Om klokslag negen komt de eerste persoon het Oudekerksplein oplopen. Zonder mondkapje. Daarna volgt een hele club mannen. Ze hebben allemaal een mondkapje. Bij sommigen hangt-ie echter halverwege de kin. Nooit zie je nu eens iemand die hem op z’n hoofd zet zoals een zonnebril.
Een kleine rondgang op dit vroege uur leert dat de meeste mensen op de hoogte zijn. Zelfs buitenlanders. Twee Canadezen zonder mondkapje die op weg zijn naar het Heineken-museum vertellen me dat ze het te horen kregen in het hotel waar ze verblijven. Ze kwamen uit Rome en België en daar liep iedereen met een mondkapje op vertellen ze, dus ze hadden er al rekening mee gehouden. ‘Maar geldt dat hier dan ook’, vragen ze me terwijl ze de Zeedijk oplopen. ‘Ja, hier ook.’ Daarna halen ze een verfrommeld lapje uit hun zak en plakken dat voor hun mond en neus. ‘Maar waar dan wel en waar niet? Waarom in deze straat wel, maar niet in de straat hiernaast?’ Ja, leg dat maar eens uit. Twee Fransen een eindje verderop zijn zich van geen kwaad bewust. ‘Mondkapje? Hier?’ Ze zijn hoogst verbaasd, met name omdat er nog bijna niemand op straat is.
Rommeltje
Even verderop is een schilder aan het werk op een steiger, een paar meter boven de grond. Moet hij ook een mondkapje op? ‘Officieel wel, maar het is veel te warm voor zo’n ding. En er is toch geen wettelijke basis voor die mondkapjesplicht.’ Dus hij doet hem niet op? ‘Neuh.’
Een stukje terug in de Warmoesstraat zit nachtclub La Vie en Proost. Die is gesloten omdat er toch tien coronagevallen zijn geconstateerd. Een kwart van het personeel had corona. Na café Zwart op de Dam komt het virus nu wel heel dichtbij. Maar in beide gevallen gaat het om een besmetting die binnen is opgelopen. In de buitenlucht lijkt er tot op heden weinig aan de hand.
Een winkelier hier om de hoek is er toch wel van geschrokken. Het leidde bij hem tot het besluit zijn winkel deze week dicht te gooien. Een ander zegt in elk geval in de winkel niet met ‘zo’n lapje’ voor z’n mond te gaan lopen. Ook klanten zijn daar welkom zonder mondkapje.
De meest gehoorde kritiek is echter dat het al met al een rommeltje wordt. Soms wel, dan weer niet, dan weer wel. In de Paternostersteeg bijvoorbeeld die van de Beursstraat naar de Warmoesstraat loopt en toch die toch geen twee meter breed is, is een mondkapje niet verplicht. Op de veel bredere Warmoesstraat echter weer wel.
En zo zijn er wel meer plekken aan te wijzen waar de logica ver te zoeken is. Wie met de trein komt mag op het perron z’n mondkapje afdoen, maar bij de ingang van de Zeedijk moet-ie weer op. Als hij of zij dan verder doorloopt naar de Nieuwmarkt mag het kapje weer af.
En het blijft natuurlijk vreemd dat er eerst maandenlang is geroepen dat die mondkapjes niet helpen en dus niet op hoeven en dat ze nu verplicht op moeten en je de kans loopt bekeurd te worden zonder mondkapje.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.