Soort van herstel bij de podiumkunsten, maar let vooral op wat er in Zuid Nederland gebeurt

n het kader van "Hoi, Cijfers!" kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag met de geüpdatete cijfers over de podiumkunsten in Nederland.

Die laten een voorzichtig herstel zien, al zijn de gevolgen van de ingrepen door de VVD en PVV in 2011 nog steeds pijnlijk zichtbaar. Uit de cijfers blijkt dat vooral het toneel het moeilijk heeft. Daar nam in de afgelopen jaren niet alleen het aantal speelbeurten af (van 12062 naar 11524), ook het publiek bleef steeds vaker weg (van 2.015.000 naar 1.864.000). In het zuiden is echter iets anders aan de hand.

Zuid Nederland, dan moeten we vooral denken aan Noord Brabant en Limburg. In 2017 groeide daar, net als in de rest van het land, het aantal speelbeurten in alle genres, behalve in de popmuziek. In de carnavalsprovincies werden in 2017 232 minder popconcerten gegeven dan in 2016, maar steeg desondanks het totaal aantal pop-bezoekers met 38.000 tot 1.083.000. Dat betekent dat er minder concerten waren, maar dat de concerten die er waren aanzienlijk meer publiek trokken.

Groei

Veel opvallender is de groei bij toneel en dans. Waar de rest van Nederland juist in die genres een daling ziet, stijgen in het zuiden zowel het aantal speelbeurten als het aantal bezoekers bij toneel en dans. Nu zijn het marginale stijgingen van respectievelijk 18 toneelavonden die 1000 extra bezoekers opleveren en 56 dansvoorstellingen die 10.000 meer toeschouwers trekken, het zijn wel trendbreuken met de rest van het land, waar alles stijgt, behalve toneel en dans.

Het zou zomaar kunnen dat de afwijking van de norm in het zuiden grotendeels toe te schrijven is aan twee festivals. De daling in het popaanbod zou dan te wijten kunnen zijn aan het verdwijnen van het Tilburgse festival Incubate, dat vooral veel concerten op kleine podia bracht. De groei van Theaterfestival Boulevard in Den Bosch, zou een verklaring kunnen zijn voor de toename bij toneel en dans. Op dat festival nam het aantal kleine toneelvoorstellingen met een capaciteit van rond de 50 stoelen toe, als ook het aantal grotere dansvoorstellingen, waar 200 toeschouwers bij konden.

Een andere belangrijke groeifactor voor het zuiden is het succes van Toneelgroep Maastricht. De voorstellingen De Advocaat en Pinkpop zorgden in 2017 voor een absoluut bezoekersrecord.

Dat de rest van het land achterblijft heeft dus te maken met duidelijk lokale of regionale invloeden, die zowel artistiek als financieel van aard zijn (Brabant geniet nog steeds na van een financiële injectie door de verkoop van het regionale energiebedrijf.) Of de afwijking van de norm ook in 2018 en 2019 doorzet, is dus de vraag. In Limburg gaat Toneelgroep Maastricht nog steeds als een speer, maar Tilburg neemt na de editie 2018 opnieuw afscheid van een popfestival, te weten Mundial, dat na een paar zieltogende jaren dit jaar het faillissement moest aanvragen.

Overaanbod

Overal kan worden gesteld dat in de toneel en danssector de negatieve invloed van een aantal beleidskeuzes van het Fons Podiumkunsten zichtbaar worden. Het Fonds onderkent dat overigens: door de nadruk die in het subsidie ligt op het aantal speelbeurten en niet op het aantal producties, ontstaat productiedwang. Slaagt een groep er niet in om het aantal speelbeurten met één productie te halen (door tegenvallende kwaliteit of overaanbod), maakt men snel en tweede productie, wat weer leidt tot mogelijk kwaliteitsverlies en overaanbod. Deze vicieuze cirkel is duidelijk zichtbaar in de cijfers van het CBS.

Mijn gekozen waardering € -

Coöperatie van journalisten én lezers. Sinds 2009.