Kan je eigenlijk ook geen verhaal vertellen? “Oranje wint nipt” of “Oranje wint overtuigend” zijn eigenlijk ook verhalen. Maar niet de verhalen die we bedoelen.
Storytelling moet de lezer meeslepen en overtuigen, er moet een dramatische ontwikkeling zijn, en het liefst ook een persoonlijk perspectief, lezers moeten zich kunnen herkennen. Maar hoe doe je dat en hoe leg je dat uit?
Sinds vrijdag – 6:50 ‘s ochtends – weet ik hoe ik storytelling uit moet leggen.
Ik had nog 5 minuten voordat ik de deur uit moest: kopje thee, beschuitje… kranten bij de hand.
Op pagina 3 van de Volkskrant twee verhalen van Wil Thijssen over identiteitsfraude. Links een feitelijk relaas met getallen, experts, bronnen. Naar schatting 5 minuten. Rechts een verhaal dat minstens drie maal zo lang was. Een interview, maar wel met een spannende kop en twee benieuwd makende pull-quotes.
Ik koos instinctief voor het lange verhaal. Dat wilde ik lezen en toen ik eenmaal begonnen was kon ik niet meer stoppen. Een huiveringwekkend relaas over de gevolgen van identiteitsdiefstal.
Het eerste (linker) verhaal was niet minder goed, maar het was geen story. Het zou zeker niet blijven hangen.
En juist omdat ze zo mooi naast elkaar stonden, kan ik studenten nu uitleggen wat storytelling is.
PS: Ik miste de trein maar vond dat geen probleem…