ze door de Kenianen voor gek verklaard

In de auto, op weg naar de een paar kilometer verderop gelegen Maashaven, legt Louis uit dat de Koningskerk niet alleen een kerk voor schippers wil zijn, maar ook voor de wijk. Als het aan de dominee ligt, wordt heel de stad bereikt met het evangelie. “Het is toch supergeweldig om Koning Jezus te volgen. Met Hem leven is de moeite waard! In Afrika is nog veel meer openheid voor God dan hier. In Mannheim kwam ik op een schip van niet-kerkelijke mensen. Ze vertelden me dat ze eens in Kenia waren. Daar durfden ze niet te zeggen dat ze ongelovig waren omdat ze anders door de Kenianen voor gek werden verklaard. Het is daar heel raar om niet te geloven.”

Schipperen met de tijd

Dan trapt Louis plotseling op de rem. Hij ziet het schip De Ravelijn, waar gemeenteleden op varen. We springen – inmiddels gemakkelijk – aan boord van het tachtig meter lange schip, dat onder andere kisten, constructiedelen en rollen ijzer naar Duitsland vervoert. Even later zitten we op onze sokken aan de koffie in de roef, schippersjargon voor de huiskamer van Dirk (62) en Betty (58) Schot. Hoewel ze staan ingeschreven bij de Koningskerk, komen ze niet zo vaak meer. Als ze in Rotterdam aanmeren, bezoeken ze de kinderen en kleinkinderen. Betty: “Het is erg druk. We moeten dus schipperen met de tijd.” Toch blijft het geloof een rol spelen in hun leven, vertelt Dirk. “Ik strooi niet met bijbelteksten, maar ik probeer goed te leven. Gelukkig gaat het ons erg goed; financieel en ook met de kinderen en kleinkinderen.”

Je kunt niet altijd maar door gaan, ook niet met winkelen en spullen kopen

Louis: “Ben je daar dankbaar voor?”
Dirk: “Ja, natuurlijk. Ontzettend dankbaar.”

Terwijl het water tegen het schip beukt, praat Louis met hen over de kleinkinderen, de drukke samenleving met alle snelle media, het consumentisme, de economische crisis die de binnenvaart treft en de neiging in dit vak om altijd maar te werken.  Louis: “In de bijbelse tijd zei God al: een dag per week moet je rusten. Want Hij wist hoe wij zijn: we gaan maar door.”

Betty: “Het is belangrijk om rust te nemen. Je kunt niet altijd maar door gaan, ook niet met winkelen en spullen kopen. De economische crisis zet mensen wel stil.”

Louis: “Het is een kredietcrisis. Krediet komt van het woord 'credo' en dat betekent geloof. De Bijbel zegt: je zult niet alleen van brood leven. De materialistische mens is een armoedige mens. De consument is een rups: hij vreet en hij t. Maar als gelovige ben je een vlinder die bijdraagt aan de schoonheid van de wereld.”

Hoezeer Betty ook belang hecht aan rust, om op vakantie te gaan is ze niet zo goed, zegt ze. “Voor ons werk reizen we al zoveel. Het is leuk om in verschillende plaatsen te komen, zoals Praag of Keulen.”

Louis wil het drukke schippersechtpaar niet te lang lastig vallen, dus vertrekken we weer. In de auto vertelt hij dat hij als schipperspredikant “vooral een gewone man” wil zijn. “Ik hoop niet dat ik een typische 'dominee' ben. Het gaat niet om mijn positie. Het gaat om Jezus. Hij was heel eenvoudig, liefdevol en back to basics. Al het andere is onzin.” 

Dit artikel verscheen eerder in magazine Elisabeth.

Mijn gekozen waardering € -

Sjoerd Wielenga (Rotterdam, 1980) is zelfstandig journalist, tekstschrijver, eindredacteur en bladenmaker. Hij werkt(e) onder meer voor de EO, NRC, Trouw, de Volkskrant en opinieblad De Nieuwe Koers.

Geef een reactie