Tijs van den Brink: ‘En nou moeten we kappen’

Tijs van den Brink presenteert televisieprogramma's die weinig impact hebben - vindt hij zelf. Daarom wil hij ooit de politiek in. 'Het is niet zo chique van me om dat nu te vertellen'

Tegen het einde van het interview kijkt Tijs van den Brink een beetje benauwd. Omdat hij aanhoudend vragen krijgt over het onderscheidende karakter van zijn EO-programma's, noemt hij als voorbeeld dat zijn gasten zich zo welkom voelen bij de Evangelische Omroep. Maar daar heeft hij direct spijt van. Alsof hij aan het opscheppen is. Het zegt misschien iets over Van den Brink. Hij benadrukt dat hij gewoon zijn werk goed wil doen. En laat vallen dat onzekerheid over zichzelf “altijd latent aanwezig is”. En hij heeft niet de behoefte om – op radio of tv of daarbuiten – over van alles zijn eigen mening of emoties te delen. Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg, lijkt het motto.

Van den Brink groeide op in Nijkerk, in een gezin van zes kinderen. “Ik ging naar een protestants-christelijke lagere school en een reformatorische middelbare school. En op zondag twee keer naar een gereformeerde bondsgemeente. Mijn vader werd predikant toen ik al op kamers in Amersfoort woonde.” Nu gaat Tijs – getrouwd met Vincenza La Porta (coördinator Jongeren bij de Evangelische Alliantie) en vader van drie kinderen tussen de 7 en 14 jaar – naar een samenwerkingsgemeente van christelijk-gereformeerden, Nederlands-gereformeerden en PKN'ers in Amersfoort.

In die stad studeerde hij begin jaren negentig aan de Evangelische School voor Journalistiek (ESJ). Liever wilde hij naar de sportacademie en toen hij niet werd toegelaten naar de politieacademie. Maar het werd de ESJ. Dat hij zich daar vanaf de eerste minuut als een vis in het water voelde, verbaasde zijn ouders niet. “Ik stelde altijd al veel vragen en was al jong geïnteresseerd in politiek. Aan het begin van mijn loopbaan zei ik: als journalist wil ik de wereld veranderen. Inmiddels weet ik: dat lukt niet. Ik word nu vooral gedreven door nieuwsgierigheid.”

Is dat de conclusie na twintig jaar journalistiek: het helpt niet om de wereld te veranderen?

“Ik geloof niet dat ik nu, als individuele journalist, veel invloed heb. Maar het is heel leuk werk! En ik vind het goed dat we als christenen meedoen met het maatschappelijk debat. Het is mooi en bevredigend dat ik daar een bijdrage aan mag leveren. Maar dat betekent niet dat er in Nederland minder abortussen zijn of dat de mensenhandel afneemt. Die hooggespannen verwachtingen heb ik ook niet.”

Als vader van een jong gezin is het soms lastig om het late-avond-programma Knevel & Van den Brink (KvdB) te combineren met thuis. “Als de kinderen naar school gaan, slaap ik nog. En als zij thuiskomen, ben ik alweer op mijn werk. Verre van ideaal. Ik vind het belangrijk en heel leuk om bij mijn gezin te zijn.”

"Jan Marijnissen adviseerde me om geen politicus te worden omdat ik als televisiejournalist meer invloed heb"

Je wilt ooit, als de kinderen wat ouder zijn, de politiek in. Waarom?

“Om dezelfde reden als dat ik journalist ben: uit nieuwsgierigheid én omdat ik ook daar als christen mee kan doen met het maatschappelijk debat. Maar daar heb ik wél invloed. Een Tweede Kamerlid kan persoonlijk stemmen voor of tegen wetsvoorstellen. Jan Marijnissen adviseerde me het niet te doen omdat ik als televisiejournalist meer invloed heb doordat ik alle vragen kan stellen. Ik zie het niet. Wij kunnen op tv tachtig keer debatteren over de maximum rijsnelheid, maar de Tweede Kamer bepaalt het beleid.”

De Vijfde Dag, dat jij presenteerde, onthulde de schrijnende situatie van de gehandicapte jongen Brandon. Dat bracht een maatschappelijke discussie op gang.

“Ja, zo'n onderzoeksreportage heeft meer directe invloed dan KvdB. Voor Brandon is er daardoor wel wat veranderd, maar of dat voor de rest van de sector ook geldt, vraag ik me af. Ik geloof dat we waardevol werk doen, maar ik kan niet aanwijzen waar het zin heeft. Is dat bij jou anders?”

Mijn artikelen zullen niet de wereld veranderen, maar ik hoop wel dat ze lezers inspireren.

“Mijn programma's hebben wel zin: ze informeren, amuseren en zetten aan tot nadenken. Het kan mensen helpen om goed te functioneren in de samenleving. Het is goed om te weten wat er in de wereld gebeurt en hoe je daar als christen tegenaan kunt kijken. Ik hoop dat ik mensen een denkduwtje kan geven. Dat kan door journalistieke programma's, maar misschien dat dat laatste vooral bij Adieu God? gebeurt. Van gelovige kijkers hoor ik dat het hen helpt om op een dergelijke manier gesprekken met hun omgeving te hebben.”

"Ik zei tegen Wouke van Scherrenburg: Het is onzin dat élke religie tot oorlog leidt"

Adieu God? ontvangt positieve recensies.

“Ik kreeg nooit zoveel positieve reacties als op Adieu God?. In dit format heb ik een andere rol. Minder die van kritische interviewer, meer die van empathische luisteraar. Dat is best lastig; ik laat veel dingen passeren waarvan ik denk: klopt dat wel? Soms, als het me te gortig wordt, grijp ik in. Bijvoorbeeld toen ik voor de zoveelste keer hoorde dat religie de schuld kreeg van alle ellende in de wereld. Ik was daar zo geïrriteerd over dat ik dacht: en nou moeten we kappen. Het is onzin dat élke religie tot oorlog leidt. Dat is gewoon feitelijk onjuist. Daar heb ik toen, in gesprek met Wouke van Scherrenburg, iets van gezegd.”

Oefen je dergelijke situaties vooraf met je eindredacteur?

“Dankzij het voorgesprek dat de redactie voert, weet ik ongeveer wat de gast gaat zeggen. Samen met eindredacteur Hans van der Linden bereid ik het gesprek grondig voor. Ik doe geen hele studies, maar ik lees wel boeken over geloofsverdediging – zoals bijvoorbeeld God bewijzen van Stefan Paas en Rik Peels. Soms constateer ik achteraf dat ik bepaalde dingen niet heb gezegd. BNN-presentator Filemon Wesselink zei dat hij in God zou geloven als Hij zichzelf op Times Square zou laten zien. Ik had toen moeten antwoorden: 'Hij is op de wereld geweest in de persoon van Jezus!' Dat heb ik niet gedaan, wat achteraf jammer is.”

Voormalige TROS-voorzitter Karel van Dodewaerd zei in het Nederlands Dagblad dat het voor de EO averechts werkt om kerkverlaters een podium te geven. Hij vindt het succesvoller en effectiever om breed gerespecteerde mensen die hun geloof hebben wisten vast te houden te interviewen.
“Met alle respect, maar het is een gedachte van een oudere generatie die denkt dat als je iemand interviewt je het dús met hem eens bent. Zo denk ik niet. Het is inderdaad spannend om deze mensen een podium te geven. Maar ik heb niemand gehoord die door ons programma het geloof vaarwel zei. Als dat massaal zou gebeuren, dan stoppen we uiteraard.”

Maar dan ben je te laat.
“Klopt, maar ik hoor vaak dat het mensen helpt in hun eigen geloof en ook dat het anderen opnieuw aan het denken zet gezet over hun keuze om te stoppen met geloven.”

Dagblad Trouw schreef dat je “elke strohalm aangrijpt om bij de gast een laatste sprankje geloof te ontdekken”. Herken je dat?
“Als ik een aanknopingspunt zie, haak ik daarop in. Maar niet wanhopig of gretig. Dat is ook niet de bedoeling van het programma. Gasten zeggen weleens: 'Jij hebt iets dat ik niet heb'. Inderdaad, ik heb écht iets waarop ik terug kan vallen als het erop aankomt.”

"We moeten kerkverlaters serieus nemen en exitgesprekken voeren. Dus niet: foei dat je weggaat"

Wat kunnen christenen leren van jouw gesprekken met kerkverlaters?
“Dat we als kerk niet moeten heersen maar moeten dienen. We moeten kerkverlaters serieus nemen en exitgesprekken voeren. Dus niet: foei dat je weggaat. Je kunt als kerk lessen trekken uit het vertrek van de ander. Jaren geleden voerde ik als ouderling in de hervormde kerk in Gouda met zestig procent van de mensen die ik bezocht Adieu God?-gesprekken. Ze waren wel lid, maar kwamen nooit.”

"Voor een deel van de EO-achterban is het verstandig als je niet alles zegt"

Als een van de gezichten van de EO is Van den Brink soms voorzichtig in wat hij zegt. In de Adieu God?-aflevering met schrijfster Franca Treur vertelde hij daarover. “Ik zei dat als ik aan de kern van het geloof, de opstanding van Jezus zou twijfelen – wat ik overigens niet doe – ik zou vertrekken bij de EO. Voor een deel van de EO-achterban is het verstandig als je niet alles zegt. Niemand zit te wachten op de wat we toen hadden met Arie Boomsma en Andries Knevel. Als ik een voetangel aan zie komen, dan loop ik er omheen.”

Noem eens zo'n voetangel?
Hij denkt bijna een halve minuut zwijgend na. Dan: “Een voorbeeld is de hel. Sommigen denken dat dit een plek is waar je fysiek eeuwig zult branden. Andere christenen geloven dat niet meer. Als ik een van beide standpunten op tv zou vertolken, zou dat een deel van de achterban storen. Dat vermijd ik dus.”

Maar als journalist kun je daarmee toch ook iets op de agenda zetten? In het schepping/evolutie-debat werd ook stevig over de inhoud gediscussieerd.
“Dan zou de EO een misstand moeten kiezen waarvan we vinden dat de achterban daarover flink overhoop mag liggen. Dat kan een keuze zijn. Maar het grote risico is dat je een deel van de achterban van je vervreemdt, zoals gebeurde rond Arie en Andries. Dat dient geen doel. Waarom zou ik een polemiek voeren over geloofszaken waarover verschillend gedacht kan worden?”

Past die polemiek ook meer bij Boomsma en Knevel dan bij jou?
“Bij Andries niet. Arie zocht het wel een beetje op door in zijn zwembroek op de cover van L'Homo te poseren. Die neiging om het op te zoeken heb ik minder. (Glimlachend:) Ik denk ook niet dat ze mij zullen vragen om te poseren. Ik zou een debat wel leuk vinden, maar ik heb nu geen thema. Ik schreef in Visie eens dat mijn hart meer geraakt wordt door gezangen dan door Opwekkingsliederen. Dat vond een deel van de achterban niet leuk. Maar omdat anderen zich er juist door begrepen voelen, schreef ik het toch op. Er werd over gediscussieerd, maar leidde niet tot getrokken messen. Andries en Arie maakten dat mee en daar ben ik niet jaloers op.”

"Ik vind KvdB leuk om te doen. Maar heel vaak is het niet écht belangrijk"

Je bespreekt bij KvdB de waan van de dag. Is die waan nooit vermoeiend?
“Vermoeiend niet; ik vind KvdB leuk om te doen. Maar heel vaak is het niet écht belangrijk. (Lachend:) Maar dat geldt misschien ook wel voor artikelen in Uitdaging… Het doel van KvdB is het nieuws van de dag bespreken. Misschien heb ik dat over vijf of tien jaar wel gezien. Misschien ook niet; Paul Witteman doet het ook heel zijn leven al. Maar de meeste bevrediging haal ik nu uit Adieu God? omdat we wezenlijker onderwerpen bespreken dan in KvdB.”

De bekende interviewer Coen Verbraak zei eens: 'Tijs stelt alle vragen die gesteld moeten worden, maar hij houdt toch het religieuze aspect levend – dat is mooi. Het is voor hem misschien nog wel belangrijker dan de journalistiek.' Herken je dat?
“Uiteraard. De verkondiging van het evangelie is belangrijker dan discussies over de Fyra. Dat raakt niemand in het hart, zoals dat bij geloof wel zo is.”

"Wij hebben echt andere gasten dan Pauw&Witteman. Wil je lijstje?”

Waarom zou juist een christelijke omroep als de EO aandacht moeten besteden aan bijvoorbeeld de Fyra?
“Omdat we daarna ook aandacht kunnen besteden aan verdrukte christenen in Syrië. Als je het daar over wilt hebben, moet je ook bereid zijn om het over andere thema's te hebben. Anders krijg je dat programma niet op prime time. Bovendien, ik vind het belangrijk dat de EO zowel over algemene als identiteitsgebonden onderwerpen mensen informeert. Als die trein niet rijdt, gaat dat heel veel mensen aan.”

Sjirk Kuijper, hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, schreef: “Aan de tafel van KvdB, gelden dezelfde triviale toelatingscriteria als in de VARA-salon.” Eens?

“Ik ben het zeer met hem oneens en dat schreef ik ook als ingezonden in het ND. Want het is gewoon niet waar. Wij hebben echt andere gasten dan Pauw&Witteman. Wil je lijstje?”

In mei 2013 interviewde ik voor 'Uitdaging' EO-directeur Arjan Lock. Hij zei toen dat Dit is de Dag en Knevel & Van de Brink “een meer onderscheidend karakter kunnen krijgen. Dat kan door meer gasten met een eigen verhaal aan het woord te laten, door thema's aan te snijden over ethiek of ons geloof en door meer diepgang in het gesprek met gasten te brengen.” Wat vond je van zijn kritiek?
“Ik heb het gelezen, ja. Bij KvdB verschilt het per seizoen of de actualiteit zulke onderwerpen toelaat. In 2008 viel het debat over embryoselectie samen met ons seizoen, dus toen konden we er regelmatig over praten. Als zo'n debat in een seizoen ontbreekt, lukt dat niet.”

Maar wat vond je van de kritiek van Arjan Lock?
“Ik was het er niet mee eens.” Van den Brink is een tijdje stil en vervolgt dan: “Wij doen echt ons best om bij KvdB onderscheidend te zijn. Als hij daar teleurgesteld over is, vind ik dat jammer.”

Maar zijn mening staat niet op zichzelf: het is een bekend geluid. Bovendien is hij als directeur niet de minste die het zegt.
“Arjan was erg tevreden over het laatste seizoen. Naar aanleiding van zijn kritiek zochten we afgelopen zomer (de zomer van 2013, SW) naar meer mogelijkheden om onderscheidend te zijn. Zo lieten we gasten een werkbezoek afleggen: SGP-leider Kees van der Staaij bezocht een abortusarts en CU-Kamerlid Gert-Jan Segers een coffeeshophouder. Verder bespraken we de paus, de religieuze kant van inenten tegen de mazelen en christenen in Syrië en Egypte. Maar dat is niet elke zomer zo.”

Lock had het ook over het dagelijkse radioprogramma Dit is de dag. Daarin ben je niet afhankelijk van één seizoen.

Zoekt naar woorden. Dan: “Die kritiek snapte ik echt niet. Wij hebben in Dit is de dag zelden een relevant ethisch-christelijk debat gemist. Dat is gewoon onze taak, dus daar klop ik ons niet voor op de borst. Wat ik er van vond dat hij dat in Uitdaging zei? Prima. Ik wist dat hij er zo over dacht. En we zijn grote mensen dus we hoeven daar niet zielig over te doen.”

Sommigen vinden het jammer dat als bijvoorbeeld ChristenUnie-leider Arie Slob bij KvdB zit aan hem dezelfde vragen worden gesteld als Pauw en Witteman zouden doen.

“Dat hangt echt van het onderwerp af. We hadden Slob uitgenodigd om over het financieringstekort te praten. Wij vroegen hem naar zijn motieven en hij kon uitleggen waarom de ChristenUnie bepaalde keuzes maakt. Daarin is weinig verschil met Pauw&Witteman. Maar als Kees van der Staaij bij ons over inenten praat, is dat een ander gesprek dan als hij bij P&W zou zitten. Als het daar over religie gaat is dat – meestal – in negatieve zin. Maar het is niet zwart-wit, want pas sprak Jan van den Bosch bij P&W aan tafel over de mazelen.”

"Tja, nu ik het wil vertellen denk ik: je zit te pronken!"

En dan vertelt Van den Brink dat Voetbal International-hoofdredacteur Johan Derksen eens zei dat hij zich bij geen omroep zo welkom voelt als bij de EO. Dat hoort Van den Brink vaker van gasten. “Maar het is niet zo chique van me om dat nu te vertellen. Je moet gewoon je werk goed doen én goed doen aan je gasten. Wij sturen… Tja, nu ik het wil vertellen denk ik: je zit te pronken! Maar goed, wij sturen elke gast na afloop een bedankkaart. Dat vinden mensen heerlijk. Wij doen dat met overtuiging. Maar ik vind het heel naar om daar stoer over te doen.”

Het geeft een kijkje achter de schermen. Voormalig RTL-talkshowpresentatoren Frits Barend en Henk van Dorp stuurden hun gasten na afloop een sms.
Bijna opgelucht: “Nou, zo zie je maar dat dit niet iets exclusief voor christenen is.”

Dit interview werd in januari 2014 gepubliceerd in maandblad Uitdaging.

Mijn gekozen waardering € -

Sjoerd Wielenga (Rotterdam, 1980) is zelfstandig journalist, tekstschrijver, eindredacteur en bladenmaker. Hij werkt(e) onder meer voor de EO, NRC, Trouw, de Volkskrant en opinieblad De Nieuwe Koers.