Het is geen coup, benadrukt opperbevelhebber Prayuth tijdens de door het leger gevorderde zendtijd op de nationale televisie: ‘Ga gewoon door met uw leven. Geen paniek!’ Maar in feite heeft het Thaise leger de macht gegrepen met de afkondiging van de Krijgswet voor het hele land. Dat gebeurde zonder overleg, laat staan toestemming van het kabinet.
De militairen bepalen vanaf nu niet alleen wat tv-stations uitzenden en krantenredacties schrijven, maar hebben ook de macht overgenomen bij belangrijke overheidsinstanties. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken bijvoorbeeld. De Nationale Veiligheidsraad. De politie.
Het leger kan burgers zonder opgave van redenen zeven dagen opsluiten. Bijeenkomsten kunnen worden verboden, delen van steden worden afgezet en auto’s in beslag genomen. Een legerwoordvoerder voegt daaraan onheilspellend toe dat er bij mogelijke vernieling van eigendommen geen financiële compensatie is.
Demonstranten stellen finale slag uit
De anti-regeringsdemonstraten die al een half jaar in heel Bangkok actie voeren, hebben op grond van de krijgswet hun voor eind deze maand aangekondigde ‘finale slag’ uitgesteld.
De roodhemden, die de regering steunen, kondigen aan desondanks hun bivak in de stad niet op te geven. Ze komen in actie mocht het kabinet alsnog worden afgezet, laat hun leider weten.
Generaal moet kleur bekennen
Generaal Prayuth laat in zijn toespraak voor het volk weten dat het leger ingrijpt in het belang van alle Thai, wat hun politieke voorkeur ook is. Toch zal hij zelf snel kleur moeten bekennen, als hij een volgende stap aankondigt.
Hij heeft twee mogelijkheden.
1: Als de orde is hersteld, roept het leger nieuwe verkiezingen uit. De huidige anti-regeringsbetogers en de oppositie zijn daar fel op tegen. Ze achten de kans groot dat opnieuw ‘de populistische en corrupte’ partij van biljonair Thaksin wint dankzij de steun van ‘anti monarchistische’ krachten in Chiang Mai en ‘domme boeren’ in het noorden. Ze eisen eerst een niet gekozen volksraad, die politieke hervormingen doorvoert.
2: Op weg naar het herstellen van de orde ontneemt het leger het zittende kabinet z’n bevoegdheden – een voor een of van de ene op de andere dag. De roodhemden accepteren dit niet en kondigen dan een burgeroorlog aan. Ze zijn ook voor politieke hervormingen en met name tegen aanpak van corruptie, maar dan wel via een democratisch gekozen regering.
Bloedvergieten slecht voor karma
De vraag is of opperbevelhebber Prayuth het tot een confrontatie op straat laat aan komen. Eind dit jaar gaat hij met pensioen. Daarom heeft hij geen zin in geweld. Dat weet iedereen in Thailand. Verantwoordelijk zijn voor bloedvergieten is slecht voor je karma – en zie dat in de laatste fase van je leven nog maar goed te maken.
De afgelopen zes onrustige maanden deed de generaal via de radio steeds opnieuw een hartstochtelijke beroep op de strijdende politieke partijen en gelieerde protestgroepen: Ga alsjeblieft met elkaar in gesprek. Blijf kalm!
Maar de druk op ingrijpen nam toe. Zeker toen een gerespecteerde groep van oud-staatslieden en dito militairen hem publiekelijk vroeg op te treden. Het leger heeft sinds de komst van de constitutionele parlementaire democratie in 1932 al 18 keer ingegrepen. Waarom nu niet?
Grimmigheid neemt snel toe
Al een jaar lang is het Land van de Glimlach op een grimmige manier in het nieuws.
Politici achtervolgen elkaar met moties van wantrouwen en juridische procedures. Verkiezingen zijn ongeldig verklaard en nieuwe geboycot en uitgesteld. De premier en negen ministers moesten opstappen, een vleugellam demissionair kabinet achterlatend. Het parlement is uitgerangeerd; de senaat valt ruziënd uiteen. De koning is oud.
Rood-wit-blauw als oorlogskleuren
Anti-regeringsbetogers – die zich vroeger als geelhemden manifesteerden en nu het rood-wit-blauw van de Thaise vlag als oorlogskleuren gebruiken – blokkeren in Bangkok al maanden kruispunten en overheidsgebouwen. Ze maken via acties verkiezingen onmogelijk, omdat zonder voorafgaande ‘politieke hervormingen’ de regeringspartij Pheu Thai weer zal winnen.
De tegenpartij – de roodhemden die de regering steunen – dreigen met een veldslag ‘om de democratie te verdedigen’. Zij beschuldigen de Thaise elite in Bangkok ervan de macht niet te gunnen aan de kiezers in het verre noorden en noordoosten van het land.
Een compromis is onmogelijk, leerde de oppositieleider toen hij dat voorstelde en zelfs door z’n achterban werd weggehoond.
Thai worden steeds venijniger
De politieke tegenstellingen snijden diep in de samenleving. Thaise kennissen praten steeds venijniger over ‘die anderen’. Op Facebook worden dagelijks vriendschappen opgezegd. Collega’s spreken niet meer met elkaar.
De taxichauffeur, afkomst uit het regeringsgezinde noordoosten, vertelt boos kijkend geen betogers meer in zijn auto te willen. En journalisten verdacht van sympathie voor de verkeerde partij, worden openlijk bedreigd.
Thai hebben niet geleerd om het oneens te zijn
‘Thai denken in goed en slecht’, verklaarde psychiater Kavi al eerder. ‘Ze hebben niet geleerd het gewoon over iets oneens te zijn.’
‘Thuis, op school en op het werk wordt niet gediscussieerd. Als er al een verschil van mening lijkt te ontstaan, dan leg je je bij voorbaat neer bij het standpunt van de machtigste in het gezelschap. Je ouders, je leraar of je baas. Op die manier leer je de standpunten van een ander niet begrijpen. In tegendeel. Het onbegrip neemt alleen maar toe. Daarom: Hoe langer de acties duren, hoe groter de haat.’
‘Politici en betoger moeten zich ontspannen’, aldus de psychiater. ‘Zo niet, dan is hun beroemde glimlach weg en slaat de stress om in paniek en agressie. Dan moet je je bergen, leert de Thaise geschiedenis.’
Trotse Thai schamen zich voor de chaos
Hoe groot haat en in elk geval onbegrip over en weer ook zijn, de meeste Thai zijn het er na zes maanden wel over eens dat de ellende eindelijk moet stoppen.
Ze zijn het zat, aan welke kant ze ook staan. Toerisme en economie zakken in. Klanten blijven weg. Banen verdwijnen.
En erger nog: Trots als ze zijn, schamen zich voor de chaos. Vooral ten opzichte van omliggende landen als Laos en Cambodja, waar ze zich vaak zo laatdunkend over uit laten.
Pijn deed het toen uitgerekend de premier van directe buur Myanmar – tot voor kort nog het door generaals bestuurde Birma – alle partijen in Thailand opriep om tot een vreedzame en democratische oplossing te komen. Een tv-presentator was er even stil van.
Een coup om de democratie te redden?
De Thai schamen zich zo voor hun buren in Zuidoost Azië, dat ze afkeurende internationale reacties op een militaire coup voor lief nemen.
De Verenigde Staten lieten recent nog weten het zich niet te kunnen voorstellen dat de oudste bondgenoot in Azië zou afglijden naar een militaire dictatuur. Belangrijke handelspartners als Japan, China, Australië en ook Europa lieten zich eerder op een zelfde wijze uit.
‘Ik weet dat westerse regeringen een coup ondemocratisch vinden’, zegt een lokale journalist. ‘Maar misschien is er hier eentje nodig om de democratie nieuw leven in te blazen. En dan komen de buitenlandse investeringen van zelf weer.’
Soldaten volgen niet meer blindelings bevelen
Maar sindsdien zijn de tijden veranderd, zeggen politieke waarnemers. Niet formeel, maar wel feitelijk is het Thaise leger gedemocratiseerd. De militaire top behoorde van oudsher bij de elite en werden blindelings gevolgd door z’n manschappen. Dat ligt nu anders.
Nu bestaan die manschappen voor bijna de helft uit jongens uit het arme noordoosten. Die hebben geen 500 euro om onder de dienstplicht uit te komen, maar tegenwoordig wel voor een goedkope smartphone waarmee ze het nieuws volgen.
‘Die jongens zullen niet zo gemakkelijk op roodhemden schieten die hun democratie verdedigen’, aldus een Thai die voor een buitenlandse ambassade de ontwikkelingen analyseert. ‘De militaire top moet hen duidelijk maken dat het ook in het belang van hun families is, dat het leger in actie komt.’
Een coup is slechte reclame
‘Een militaire coup is in eerste instantie natuurlijk slechte reclame op toeristisch gebied’, zegt een touroperator in Bangkok. ‘Maar veel hebben we niet meer te verliezen. Toeristen denken door alle negatieve nieuwsberichten dat in het hele land al een burgeroorlog woedt.’
‘Het toerisme is al met dertig procent ingestort. Direct na een coup valt het natuurlijk helemaal dood. Maar tegelijkertijd brengt dat wel de rust die we nodig hebben om weer toeristen te werven.’
De onrust van nu – hoewel volgens veel Nederlandse en Belgische expats, zo blijkt op social media, niet gevaarlijk voor toeristen – wordt in het buitenland toch geassocieerd met beelden uit 2010 van een geblokkeerd vliegveld en een schietpartij waarbij negentig doden vielen. ‘Maar zover laat niemand het in Thailand meer komen. Daar hebben we met z’n allen van geleerd.’
Moet je Bangkok mijden?
Westerse ambassades, die van Nederland voorop, hebben de reiswaarschuwingen voor Thailand aangescherpt. Mijdt Bangkok, is het dringende advies.
De ambassade gaat daarmee verder dan twee maanden geleden, toen anti-regeringsdemonstranten grote blokkades hadden opgeworpen op plaatsen waar ook veel toeristen komen – bij stations van de skytrain en grote shoppingmalls. Toen was de waarschuwing alleen die demonstraties te ontlopen.
Het afgelopen half jaar heeft de boosheid zich geen enkel moment gericht op buitenlanders. De sfeer was vaak zo ontspannen, dat toeristen zich met plezier mengden met glimlachende betogers. Dat was niet verstandig: Vooral ’s nachts, maar soms ook overdag, werd op demonstraties geschoten. In totaal vielen 28 doden.
Thailand steeds goedkoper
De Thaise hotelindustrie is deze week bijeen in Bangkok om te bezien hoe toeristen terug te winnen. Nu al bieden hotels hoge kortingen en de verwachting is dat die nog hoger worden.
Daarbij komt dat de Thaise Baht, de nationale munt, fors in waarde daalt. Thailand wordt zo voor toeristen een erg goedkoop land. ‘In Bangkok krijg je daar de te bezichtigen tanks gratis bij’, aldus de touroperator. ‘Bij de vorige coup waren die een toeristische attractie.’
(Dit artikel op wordt zo nodig geactualiseerd; zie voor het laatste nieuws http://www.facebook.com/typischthailand)