‘Tot voor kort was het vaste prik: Een of twee keer per week ging ik achter mijn computer zitten om mijn webshop te updaten met spulletjes die ik niet meer droeg.
Niet zo speciaal, zou je zeggen. Honderden mensen hebben een webshop, of verkopen hun oude kleding via bekende veilingsites. Maar bij mij lag het toch net even iets anders. Ik verkocht geen vintage designjurkjes die me niet meer pasten, of schoenen die ik net een maatje te klein had gekocht omdat het het laatste paar was, ik ze nu eenmaal móest hebben. Ik verkocht ondergoed. Gedragen ondergoed, wel te verstaan.
Ik kwam op het idee toen ik het laatste seizoen van Orange is the New Black bekeek. De hoofdpersoon Piper begon daarin vanuit de gevangenis haar eigen, illegale slipjes-imperium, door gedragen ondergoed van zowel haarzelf als haar medegevangen te verkopen. Ik vond het een bizar maar geniaal idee. Tegelijkertijd vroeg ik me af of zoiets echt zou verkopen, dus ik besloot er een Google zoektochtje aan te wagen.
Vrijwel direct bleek dat ik nogal naïef was geweest door mijn vraagtekens te zetten bij de vraag naar gedragen ondergoed: Gedragen slipjes bleken booming business.
In Japan schijnen zelfs machines te zijn waaruit je gedragen slipjes kunt trekken. Ik stond perplex en vroeg me af onder welke steen had ik al die tijd had gelegen.
Toen ik wat later mijn bijbaantje in een café verloor, en ik met mijn auto – oeps – een bochtje iets te ruim nam in de parkeergarage van de supermarkt, zodat ik met duizend euro schade zat, zei een stemmetje in mijn hoofd: ‘Waarom probeer je het niet eens?’ Een snel rekensommetje leerde me dat als ik elke dag een slipje verkocht voor vijfentwintig euro, ik per maand een slordige zevenhonderdvijftig euro zou kunnen bijverdienen. En dat met iets dat ik normaal toch al deed: Ondergoed dragen.
Het leek te mooi om waar te zijn, en echt veel vertrouwen had ik er niet in. Maar wat had ik te verliezen? Ik zag het als een lollig experiment. Ik had geen idee dat het vanaf de eerste dag storm zou lopen.
Van mijn laatste salaris sloeg ik flink in bij een bekende ondergoedketen. Ik had geluk, want het was uitverkoop. Eenmaal thuis spreidde ik de buit uit op mijn bed. Een dozijn krakend verse slipjes in snoeperige kleurtjes, met lintjes, strikjes en ook een paar sportievere boxershorts – Ik wilde voor elk wat wils kunnen bieden – lagen klaar om in gebruik genomen te worden.
Gedurende de daarop volgende weken maakte ik elke avond een webcamfoto van mijn billen verpakt in het slipje van die dag. Vervolgens sealde ik het slipje in een vacuüm getrokken plastic zakje. De geur moest tenslotte goed bewaard blijven, nietwaar. Toen ik mijn collectie compleet was, maakte ik een gratis webwinkel aan waar ik mijn koopwaar op ten toon stelde. Nu hoefde ik alleen nog maar af te wachten tot het geld zou binnenrollen, dacht ik.
Hoewel ik zelf dierengeneeskunde studeer, kijk ik absoluut niet neer op mensen die hun geld verdienen in de sexindustrie. Ik vind het juist heel goed dat die mensen er zijn. En laten we eerlijk zijn: hoewel het verkopen van gebruikte slipjes redelijk onschuldig is, is er een onmiskenbare link met sex. Omdat helaas niet iedereen zo ruimdenkend is als ik leek het me verstandig – met het oog op mijn toekomstige carrière en sociale netwerk – om gebruik te maken van mijn frivole alter ego ‘Suzy’ die ik speciaal voor dit doel had bedacht.
Wanneer ‘Suzy’ niet bezig was om haar slipjes af te dragen tijdens wilde nachten die ze salsa-dansend doorbracht, of tijdens haar dagelijkse bikram yoga workouts – dan zweet je zo lekker – werkte ze als sportmasseuse in een sauna. Dat leek me nu echt een beroep dat veel mannen zou aanspreken. ‘Daar zit ze dan’ zei ik in mijn beste Jambers – imitatie tegen mezelf: ‘De keurige studente die zich ‘s avonds ontpopt als keiharde handelaar in lichaamssappen.’ Gniffelend zat ik achter de computer. Ik moest toegeven: Ik begon er zowaar lol in te krijgen.
Waar ik geen rekening mee had gehouden, was de enorme stroom e-mails die ik via mijn gastenboek binnenkreeg. En niet alleen van mannen, er was zelfs een meisje dat een slipje van me wilde kopen. Ze was lesbisch, schreef ze me, en hoewel haar omgeving daarvan op de hoogte was, had ze nog nooit een vriendin gehad. Ze vertelde me dat ze mijn gebruikte slipjes in een la zou bewaren, om er heel af en toe aan te kunnen ruiken. Best schattig, toch?
Niet alle mails waren leuk. Er was een man die heel vervelend was. Hij eiste dat ik een foto van mijn gezicht en volledige lichaam zou opsturen, waarin ik een stuk papier vasthield waarom ik mijn naam en de datum had opgeschreven, voordat hij een slipje van me zou kopen. Toen ik zei dat ik dat niet zou doen, werd hij kwaad en zei dat ik alleen maar weigerde omdat ik in werkelijkheid ‘een lelijke, harige vent met overgewicht’ zou zijn. Achteraf kon ik er wel om lachen, nadat ik hem geblockt had tenminste.
Een andere jongen mailde me dat het zijn ultieme droom was om een slipje van Bobbi Eden te bemachtigen. Maar totdat dat lukte, nam hij genoegen met mij. Ik moest me dus blijkbaar vereerd voelen, haha! Soms waren de mails ook heel zakelijk, beginnend met: ‘Beste mevrouw’ en eindigend met ‘Hoogachtend.’ Ook heb ik wel eens ondergoed naar een bedrijfsadres moeten sturen. Ik denk dat diegene bang was dat zijn vrouw achter zijn ‘hobby’ zou komen. En ik kreeg best veel verzoeken voor grote maten. Dan droeg ik gewoon een nachtje een te grote string. Overdag was dat lastig, want dan zakte zo’n grote onderbroek steeds af.
Ik merkte dat hoe meer ik reageerde op mails, hoe meer ik verkocht. Ik kreeg zelfs vaste klanten. Blijkbaar hadden de meeste mannen toch behoefte aan meer dan alleen een gebruikt slipje. Ze zochten iemand tegen wie ze konden praten, aan wie ze hun fantasieën konden vertellen.
Als je me vraagt wat voor soort mensen gebruikte slipjes willen kopen, zou ik je geen eenduidig antwoord kunnen geven. Ik heb slipjes verkocht aan advocaten, studenten, politiemannen en supermarktmedewerkers. Het kwam er vaak op neer dat ze een fantasie wilden uitleven, of in een onbevredigende relatie zaten maar niet wilden vreemdgaan. Een slipje kopen van een vreemde via internet is dan een opwindend alternatief. Het is spannend en veilig tegelijk.
Ik merkte al snel dat de meeste mannen niet echt warm liepen voor slipjes die ik maar een keer had gedragen, maar juist interesse hadden in de wat meer verwassen exemplaren. Ook wat betreft materiaalkeuze leerde ik snel bij. Zo heeft katoen een te absorberende werking, waardoor de geur niet goed blijft hangen. En ja, daar gaat het nu juist om. Synthetisch materiaal als satijn en polyester ademt niet, en scoort dus een stuk hoger op de ‘aroma meter’. En ik leerde ook dat er drie verschillende ‘geur’ zones zijn in een onderbroek, elk met zijn eigen liefhebbers. Je ziet: Het lijkt zo simpel, maar er zit een hele wetenschap achter!
Toch ben ik onlangs gestopt met mijn handeltje. Niet omdat de verdiensten tegen vielen, helemaal niet zelfs, maar omdat ik verliefd werd. Hoewel Daan echt niet preuts is, denk ik toch niet dat hij mijn nevenactiviteiten echt zou kunnen waarderen. Daarbij voelde het toch niet goed, om erotisch getinte mails naar andere mannen te sturen. Ook al was het technisch gesproken niet ik die dat deed, maar ‘Suzy’. Tja, ik ben nu eenmaal een watje als ik verliefd ben. Toch heb ik geen spijt van deze ervaring. Ik vind het zelfs wel een goed verhaal. Later zal ik het allemaal wel een keer aan Daan vertellen. Ik hoop dat hij er dan net zo hard om kan lachen als ik.”