Sportcolumn: Het fenomeen Davy Klaassen nader verklaard

Onder aanvoering van Davy Klaassen won koploper Ajax zondag in Zwolle met 2-0 van PEC. Verslaggever Mark van den Heuvel maakte tussen 2012 en 2015 drie grote interviews met Klaassen. Over zijn verloren jeugd in Hilversum, over de vriendschap met Kevin van Kippersluis en, meest recent, in het bijzijn van de hele familie.

I
De verloren jeugd van Hilluhversummer Davy Klaassen

Hij moest nog 20 jaar worden toen we samen door de straten van Hilversum fietsten, op zoek naar de jeugd van Davy Klaassen. Langs de Lorentz School en door naar De Zebra’s, de voetbalclub die als een rode draad door zijn familiegeschiedenis loopt. “Onze hele familie was betrokken bij die club,” zei Davy. “Mijn opa, Jaap Klaassen, speelde bij de Zebra’s. Mijn vader  was keeper bij de Zebra’s. En mijn broertje en ik hebben er ook gespeeld. Ik ben daar zo’n beetje opgegroeid, zou je kunnen zeggen.”

“Hé kijk nou,” zegt Klaassen als we het terrein van De Zebra’s bereiken, “daar heb je m’n oude jeugdtrainer. Is dat even toevallig?”

Bep Heerschop.
De oude man op damesfiets wordt hartelijk begroet door Davy, aan zijn stuur hangt een mand met een klein hondje.
“Ik trainde Davy vroeger samen met z’n opa en nog een andere opa,” zegt Bep. “De drie opa’s.”
Bep is een echte ‘Hilluhversummer’ en  verhaalt ‘van heel ver weg’, over een land van Erfgooiers, over scharende en niet-scharende boeren en over het geld dat hij zelf nog heeft ‘gebeurd’ toen de grond werd verkocht. “Zo’n 600 gulden, geloof ik, als niet-scharende. Geloof me, die boeren hebben het toen allemaal heel handig gespeeld.”

Wat we bij De Zebra’s aantreffen is weinig verheffend. “Ze willen De Zebra’s zo wegvaogen, as ’t waore,” zegt Bep. “Van enige aanwas is geen sprake meer.” De lege, houten kantine heeft al jaren geen verf meer gezien en voor de ramen hangt oude, vergeelde vitrage. Davy Klaassen tuurt nieuwsgierig naar binnen en zegt: “Het ziet er nog wel allemaal precies hetzelfde uit. Kijk, het tapijt ligt nog op de vloer. Daar staat het biljart en hier links hangt het dartbord…”

Het zijn herinneringen die iedere jongen heeft van zijn jeugd. Davy is hier al een paar jaar niet meer geweest en het is een beetje op, concludeert hij. “Je ziet meteen: dit is afgelopen. Helaas. Er wordt niks meer aan gedaan. De naam verdwijnt sowieso, De Zebra’s, als ze straks gaan fuseren. Maar dat op deze plek straks niet meer gevoetbald wordt is een beetje onwerkelijk. Ik heb hier een groot deel van m’n jeugd doorgebracht. In deze kantine, dus als ze daar straks iets anders gaan bouwen, dan doet dat gewoon pijn. Mijn jeugd is voorbij, zo zou je het kunnen zeggen. Ik word niet snel sentimenteel, maar dit stemt toch wel tot nadenken…”

We lopen achter één van de doelen op het hoofdveld, als Davy zegt: “Ik kan me nog goed de eerste keer herinneren dat ik mijn vader een wedstrijd zag keepen voor De Zebra’s. Ik zal een jaar of vier zijn geweest en stond aan de hand van m’n moeder achter dit doel, in de stromende regen. Al vroeg in de wedstrijd stopte hij een strafschop. Op dat moment dacht ik echt dat hij de beste keeper ter wereld was. Het vervulde me van trots. Dat was mijn vader die een strafschop had gestopt… Wow! Later is dat beeld wel een beetje bijgesteld. Mijn vader bleek inderdaad een goede keeper, maar slechts op amateurniveau. Achteraf vind ik het interessant om te zien hoe je zoiets als kind hebt beleefd. Want het is wel een blijvende herinnering.”

Als Klaassen terugloopt naar zijn fiets wordt hij vanuit de deuropening nageschreeuwd door een jongetje met een bal onder zijn arm.

“Hé Davy!
Klaassen draait zich om, lacht en zegt: “Hé Joey, hoe is het jongen?”
Joey: “Met mij goed! Ga je scoren zondag?”
Davy: “Ja tuurlijk ga ik scoren. Doe je de groetjes thuis?” Hilversum is een dorp. In ieder geval aan deze kant van het spoor.

De Zebra’s is inmiddels gefuseerd met Bloemenkwartier, speelt aan de andere kant van Hilversum, ergens in de buurt van Loosdrecht en heet tegenwoordig BZC’13 (voluit: Bloemenkwartier Zebra’s Combinatie 2013).

II
De bijzondere vriendschap tussen Davy Klaassen en Kevin van Kippersluis

Tijdens de fietstocht door Hilversum vertelde Davy me al over zijn vriendschap met Kevin van Kippersluis. Over hoe ze samen als D-junioren de stap naar Ajax hadden gemaakt en nog altijd goed bevriend waren, ook al speelde Kevin niet meer bij Ajax.

Nu hebben we, drie jaar later, met Davy Klaassen en Kevin van Kippersluis afgesproken in het centrum van Hilversum. De fiets blijkt vervangen door een glimmende scooter. Als ze grappend langs een winkelend meisje scheren, zeg ik bijna verontschuldigend: voetballers hè.” Ze antwoordt: “Ja, dan krijg je dat.”

Hier kennen ze elke steeg, zeggen ze. Daarom is Davy ook in Hilversum blijven wonen, nadat hij uit het ouderlijk huis vertrok.

Davy zegt ‘Kip’ tegen Kevin. En Kevin noem Davy ‘Dave’.

Davy: “Onze vriendschap is de laatste jaren alleen maar sterker geworden.”

Kevin: “Ik weet hoe Davy zich voelt en andersom is dat precies hetzelfde. We steunen elkaar waar we  kunnen.”
Davy: “Ik hou er van om mee te denken. Heb ik met al m’n vrienden. Het is veel lachen en dollen, maar soms ook met een serieuze ondertoon.”
Kevin: “Daar ben je vrienden voor.”
Davy: “We hebben dezelfde vriendengroep, een man of zes, zeven. Allemaal jongens die elkaar al heel lang kennen. Bijna ons hele leven.”
Kevin: “Davy is dit seizoen aanvoerder van Ajax en ik vecht in de Eerste Divisie voor mijn plekje, bij FC Volendam. Zijn grenzen liggen hoger. Maar van enige jaloezie is bij mij geen sprake. Davy is mijn maat, ik vind het alleen maar mooi voor hem. Alle paden lopen anders, maar onze vriendschap, dat is wel iets wat blijft.”

Davy: “Dan maakt het toch niks uit waar je voetbalt? Sommige mensen denken dat ze me anders moeten benaderen of zo. Kinderen kijken tegen me op, merk ik. Dat is wel raar, want nergens voor nodig. Ik ben nog steeds hetzelfde hoor, ook als speler van Ajax.”

Kevin: “De vriendschap zal blijven. Ik zou niet weten wat daar tussen kan komen.”
Davy: “Tegen mijn vrienden ben ik altijd openhartig. Ik vertel die gasten in principe alles.”
Kevin: “Dat vind ik ook belangrijk in vriendschap. Als ik ergens mee zit, bel ik hem als eerste. Davy kan zich onmiddellijk in mijn situatie verplaatsen.”

III
De familie Klaassen: kippensoep op het vuur en boutjes in de oven

Deze maand ontmoette ik de complete familie Klaassen in Hilversum. Vader Gert-Jan, moeder Kitty, de (twee jaar jongere) tweeling Aron en Naomi en Davy zelf natuurlijk. Zo vaak gebeurde dat niet meer, dat ze allemaal tegelijk thuis zijn, zei Kitty. Gert-Jan Klaassen had een pan kippensoep op het vuur staan en in de oven pruttelden zorgvuldig gemarineerde kippenboutjes langzaam gaar, een specialiteit van het huis, zo verzekerde hij.

Om het levensverhaal van Davy Klaassen te leren kennen gingen we terug naar de eerste ontmoeting tussen vader Gert-Jan en moeder Kitty, allebei geboren en getogen Hilversummers. Waar kwamen ze elkaar voor het eerst tegen?
Kitty: “In de kroeg.”
Gert-Jan: “Het was donker.”
Kitty: “Ja, maar dat gold ook voor mij hè?”
Een daverende lach vult de warme huiskamer.
Vijf jaar later, in 1993, werd Davy geboren.

@MJvdHeuvel

(Voor het complete verhaal met de familie Klaassen zie de laatste editie van Elf/Voetbalmagazine)

Mijn gekozen waardering € -

Sportcolumnist