Twee records al ruim 80 jaar niet verbeterd

Door de jaren heen heeft Nederland veel prima honkbalwerpers voortgebracht. Maar stuk voor stuk beten toppers als Han Urbanus, Herman Beidschat, John van Westrenen en Rob Cordemans zich stuk op twee records die al meer dan 80 jaar in het bezit zijn van Roel de Mon (1919-1973).

Nog steeds heeft Roel de Mon de reputatie de snelste werper te zijn die ooit op een Nederlands honkbalveld zijn kunsten vertoonde.
Hij gooide zo ‘bliksemsnel’ dat veel van zijn tegenstanders de bal die zij moesten slaan pas zagen als de catcher hem in zijn handschoen omhoog hield.

Hij speelde tussen 1940 en 1948 voor sc Haarlem en Schoten. Doordat de Tweede Wereldoorlog roet in het eten gooide, speelde hij maar weinig interlands – slechts twee. Beide keren tegen België. Daar werd hij – vol ontzag – ‘de kanonskogel’ genoemd. Ook het aantal competitiewedstrijden was beperkt: het seizoen kende slechts 14 ontmoetingen.

Hij gooide in 1940 225 keer 3-slag in 12 wedstrijden. In 1941 233 keer, in 1942 163 keer en in 1943 235 keer. Steeds in 14 wedstrijden.

Hij beschikt tot op de dag van vandaag over twee records die nooit zijn geëvenaard of verbeterd:

– In 1943 gooide hij 235 strikeouts in één seizoen.
– In de competitiewedstrijd tussen Schoten en VVGA in 1943 schakelde hij 26(!) tegenstanders met 3-slag uit. De laatste nul maakte hij ook zelf, op het eerste honk.

Om het record uit 1943 nog meer bijzonder te maken; hij gebruikte toen ballen van geperste kurk, zonder naad. Curve gooien was daarmee onmogelijk.

Nauwelijks techniek

De Mon leverde zijn prestaties met nauwelijks techniek. Zonder goede medische begeleiding, en zonder gerichte training. Net als Walter Johnson – 40 jaar eerder – had hij alleen zijn enorme werparm en naast een beperkt arsenaal curveballen maar één echte worp: een meedogenloos harde fastball.

Hij vond werpen leuk. Zo leuk, dat hij altijd maar doorging. Hij gooide in weekenden twee volledige wedstrijden, zowel in het tweede als in het eerste team van zijn club.  Door dit tomeloze enthousiasme was zijn arm kapot toen hij nog maar nauwelijks 30 jaar oud was.

Niet overdrijven

Ondanks zijn enorme prestaties is De Mon altijd een bescheiden sporter gebleven.

“Ik ben wel eens vergeleken met Wilhelm Tell. Ik zou iemand op werpersafstand een sigaret uit zijn mond hebben gegooid. Misschien dat ik in mijn topjaren heel wat mans was. Maar dit soort verhalen hoort echt in het rijk der fabels thuis.”

Mijn gekozen waardering € -

Ik ben freelance honkbaljournalist, eindredacteur en online tekstschrijver.