Schuttingtaal is nu social media-taal

Ik begin de term Social Justice Warriors (SJW) steeds beter te begrijpen. Het is uiteraard een wat badinerende term voor mensen die vechten tegen onrecht. Een zogenaamd pejoratief, zeker in combinatie met het woord warrior. Want dat is anders dan "fighter", letterlijk vertaald iemand die op oorlogspad is.

Voor een groot deel ga ik mee in die strijd voor recht en tegen onrecht. Ik denk dat 99% van de mensheid dat wil. Er is echter iets veranderd in onze communicatie, wat de oudere generatie (boomers, zoals ik), toch moet zijn opgevallen. Meningen en dus ook ideeën over recht en onrecht deden wij nog op in het echte leven. In ons gezin, op straat, met vrienden en in de kroeg.

Bang voor fysiek contact

Inmiddels zijn we reeds een kwart eeuw in het internettijdperk beland en naast een fysiek leven, kregen we allemaal ook een digitaal bestaan. Dat laatste werd steeds belangrijker, zeker in de coronaperiode culmineerde dat. Echt contact wordt steeds minder, zelfs ouderwets telefoneren is bij mensen onder de 40 jaar zo’n beetje uitgestorven. Mensen die keihard praten aan de telefoon in een restaurant of in het OV zijn altijd 40’ers of ouder. Let maar eens op. Er is zelfs een fenomeen onder jongeren dat ‘belangst’ heet en laatst maakte ik mee dat zo iemand die een vriendin wilde ‘facetimen’ een tekstbericht terug kreeg dat luidde: “Ik zie er niet uit vandaag en ik ben bang voor mijn eigen stemgeluid.”

Voorzichtiger met onszelf, niet met de ander

Zover is het al gekomen. Dat generatie Z zichzelf zodanig aan de ideaalplaatjes van Instagram etc spiegelt, dat ze alleen nog via whatsapp willen communiceren. Anders moeten ze eerst een uur de make up in. Jonge mensen he, met nog geen rimpel te bekennen. En bang zijn voor je eigen stem, vind ik ook al een veeg teken. We zijn voorzichtiger geworden met onszelf. Eenmaal geposte foto’s blijven vaak nog lang hangen op internet en een ‘bad hair day’, een glas bier in de hand of een sigaret, kan zomaar een afwijzing voor een sollicitatie betekenen. We zijn echter niet voorzichtiger geworden met de ander.

Zwemmen in het open riool

Afgelopen weken klapte ik mijn laptop een aantal keren met een klap dicht om snel met mijn hond te gaan wandelen. Want dan had ik zo schoon genoeg van de negativiteit op dat scherm. En dan heb ik het nog niet eens over Twitter (X), wat door velen als een open riool wordt bestempeld, maar wij zij zelf dan ook geen afscheid van kunnen nemen. Ergo: de mensen die dat vinden, bezondigen zichzelf eveneens aan schelden, schimpen en schofferen.

“Minder, minder minder……..”

En dan ben ik terug bij de SJW’s. Zij beschuldigen mensen van het ‘rechtse kamp’ (ja ik noem het maar even zo), waar zij heel erg op neerkijken, van lelijke uitspraken. “Minder minder, minder….” is in Nederland het bekendste voorbeeld, waar zelfs de Hoge Raad zich over moest buigen. En juist deze social media-gebruikers deinzen er niet voor terug om zelf de meest beledigende teksten in de rondte te slingeren. Zodra ze daarop aangesproken worden reageren ze met: “Geert Wilders noemt journalisten ook tuig van de richel.” Ze zijn zover gezonken en tegelijk zo moreel verheven geraakt, dat ze ieder gevoel voor proportie kwijt zijn.

Schelden doet wel pijn

Uiteraard zijn er in Nederland journalisten en columnisten die daarin het scheld-maar-raak-voorbeeld geven en daar nog trots op zijn ook. “Schelden doet geen pijn!” Dat zeiden ze in de 60’er en 70’er jaren. Ook tegen mijn spastische broertje. Maar het verbale geweld zwol ook aan tot fysiek geweld. Hij werd heel wat keren van zijn fiets met 3 wielen afgeduwd en ik moest regelmatig met hem naar de EHBO of naar de tandarts, omdat er complete kiezen uit zijn mond waren geslagen. Ter geruststelling: het is met hem allemaal goed gekomen, omdat hij weerbaar werd. Dat is niet iedereen gegeven.

Trumpiaans hysterisch

De scheldkanonnen spiegelen zich in hun grootheidswaanzin aan de Amerikaanse verkiezingen, die een mediacircus zijn. Trump gooit er weer eens wat beledigingen uit. Wat doen de democraten en vooral hun electoraat en journaille? Zij verlagen zich eveneens tot scheld- en afzeikpraktijken. Goede satire is een vak. 9 van de 10x is het ordinair en acreatief. Men noemt Youp van ’t Hek soms grof.. Maar als je zijn columns goed leest, zie je dat hij zich nooit verlaagt tot dit soort makkelijk gebrul. Het is creatief, omschrijvend, gemotiveerd en enorm humoristisch verpakt. En ook (en dat zouden veel meer mensen moeten doen) nimmer gespeend van zelfspot. Hij verdraagt kritiek ‘als een vent’.

Houd het onder elkaar

Laatst vroeg iemand me wat ik het meeste mis, nu mijn geliefde al driekwart jaar is overleden. Ik antwoordde: “Dat we even geheel off the record konden.” Daarmee bedoel ik dat we eventuele frustraties, boosheden en ander gezeik in een minuut of vijf even bij elkaar kwijt konden. Zonder dat we dit ooit aan een ander zouden doorbrieven of tegen elkaar gebruiken. Heerlijk. Daarna konden we gewoon weer de beschaafdere versie van onszelf worden. Misschien zijn al die schimpende en schofferende types eigenlijk heel sneu en eenzaam in het ‘Social Justice Warrior-wereld. Want volgens mij ben je dat per definitie als je niet aan zelfreflectie doet.

Kwinkslag en grappige toon zijn weg

Podcasts en zeker video’s (behalve als het een monoloog is) nodigen al veel minder uit tot scheldpartijen. Omdat als iemand naast of tegenover je zit, je automatisch al gematigder wordt. En daarbij spelen ook intonatie en gezichtsuitdrukkingen een belangrijke rol. Deze aspecten zijn totaal weg bij testen, facebooken en op andere fora. Mensen zien een eventuele ‘kwinkslag’ niet op je gezicht en/of horen niet de grappige toon waarmee je iets verteld. En dus ontstaan er frictie, jij-bakken, scheldpartijen, ontvrienden, blokkeren, met als gevolg dat we mensen met schijnbaar andere opvattingen uit ons leven gummen. Daar helpen de algoritmes van internetplatforms ook nog eens aan mee.

Taalarmoede

Schelden in de openbare ruimtes is goedkoop en arrogant, het is taalarmoede en er is meestal geen enkel excuus voor. Tot welke politieke richting je ook maar wilt behoren. Ja, je scoort er heel even veel duimpjes omhoog mee, maar uiteindelijk werkt het tegen je. Ik maakte laatst een lijstje van woorden die mensen van nu (en die zijn van alle leeftijden en generaties) ‘normaal’ vinden om te bezigen over medemensen. En dan heb ik er de scheldwoorden met ziektes (vooral die met een k) nog weg gelaten. Hoogste tijd voor een soort van digitale etiquette.

Wat ik tegenkwam:

* ‘Achterlijk’
* ‘Dom’
* ‘Stom’
* ‘Idioot’
* ‘Wappie’
* ‘Tokkie’
* ‘Dom rechts’
* ‘Bruin rechts’
* ‘Verstandelijk beperkt’
* ‘Fascist’
* ‘Nazi’
* ‘Narcist’
* ‘Autist’
* ‘Borderliner’
* ‘Doos’
* ‘Homo’
* ‘Mietje’
* ‘Heks’
* ‘Stinkhoer’
* ‘Jodenslet’
* ‘Christenhond’
* ‘Volgzaam schaap’
* ‘Vuile …..’ (vul maar in)
* ‘Jij moet niet denken dat……..’ (vul maar in)

Illustratie: Schrijf het van je af, maar niet op internet. ‘Schuttingtaal notitieboek’ van Crealisten.nu, uitgeverij Blurp.

Mijn gekozen waardering € -