Toen hij de kans kreeg bij een elite-eenheid ingelijfd te worden in Israël greep hij die met beide handen aan. Deze eenheid verzamelde inlichtingen in vijandig gebied en werd ingezet om gijzelaars te bevrijden. Het was even slikken toen hem werd verteld dat hij niet geschikt genoeg was voor de eenheid, maar hij herpakte zich.
Hij kwam terecht bij de meest gedecoreerde infanterie-eenheid van het Israëlische leger. Hij zit met zijn eenheid nu te wachten in een sportschool op nieuwe orders. Er ligt een missie in het verschiet om gewonde of gesneuvelde soldaten op te halen die de Gazastrook zijn binnengetrokken om de terroristische organisatie Hamas uit te schakelen. Niemand weet echter wat er precies gaande is. ‘Wel zijn we erg gemotiveerd om de strijd aan te gaan. Mentaal en fysiek voel ik me sterk’, zegt hij.
De gebeurtenissen op 7 oktober toen Hamas Israël binnenviel en lafhartig moord en verderf zaaide onder Israëlische burgers van jong tot oud heeft grote indruk op hem gemaakt. Niemand heeft dat zien aankomen en het verdriet is immens. Ook het onzekere lot van de tweehonderd gegijzelden, die in het onderaardse tunnelstel van Hamas zouden verblijven en als wisselgeld worden gebruikt, houdt Israël in de greep.
Als zoon van een Nederlandse vader en een Israëlische moeder, die ten tijde van exploderende bussen in Israël naar Nederland waren vertrokken om hun kinderen een Europese opvoeding te laten genieten, kon hij de drang toch niet weerstaan om terug te gaan naar zijn geboorteland en dienst te nemen in het leger. Ook al was hem duidelijk gemaakt dat het conflict in het Midden-Oosten niet zijn conflict was. Hij ziet dat anders. Het voortbestaan van Israel staat op het spel evenals dat het een veilige thuishaven is voor Joden die ergens anders op de wereld verblijven. En als er al een meningsverschil zou bestaan, stelt hij voor er zand overheen te gooien.
Hij zegt dat de elite-eenheid waar hij eerst voor was geselecteerd al snel de strijd is ingestuurd. Sommige van zijn maten zijn gesneuveld, andere zijn in hun been geschoten en een in zijn hoofd en zal de rest van zijn leven verlamd zijn. Hij zal de komende week of twee weken niet bereikbaar zijn, maar hij zal goed op zichzelf passen. ‘We willen je niet kwijt’, hoort hij zeggen en hij antwoordt dat als het allemaal voorbij is een biertje te willen drinken.
Zijn moeder is naar Israël vertrokken om vrijwilligerswerk te verrichten en als het kan haar zoon te verzorgen. De eerste drie dagen na de aanslag van Hamas op Israëlische burgers ging alles op slot en werd contact met andere mensen gemeden. Zo blijkt uit haar verhaal. ‘De mensen zijn bang, maar langzamerhand begint een stad als Tel Aviv weer te leven. We moeten door’, zegt ze.
Op iedere plek waar ze is, is er weer ander werk. Waar het op neerkomt, is soldaten te helpen met spullen en mensen die zijn geëvacueerd en alles kwijt zijn geraakt te ondersteunen’.
Als ze in de buurt van Gaza is, kan ze alles horen wat er gebeurt. ‘Boem, boem’. Zo vertaalt zij het geluid van de explosies. Ook heeft ze het nieuws in Europa gehoord dat Joden zich niet meer veilig voelen. ‘De mensen zijn gek geworden’, zegt ze met onmacht in haar stem.
Voor Israël is in deze angstige tijden één ding duidelijk: geen Shoah meer. Het is merkwaardig dat dePalestijnen zich niet massaal tegen Hamas keren, dat niets ontziend als doel heeft Israël te vervangen voor een islamitische staat en daarmee het gevaar van de islam in een zucht naar wereldmacht aangeeft.