In een vorig leven was ik limochauffeur. Van 2006 tot 2015 stuurde in menig gestretchte Lincoln Towncar of Mercury Grand Marquis door Chicago of één van z’n ruim 200 suburbs. 400 mijl per dag, 2000 per week, 100.000 per jaar. Een kleine rekensom leert dat ik in krap een decennium zo’n miljoen mijl – ofwel anderhalf miljoen Amerikaanse kilometers – heb gereden.
Limochauffeur klinkt overigens glamoreuzer dan het is. Natuurlijk zat er wel eens een sporadische celeb tussen, of een bruiloft, een prom of een vrijgezellenfeest, maar over het algemeen was je toch vooral een sjieke taxichauffeur.
Daarbij hield de betaling niet over. Ik kreeg een percentage van de rit plus een fooi (15 procent okay, 20 procent prima, alles daarboven uitstekend), maar om thuis te komen met een respectabel loonstrookje moest je lange dagen maken: opstaan om 3:00 uur ’s ochtends, je eerste pick-up op 5:00 uur, en als je geluk had kwam je om een uur of acht of negen volledig uitgewoond weer thuis. Zeventig uur per week achter het stuur haalde ik met speels gemak.
Op woensdag 22 februari 2012 had ik eens mazzel. Ik was die dag namelijk ‘ns een keertje – althans voor limobegrippen – vroeg klaar. Al rond 19:00 uur kon ik m’n zwarte car #25 onze oprit aan de Amarillo Drive in Carpentersville, IL opsturen, waardoor ik met m’n laptopje op schoot lekker naar de Chicago Bulls tegen de Milwaukee Bucks kon kijken.
Rond een uur of acht hoorde ik – met terugwerkende kracht – een doffe knal, maar daar schonk ik verder geen aandacht aan. De Bulls, met Rose, Deng, Noah, Boozer en Brewer, waren lekker op dreef en hadden in het eerste kwart een voorsprong van 30-23 genomen. Bovendien werd er het hele jaar door wel ‘ns een overgebleven stuk vuurwerk aangestoken in de buurt, terwijl er, toegegeven, vaker en dichterbij dan ons lief was, ook wel eens wat verdwaalde pistoolschoten vielen te horen. Maar niks om je bovenmatig druk over te maken.
Weer een uur later – het zal een uur of negen geweest zijn, want de Bulls hadden intussen een voorsprong van een punt of twintig genomen – kwam m’n schoonzus Yvette thuis.
De achterruit van m’n limo ligt er volledig uit. Ingegooid met een knoeperd van een steen
‘Wat is er met je limo gebeurd?’, vroeg ze bij binnenkomst.
‘Met m’n limo? Huh? Niks. Hoezo?’, vroeg ik.
‘De hele achterruit ligt eruit.’
‘Wat?!’ Vol ongeloof stoof ik naar buiten. En inderdaad: de achterruit lag er volledig uit. Ingegooid met een knoeperd van een steen, die nog als stille getuige op de hoedenplank lag. De binnenkant van m’n stretch lag bezaaid met glassplinters. What the actual fuck, gromde ik een paar keer. Dát was natuurlijk die doffe knal van een uur geleden geweest, realiseerde ik me. Was ik nou maar even poolshoogte gaan nemen, dacht ik. Want de dader was nu natuurlijk in geen velden of wegen meer te bekennen. En in welke hoek moesten we die dader trouwens zoeken? We hielden het vooralsnog, samen met de inmiddels gearriveerde politie, op een staaltje van (waarschijnlijk) jeugdig vandalisme.
•
Het is een week later, schrikkeldag 29 februari, als ik met een vervangende limo in Crystal Lake op weg ben naar 8606 Lakeview Drive, met m’n laatste vrachtje van die dag. Mevrouw komt terug van een zakentripje aan de westkust, en heeft helemaal achterin car #80 moeite om haar ogen open te houden. Ik rij north bound op Huntley Road en ben nog maar luttele minuten van m’n bestemming verwijderd als de telefoon gaat. Het is m’n (inmiddels ex-)vrouw Yvonne, zie ik op de display.
‘Er is geschoten, wij zijn beschoten!’, hoor ik haar schreeuwen van paniek..
‘Huh, wat?! Door wie? Wat is er aan de hand?’, vraag ik, terwijl ik m’n aandacht bij de weg probeer te houden.
‘Geen idee! We liggen onder de tafel! Alles is donker!’ Op de achtergrond hoor ik onverminderd panisch geschreeuw.
‘Is iedereen okay!?’, wil ik weten. M’n passagier schrikt wakker. Ikzelf ben intussen ook al lang niet meer de rust zelve.
‘Ik denk het wel…’, prevelt Yvonne.
‘Ik kom er zo snel mogelijk aan!’, zeg ik, en hang op. Ik drop m’n passagier op 8606 Lakeview, en zoef richting huis. Eenmaal daar, een klein half uurtje later, is de ergste paniek verdwenen, al zit de schrik er nog altijd goed in. Er staan zeker vier politieauto’s voor de deur, die allen hun blauwrode zwaailichten de vrije loop laten.
Als alle kruitdampen zijn opgetrokken, blijkt dat er (gelukkig) niet is geschoten, maar dat er een steen door het keukenraam is gegooid, precies op de plek waar Yvonne altijd met haar laptop pleegt te zitten. De schrik is er echter niet minder om en gelukkig maar: iedereen is ongedeerd gebleven.
Maar wat nou de reden van deze (tweede) aanslag is? ‘Een waarschuwing’, volgens de politie. Een waarschuwing als in een boodschap. ‘Er is iemand die wil dat jullie stoppen met stennis schoppen.’
Stennis schoppen? Welke stennis? Daarvoor moeten we even terug naar een klein half jaartje eerder.
•
In de nacht van 1 op 2 oktober 2011 gaat bij ons de telefoon. Iedereen slaapt al, en we nemen niet op. Bij het afluisteren van het antwoordapparaat, de volgende ochtend, lijken we iets te horen wat met enige fantasie kan doorgaan voor een kort gilletje. We besteden er verder geen aandacht aan.
Even om de locatie te schetsen: ons huis, aan de Amarillo Drive in Carpentersville, Illinois, staat praktisch op het terrein van Perry Elementary school. Daar weer naast staat Dundee Crown high school. En dáár weer achter bevindt zich Foxview. Public housing of Affordable housing, heet het officieel, maar in de volksmond staat Foxview bekend als de projects van Carpentersville. Een achterbuurt, zouden we in Nederland zeggen. En in Amerika zijn vele achterbuurten niet pluis. Daar kun je beter wegblijven. Dat geldt ook voor Foxview. Niet heengaan, als je er niks te zoeken hebt.
Er wonen enkele familieleden van ons in Foxview. Aunt Isabella Trejo, een jongere zus van m’n (toenmalige) schoonmoeder Elida, woont er bijvoorbeeld. Elida, die bij ons inwoont, heeft die maandag met haar zus afgesproken om samen naar een crematie te gaan. Isabella komt echter niet opdagen. Als Elida die avond met een andere zus poolshoogte gaat nemen, omdat er niet wordt opengedaan, wordt hun ergste vrees bewaarheid. Aunt Isabella (57) ligt op bed in een plas met bloed. Een mes steekt nog in haar hals. Dood. Vermoord. Gewurgd en neergestoken.
Achteraf blijkt dat het korte gilletje dat op ons antwoordapparaat te horen was wel eens de doodskreet van aunt Isabella kan zijn geweest.
De moord is een dag later een klein berichtje in de krant. Woman found stabbed to death in Carpentersville, kopt de Daily Herald. Police didn’t release any further details citing the ongoing investigation, aldus de krant.
Het misdrijf lijkt in eerste instantie gang-gerelateerd. Het is weliswaar niet zo erg als het ooit geweest is in Carpentersville, maar in onze suburb huisden door de jaren heen de Latin Kings, Imperial Gangsters, Gangster Disciples, Four Corner Hustlers, Maniac Latin Disciples, Spanish Cobras en Latin Angels. En Foxview was en is nu eenmaal het epicentrum van die bende-activiteit, drugshandel en regelmatige schietpartijen. Bovendien had aunt Isabelle niet veel eerder getuigd tegen een gang leader, die werd verdacht van mishandeling van de baby van één van haar dochters. Zou de moord een simpele wraakexercitie kunnen zijn geweest?
De radiostilte van zowel de kant van de politie als de media is opvallend. Dat is toch niet vanwege de Mexicaanse roots van Isabella?
In het politieonderzoek lijkt in de weken en maanden die volgen niet veel schot te zitten. Er worden weliswaar twee potentiële verdachten gearresteerd, maar die worden al spoedig weer vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. De aanhoudingen lijken niet meer dan simpele zoethoudertjes. Zo van: kijk ons eens hard met deze zaak bezig zijn.
Het gebrek aan daadkracht bij de politie irriteert en verbaast de familie. Ook in de media is het opvallend stil. In de maanden na de moord wordt er in geen van de lokale kranten, van de Chicago Tribune en Chicago Sun-Times tot aan de Daily Herald en Northwest Herald, met geen letter meer over gerept. Afgezien van het ene nieuwsberichtje onmiddellijk na de moord, besteden de kranten noch de televisie ook maar een woord aan de moord op Isabella Trejo. Dat is toch niet omdat ze Mexicaanse roots heeft en in de projects van godbetert Carpentersville woonde? De moord op een 14-jarig (blank) meisje uit het naburige Barrington kreeg bijvoorbeeld wekenlang media-aandacht, net als de dood van een (blanke) vrouwelijke agente. Waarom zij wel en aunt Isabelle niet?
Als de politie en de media het niet doen, dan doen we het zelf wel, denkt de Trejo-familie. En dus wordt er geflyerd als een malle. In Carpentersville, in Elgin, in East en West Dundee worden zelfgemaakte flyers met de beeltenis van Isabelle en informatie over haar uitgedeeld. Alles om het onderzoek naar de moord op de been te houden.
We ask that the search for Isabella’s killer continues. We ask that ‘all resources be utilized’ to catch the killer. Do not let this killer continue to walk free, staat er op de flyer te lezen, compleet met het telefoonnummer van de anonieme tiplijn. Ook wordt nog even fijntjes een sneer uitgedeeld aan de Carpentersville PD. Are they up to the task? Zijn zij op hun taak berekend?
De politie van Carpentersville haalt er de schouders over op, maar kennelijk is/zijn de moordernaar(s) niet zo blij met al dat geflyer. Eerst een steen door de achterruit van mijn limo, en vervolgens door het keukenraam van ons huis, moet de boodschap duidelijk maken: stoppen met die onzin. Dat is tenminste wat de politie denkt: ‘Er is iemand die wil dat jullie stoppen met aandacht vragen voor de zaak.’
•
Weken gaan voorbij. Ontwikkelingen of ook maar de geringste aanknopingspunten lijken er niet meer te zijn. Weken worden maanden. Áls er nog een rechercheur met de zaak bezig was, dan zal die er nu al lang vanaf zijn gehaald. De Moord op Isabella Trejo lijkt, zoals zovele moorden (en vermissingen), te belanden in het laatje onopgeloste zaken. Een cold case die zoals vele andere in een doos in de kelder van het archief belandt. Er rest ons als familie niets anders dan de moord een plekje te geven en de herinnering aan Isabelle Trejo eens per jaar levend te houden.
Maar dan wordt het 3 november 2018. Dik zeven jaar na de moord, en na bijna zes jaar radiostilte, komt de officier van justitie van Kane County ineens met een persbericht.
Carpentersville man charged in 2011 murder of his friend, luidt de kop. En de onderkop: Authorities say Dennis Kuzara stabbed 57 year old Isabella Trejo to death.
Het dna van Kuzara zat op het ventilatorsnoer waarmee Isabella is gewurgd
‘Kuzara, 73 jaar oud inmiddels, wordt verdacht van moord met voorbedachten rade’, zegt de district attorney in z’n persbericht. ‘Als hij schuldig wordt bevonden, wacht hem 20 tot 60 jaar gevangenisstraf.’ Kuzara’s bail wordt gezet op twee miljoen dollar, wat in Illinois betekent dat je 10 procent (dus in dit geval twee ton) moet betalen om je rechtszaak in betrekkelijke vrijheid af te kunnen wachten.
De pers pakt dit nieuws (nu wel) gretig op. Fan cord, knife used in 2011 Carpentersville Murder. Fox32 Chicago, de Chicago Tribune, de Chicago Sun-Times, de Daily Herald – allemaal maken ze gewag van de opzienbarende arrestatie ruim zeven jaar na dato. De nieuwsberichten reppen over nieuw dna-materiaal dat zou zijn opgedoken. Of beter gezegd: het zeven jaar geleden gevonden dna-materiaal was onvoldoende voor de technieken waar men in 2011 nog over beschikte. In de loop der jaren schijnt de kennis echter dermate te zijn geëvolueerd, dat het summiere dna-spoor linea recta leidt naar Dennis Kuzara. Het dna-materiaal zou op een ventilatorsnoer hebben gezeten waarmee aunt Isabelle was gewurgd.
Of wij deze Dennis Kuzara ook kenden? Nou en of. Kuzara woonde in hetzelfde appartementencomplex als Isabella. De twee waren vrienden. Platonische vrienden, voor zover wij wisten. Kuzara wilde wellicht wat meer, maar daar moest Isabelle niets van hebben. Misschien moeten we daar ook wel de oorzaak zoeken van haar gewelddadige einde.
Ook Michael Kilbourne, chef van politie in Carpentersville, kon geen commentaar geven op de aard van de relatie tussen Kuzara en Isabella. Ook wilde hij niks zeggen over het nieuw gevonden bewijs. Wel beweerde hij dat het onderzoek altijd door is blijven gaan, vooral omdat de verschillende dna-technologiën steeds maar beter werden. ‘We zijn vastberaden gebleven om deze zaak op te lossen’, aldus Kilbourne. ‘We hopen dat dit de familie Trejo wat rust zal brengen.’
En dat deed het, of tenminste: de blijdschap, frustratie, boosheid, haat richting Kuzara, opluchting, ongeloof en euforie wisselden elkaar, ook op de verschillende social media-platformen, in rap tempo af.
‘Finally!’
‘Fry the bastard!’
En ‘I hope this evil man will never see the light of day again…’
Ik zat ten tijde van de arrestatie van Kuzara inmiddels al weer een aantal jaren in Nederland, maar ik voelde het ongeloof en de euforie zeker mee. En vooral ook de verbazing: wie had nou verwacht dat die ouwe Dennis Kuzara hier achter zou kunnen zitten? De bedaarde man, waar maar zelden een woord uitkwam, en al helemaal geen kwaad woord. Ik in ieder geval niet.
Maar, om de feestvreugde maar meteen een beetje te temperen: de kogel was natuurlijk nog niet helemaal door de kerk. Een serieuze verdachte hebben is één ding, met behoorlijk stevig dna-bewijs achter de hand weliswaar, maar een daadwerkelijke veroordeling, met een tot de verbeelding sprekende gevangenisstraf als toetje, is natuurlijk vers twee.
Er is iets misgegaan met het dna in het laboratorium. Het is onbruikbaar nu, krijgen we te horen
Nou, dat bleek. De rechtsgang bleek een gebed zonder einde. De trial van de State of Illinois vs. Dennis Kuzara werd onnoemlijke keren uitgesteld, zo zag ik op de portal van het Kane County court, vanwaar ik de rechtszaak zo goed en zo kwaad als mogelijk probeerde te volgen. 20 december 2018, 13 februari 2019, 15 maart 2019, 1 mei 2019, 26 juni 2019, 31 juli 2019, 27 september 2019, 1 november 2019, 30 januari 2020, 14 februari 2020, 22 mei 2020, 14 augustus 2020… Telkens werd de zaak opnieuw verdaagd. Reden onbekend, al vermoedden we dat het deels met corona te maken had.
Maar op 8 december 2020 zou het dan eindelijk gaan gebeuren: de moordzaak tegen Dennis Kuzara, de moordenaar van onze tante. Ik was er graag bij geweest, al had ik dat vanwege corona al veel eerder uit m’n hoofd gezet.
Achteraf was het ook maar goed dat ik geen ticket had geboekt, want een kleine week voor die 8ste december kwam er een alles verpletterend telefoontje van de officier van justitie. De boodschap: er was iets misgegaan met het dna-bewijs in het laboratorium. Bottom line: het dna was niet meer bruikbaar (ergo: er was nu geen bewijs meer over), en Dennis Kuzara zou, tenzij hij de moord alsnog zou bekennen, na twee jaar voorarrest, alsnog vrijuit gaan. Helaas pindakaas en sorry.
Op 8 december 2020 werden ook de media geïnformeerd. Charges dropped in 2011 Carpentersville murder case, kopte de Daily Herald. Kane County prosecutors have dropped murder charges against a Carpentersville man accused of murdering his neighbor in 2011. Assistant state’s attorney Bill Engerman announced the dismissal of the charges against Dennis Kuzara in court Tuesday afternoon. Engerman did not say why the decision was made.
En zo blijft de moord op aunt Isabella Trejo formeel onopgelost. Al weten wij, de (ex-)familie, wel beter.
Geert Jan Darwinkel” Geert Jan Darwinkel”