Ik ben een slet (maar dat geeft niet, want ik ben een man)
Het is zondagochtend en Doutzen rijdt mij naar het station. Ik heb in haar logeerkamer geslapen en moet nu terug naar Rotterdam. Zij rijdt straks zelf door naar de kerk. In de auto zie ik haar plotseling wat bezorgd opzij kijken. ‘Oh nee, die ken ik’.