“Srieieie. Sriii. Srieie.” De meest Amsterdamse vogel kondigt ook op de Wallen de lente aan. Wat zo mooi is aan deze vogel, is dat hij zich altijd op dezelfde tijd meldt. Er kan wel eens een paar dagen tussen zitten, maar hij verschijnt altijd. ‘Soms komen ze een paar dagen eerder; soms een paar dagen later. Dat kan gewoon te maken met stevige tegenwind ’, zegt Gert de Jong, bioloog met een eigen adviesbureau die sinds 2013 onderzoek doet naar de gierzwaluw in Amsterdam.
‘Toen we nog op 30 april Koninginnedag vierden werd de vogel door veel mensen op die dag voor het eerst gesignaleerd. ‘Daarom werd hij ook wel de “koninginnedag-vogel” genoemd. Maar dat kan ook te maken hebben met het feit dat veel mensen dan voor het eerst wat langere tijd buiten zijn’, aldus de onderzoeker. ‘Pas als mensen de gierzwaluwen horen, zien mensen ze ook.’
Behalve dat ze allemaal zo ongeveer rond dezelfde tijd arriveren, gaan de gierzwaluwen ook altijd terug naar hun oude nest. ‘Plaats-trouw’, noemen biologen dat. Het klopt dat de gierzwaluw een echt Amsterdamse vogel is. Dat wil zeggen dat de grootste groep gierzwaluwen van Nederland in Amsterdam is te vinden. Sinds de stadsvernieuwing toesloeg begin jaren ‘70 en veel daken werden geïsoleerd, is hun aantal in de hele stad wel behoorlijk teruggelopen.
Seks
De gierzwaluw overwintert in Afrika. Afrika is inderdaad groot, maar tegenwoordig kan er met een elektronische sensor die op de vogel – die gemiddeld nog geen half ons weegt – wordt geplakt, preciezer worden bepaald waar hij zich heeft opgehouden. ‘In Congo bijvoorbeeld. Maar West-Europese zwaluwen gaan ook met de regens mee naar Mozambique. Op de terugweg komen ze allemaal via Ivoorkust en Liberia. Waarom? Omdat daar precies dan voedsel is te vinden.’
Het wordt gezegd, maar echt bewijs dat ze seks hebben in de lucht is er niet, volgens De Jong. Wel is de gierzwaluw de vogel die het meest in de lucht doet. ‘Slapen ook ja. Ze komen eigenlijk alleen maar beneden om te broeden.’
Sinds het aantal gierzwaluwen dat in Amsterdam nestelt naar schatting is gehalveerd, zijn door de “Gierzwaluwwerkgroep” her en der in de stad nestkasten opgehangen. Waar ze precies nestelen is ook niet altijd even duidelijk. ‘Het zou best in de nissen in de Oude Kerk kunnen zijn, maar dat weten we niet zeker want dan moeten we ze ook naar binnen zien gaan.’
In de oude binnenstad zijn de nesten van de gierzwaluw vooral te vinden in hijsbalken en in gootbekistingen, holle ruimtes die ontstaan door sierbetimmering en die in de moderne architectuur niet meer worden gebruikt.’Nu is een hijsbalk bijvoorbeeld vaak alleen maar een ijzeren haak.’
Maar wat we ook zullen ondernemen, nestkasten of geen nestkasten, de gierzwaluw zal altijd nadat hij de lente heeft aangekondigd Amsterdam en ons land weer verlaten. Het jonge broedsel vliegt rond 20 juli uit en dat is het signaal voor alle gierzwaluwen om definitief hun biezen te pakken. Waarom zo vroeg? ‘Dat is een heel moeilijke vraag. Niemand die het echt weet. Ze komen hier om te broeden en als ze klaar zijn, gaan ze weg. ’
Wat we wel zeker weten is dat we dan weer tot eind april, begin mei moeten wachten voordat de gierzwaluw zich opnieuw zal vertonen in het Amsterdamse zwerk. Maar tot half juli kunnen we nog van dit unieke vogeltje genieten. “Srieieie. Sriii. Srieie.”
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.