Simpele oplossingen voldoen niet in Irak

Boze jongeren eisen in Irak het aftreden van de regering om een einde te maken aan de corruptie en jeugdwerkloosheid. Maar als het politieke systeem niet verandert, zullen de protesten zich blijven herhalen en zal de frustratie onder jongeren gevaarlijke proporties aannemen.

Jonge demonstranten hebben in Irak het vertrek geëist van de huidige regering, als het medicijn voor de enorme corruptie en jeugdwerkloosheid in het land. Terwijl na dagen van betogingen in Bagdad en sjiitische regio’s het dodental blijft oplopen, heeft een aantal partijen als blijk van steun aan de betogers de medewerking aan het parlement opgeschort. Mokhtada al-Sadr, de opstandige imam die jarenlang soortgelijke betogingen leidde en nu een van de grootste coalities in het parlement aanvoert, heeft opgeroepen tot tussentijdse verkiezingen.

Ruim een jaar nadat premier Adil Abdul-Mahdi een regering vormde met voornamelijk technocraten, zijn jongeren in Irak het vertrouwen kwijt dat hij zich zal houden aan zijn beloften voor ingrijpende hervormingen. Zo’n zestig procent van de Irakezen is onder de 25 jaar, en de jeugdwerkloosheid ligt op veertig procent. Vorige week barstten de protesten weer los. Uitgaansverboden, het afsluiten van internetverbindingen, traangas noch gerichte kogels hebben de jongeren van straat kunnen houden.

Systeem

Toch zal een nieuwe regering geen einde kunnen maken aan hun problemen, omdat die ook weer zal bestaan uit dezelfde partijen die nu aan de macht zijn. Dat is het gevolg van het systeem dat na de Amerikaanse invasie van 2003 is ingesteld, waarbij de politiek gebaseerd is op religieuze en etnische afkomst. Sjiieten, soennieten en Koerden delen de macht, en de sjiitische meerderheid heeft het voor het zeggen. Zij hebben het systeem van cliëntelisme, dat al onder dictator Saddam Hoessein bestond, verder uitgewerkt zodat hun partijen nu de banen en de welvaart (ver)delen.

Verkiezingen bezorgen de partijen niet alleen parlementszetels, maar ook een evenredig aantal banen en posities binnen de ministeries. Zelfs al benoemde Aldul-Mahdi technocraten als bewindslieden, de partijen hadden inspraak in die benoemingen. Daarnaast loodsten ze ook hun eigen mensen de ministeries binnen. Mede door deze praktijken is het aantal ambtenaren in Irak tussen 2004 en 2016 gestegen van 850.000 tot meer dan zeven miljoen.

Corruptie

Dat systeem is doordesemd van corruptie. Afgestudeerden die een baan bij de overheid willen, vinden die alleen via de partijen. En dan nog alleen als ze aan de juiste persoon 10.000 dollar betalen. Een parlementslid is recent van corruptie beschuldigd nadat haar assistent werd betrapt met duizenden dollars van burgers. Die hadden betaald voor haar bemiddeling voor contacten met ambtenaren en diensten die eigenlijk gratis zouden moeten zijn.

Het gebruik van ‘wasta’ – het Iraakse woord voor relaties – is de pan uit gerezen. Zelfs een bedrijf dat bijvoorbeeld nieuwe medicijnen op de Iraakse markt wil brengen kan dat alleen doen door een bemiddelaar 30.000 dollar te betalen om de juiste persoon op de juiste plek om te kopen.

Een van de problemen van dit systeem is dat geld voor projecten wordt toegekend aan kennissen, waarna de uitvoering niet meer wordt gecontroleerd. Veel projecten sterven een stille dood. Als gevolg daarvan stagneert de ontwikkeling terwijl geld in diepe zakken van een beperkte groep mensen verdwijnt. Ondanks het feit dat de sjiitische meerderheid aan de macht is, zijn de sjiitische regio’s en steden in Irak het armst en het minst ontwikkeld.

Spook-soldaten

Na de aanval op Iraks tweede stad Mosul in 2014 werd duidelijk dat de regering een verkeerde perceptie had van het aantal militairen dat kon worden ingezet. Veel ‘spook-soldaten’ betaalden officieren voor een positie en ontvingen een salaris, zonder dat ze zich ooit vertoonden. Onlangs vertelde een betrouwbare bron me dat iemand die bij het Iraakse leger wil daar onder de tafel 10.000 dollar voor moet betalen.

De meeste sjiitische partijen hebben hun eigen milities, bestaande uit jonge vrijwilligers die tegen de radicale terreurgroep ISIS hebben gevochten. Sinds de overwinning op de groep zitten ze zonder werk. Dat bracht een van de betogers ertoe over de regering te zeggen dat ze ‘alleen een groep partijen en milities is’.

Abdul-Mahdi heeft bepaald dat de milities, waarvan de meeste loyaal zijn aan buurland Iran dat hen betaalt en heeft getraind, moeten opgaan in het Iraakse defensiesysteem. Daar zullen ze een volksleger vormen analoog aan de Iraanse Republikeinse Garde. Tijdens de huidige betogingen hebben scherpschutters van de meer radicale milities echter het vuur geopend op de betogers. Tientallen zijn gedood.

Animal Farm

Het politieke systeem creëert een Iraakse Animal Farm waarin sommige ‘varkers’ meer gelijk zijn dan andere. Wie banden heeft met een partij, krijgt een baan en contacten. Degenen zonder dat soort banden komen niet binnen. Premier Abdul-Mahdi beloofde de betogers dat dertig procent van de overheidsbanen naar afgestudeerden zullen gaan. En 27.000 werkloze militieleden kunnen instromen bij de veiligheidstroepen. Probleem is echter dat ook daar de partijen weer een vinger in de pap zullen hebben.

Zelfs als Abdul-Mahdi zich gedwongen zou zien toe te geven aan de eis op te stappen, dan nog laat echte verandering op zich wachten. Want het systeem blijft intact en een volgende regering zal weer worden gevormd door dezelfde corrupte partijen die overal hun tentakels hebben. Voor echte verandering is een coup nodig, of een nieuwe invasie.

Om iets te doen aan de problemen van de Iraakse jeugd moeten banen worden geschapen buiten de overheid. De private sector moet worden gestimuleerd, maar ook is een pensioenstelsel nodig voor niet-ambtenaren om die banen aantrekkelijk te maken. Dit kan alleen maar gebeuren als Iraakse partijen deel van hun inkomen en macht opgeven. Aangezien de beslissing ligt bij dezelfde mensen die van de huidige situatie profiteren, is de kans klein dat er iets verandert. Het enige dat zal gebeuren is dat het kapotte gebouw een likje verf krijgt.

Iedere zomer

Irak is al sinds 2011 iedere zomer in de ban van protesten met steeds weer corruptie en werkloosheid als belangrijkste grieven. Vorig jaar was de oliestad Basra het toneel, waar duizenden in het ziekenhuis waren beland na het drinken van vervuild drinkwater als gevolg van gebrek aan onderhoud en ontwikkeling van het waternet. Zelfs al was zoals ieder voorgaand jaar beterschap en geld beloofd, in Basra komt nog steeds een giftige mix uit de kraan.

Door het gebrek aan verandering is de Iraakse jeugd meer gefrustreerd dan ooit. Zelfs als de Iraakse regering erin slaagt hen van de straat te halen, verandert die stemming niet. En ervaring uit het recente verleden zou als een waarschuwing moeten gelden. Jarenlang negeerde de Iraakse regeringen protesten en frustraties van Iraakse soennieten die zich achtergesteld voelden. Dat leidde tot steun aan radicale groepen en de overname van een derde van het land door ISIS in 2014.

Nu al laten de jongeren zich niet meer het zwijgen opleggen, zelfs niet met gericht vuur. Als hun onvrede niet wordt beantwoord op een manier die hen weer vertrouwen in de toekomst geeft, zullen radicale groepen de hen geboden vruchtbare grond zeker gaan benutten.

Mijn gekozen waardering € -

Judit Neurink is schrijver en journalist die vooral schrijft over Irak en het Midden-Oosten