Sterven als levenskunst op televisie

Allerwegen schalde de loftrompet over Coen Verbraak met zijn interviews met terminale hoog opgeleide patiënten. Terecht, maar Over mijn lijk van Valerio Zeno verdient als jongere en volksere versie wellicht nog meer waardering.

‘Memento mori’. ‘Schrijf op hoe je na je dood herinnerd wilt worden’. ‘Morgen kan het afgelopen zijn’. Wijsheden die regelmatig passeren, maar die we zelden ook als leidraad van het leven nemen. Tot er niets anders op zit.

Met verwondering luisterde ik naar de verhalen van de gesprekspartners van Coen Verbraak in Kijken in de ziel: Op de drempel. Zo veel wijsheid bij elkaar van mensen die geconfronteerd worden met de harde werkelijkheid van het eindige leven.

Zo te horen hadden ze geen cursus mindfullness nodig gehad om levenswijsheid op te doen. Een aantal had reeds eerder kanker gehad, was min of meer genezen verklaard, maar hun ziekte sloeg hard terug. Het is dan wel geen K. meer, want tweederde van de kankers wordt genezen, maar de ziekte kan nog onverbiddelijk zijn.

Valerio en Chelsea

Juist deze Kijken in de ziel bracht me ertoe weer eens te schakelen naar Over mijn lijk van BNN dat ik ooit zag met Patrick Lodiers als fantastische presentator. Maar opvolger Valerio Zeno doet het, zo mogelijk, nog beter. Zo naturel en ongedwongen vragen durven stellen aan jongeren die het einde in zicht hebben, vind ik bewonderenswaardig.

“Ga je echt zo vrolijk door de laatste fase van je leven, of steek je je kop in het zand”, vroeg hij de 22-jarige Chelsea, die aan een vorm van ALS leidt. En ook: ”Loop je er niet te veel voor weg?” Om even later toen hij haar (door hemzelf!) afgeschoren haren opruimde, durfde te grappen: ”Deze stofzuiger heeft volgens mij ook iets van ALS.”

Chelsea’s antwoord, krachtig en prachtig: ‘Ik kan me wel kut gaan voelen omdat ik straks dood ga. Maar dan ben ik al dood.’ Ze was blij met trucs en hulpmiddelen om de dagelijkse gevolgen van haar verlamming te beperken, dus hanteerde geen ‘bucket list’ met nog te volbrengen avonturen.

Dat deed Eveline wel. Haar baarmoederhalskanker met uitzaaiingen (dat woord vond ze haar doodvonnis) leidt tot een laatste serie reizen met vriendinnen en familieleden naar allerlei oorden. Haar verloofde blijft thuis maar stapt nog met Eveline in het huwelijksbootje. Ook zij etaleren enorme kracht en wijsheid. Maar Valerio, even meelevend als scherp: ‘Hoe doe je dat eigenlijk, ieder moment genieten?’ Eveline: ‘Het voelt alsof de handrem eraf is. Al je zintuigen voel je voor 200 procent.’ En ook: ‘Ik word maar 31 jaar maar heb alles uit het leven gehaald. Er zijn mensen die 80 jaar worden en nog niet voor een tiende hebben geleefd van wat ik geleefd heb.’

Hartverscheurend werd het met Ariejanne die kinderen van 12 en 6 jaar moet voorbereiden op een bestaan zonder hun moeder – terwijl vader al uit beeld is. Valerio: ‘Wat spookt er door je hoofd?’ Ariejanne: ”Dat ze in de goot terecht komen’” ’. Ze mocht even loskomen met racen op het circuit van Zandvoort.

Groninger Mathijs is pas 18 jaar en gaat sterven aan botkanker. Niets te zien, gaat gewoon met vrienden een potje poolen maar moet wel vroeg naar huis. Vrienden en broer worden goed ondervraagd door Valerio, maar tonen zich bedroefd op een nogal stoïcijnse (of Groningse?) wijze.

In de ziel

Zo spontaan als Valerio zich beweegt – letterlijk – met zijn jongeren, zo bedachtzaam onderhoudt Coen Verbraak zich aan de tafels thuis bij de de acht verkozen personen die gehoord hebben dat het einde nakende is. Maar daarom niet minder zinnig. Ik vond het de beste Kijken in de ziel-serie tot nu toe, eenvoudigweg omdat de ziel van betrokkenen werkelijk bloot kwam te liggen.

Goed interviewen is denk ik, net als elke goede relatie, dat je meer interesse hebt in de ander dan in jezelf. Verbraak deed dat kundig, maar zijn gesprekspartners zijn – wederom – welbespraakt en hoogopgeleid, wat hem een handje helpt. Over mijn lijk is wat volkser.

Met deze hard getroffen mensen was het oprecht aandacht schenken ook geen enkel probleem; vrijwel alles wat ze zeiden, althans wat werd geselecteerd voor de uitzendingen, was de moeite waard. Ze zijn terug te zien: deel 1 van 4 januari 2016 en deel 2 van 11 januari 2016. In de aankondiging stond: ’Het zijn confronterende interviews’.

Niet voor de gesprekspartners van Verbraak, wellicht voor de kijkers. Want wie vraagt zich af: hoe laat je het leven los? Wat doe je met de laatste maanden? En vooral: wat laat je na? Het achttal dat zich overgeeft aan beantwoording is:

Laura Maaskant (studente, 1994) Bernard Muller (1968, Ondernemer) Claudia van Deudekom (1972, communicatieadviseur) , Hansje Bunschoten (1958, televisiemaker), Albert de Lange (1957, journalist) en René Gude (1957, filosoof), Margo de Jonge (1956, psychiater) en Karin van Ringen (1953, strafrechter).

Diep bedroefde filosoof

Meest opvallend vond ik dat ze op essentiële punten verdriet, woede en teleurstelling zo verschillend ervaren en beleven. Dat er dus geen uniforme wijsheid is. Neem de jaargenoten Albert de Lange en Rene Gude, beide overleden in het voorjaar van 2015.

De eerste was een zeer geliefd journalist van Het Parool. Voor de krant schreef hij afwisselend buitengewoon monter en indringend over zijn naderende einde: aaneengeregen levenslessen op een nuchtere toon. Hij wilde z’n omgeving niet belasten met z’n verdriet. Hij leed dus alleen. (Lullig dat bij het klikken op de link archief Albert de Lange op Parool.nl afgelopen weken een foutmelding gaf.)

Zoals De Lange van het achttal de vrolijkste noot speelt, zo toont René Gude zich de droefste van het stel. Keer op keer zien we hem bijna of helemaal vol schieten.

Uiteraard is hij beroepsmatig sterk. Zo komt hij met de fraaie metafoor van de roeiboot waarin hij moest stappen: met de rug naar de toekomst varen. Maar emotioneel is juist de filosoof het minst bereid om te vertrekken. En beaamt ook volmondig dat het einde voor hem te vroeg komt.

Dat staat tegenover Laura Maaskant. Ze is de jongste van het achttal en bijzonder wijs.. Ze wil ons aansporen het leven te leven, en hoe je dat kunt doen schreef ze op in haar boek. De slotzin van het tweeluik kwam uit haar mond: “Het is zoals het is.”

Op het scherm zijn dit wellicht vijf woorden zonder veel betekenis. Je moet het zien en horen. Dat geldt voor de vraaggesprekken van Verbraak en van Zeno

Van deze serie Kijken in de Ziel heeft Coen Verbraak ook een boek samengesteld, Op de drempel. Dat is ongetwijfeld, zoals beloofd, een inspirerend document over hoe het bestaan betekenis te geven. Ook het prachtige Leef! (gelijk gekocht) van Laura Maaskant wil ons helpen doorgaan.

Liever tv dan non-fictie boeken

Ik vind de tv-uitzendingen van BNNVara en NTR echter indrukwekkender dan de boeken, misschien omdat ik over de dood liever romans lees, die de verbeelding meer tarten Leerzaam waren de interviews. Niet dat we de dood miskennen, integendeel. Vriendinnen die een leuke avond menen te waarderen met het vragen naar een volgende keer, pleeg ik te antwoorden: morgen ben ik dood. Of iets milder: in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.

En ik ben elke morgen zielsgelukkig gezond te mogen opstaan en mee te gaan doen aan het leven. Daarna eist de waan van de dag z’n tol en besef van het mogelijke einde ontbreekt veelal. Goed of niet? Overigens: de acht van Op de drempel en het vijftal van Over mijn lijk hoorden tenminste nog de bel voor de laatste ronde, maar velen gaan vandaag en morgen (veel te jong) zonder waarschuwing. Nog erger, of niet?

Mijn gekozen waardering € -

Peter Olsthoorn schreef boeken over internet, Google en The Power of Facebook,Œ artikelen over ICT, media (internet vooral), inlichtingendiensten en innovatie. Hij spreekt over deze onderwerpen, treedt op als dagvoorzitter en interviewer op het podium. Was journalist in Oost-Europa, correspondent en oprichter van netkwesties.nl.