Uitkijkpost de Wallen (259): Rotzooi en heibel

Niet alleen de bewoners kijken reikhalzend uit naar het einde van het coronatijdperk, ook de ondernemers. Dat zegt althans Cor van Dijk, directeur van Casa Rosso en de voorzitter van de bizz Burgwallen. Alleen is het geluid dat vanuit deze hoek te horen is wel wat anders dan dat van de bewoners.

Van Dijk maakte zich, getuige de Telegraaf, nogal boos op de gemeente die van plan is een erotisch centrum buiten de Wallen te vestigen. Die plannen zijn er echter al een tijdje, dus van een overval zoals de voorman zegt, kan toch nauwelijks sprake zijn. De seksboeren op de Wallen willen natuurlijk ook meepraten over zo’n eventueel sekshotel. Begrijpelijk. Van Dijk suggereert echter dat daar geen gelegenheid meer voor zal zijn. De gemeente ontkent dat.

Van Dijk gebruikt nogal grote woorden richting de gemeente die een ‘dikke middelvinger’ zou opsteken naar de ondernemers terwijl ‘de binnenstad in lichterlaaie staat’. Die grote woorden doen vermoeden dat dit het begin is van de strijd om de Wallen, waarbij de ondernemers hun pre-corona verdienmodel zo snel mogelijk in ere willen herstellen, terwijl de bewoners dat nu juist niet willen.

Toch lijkt er ook een streepje licht te zitten in het standpunt van Van Dijk als hij zegt er ‘geen probleem mee te hebben als de gemeente na een democratisch en transparant proces besluit het Wallengebied te hervormen. Sterker nog, de ondernemers hebben hierin zelf het initiatief genomen.’

Wat hij met dat laatste bedoelt is me niet geheel duidelijk moet ik zeggen, maar dat het Van Dijk c.s. natuurlijk niks uitmaakt waar ze hun geld verdienen, in een sekshotel of op de Wallen, dat begrijp ik dan weer wel. Wie weet, is het standpunt van Van Dijk uiteindelijk toch minder onwrikbaar dan in eerste instantie wordt gesuggereerd door zijn grote woorden.

Muizen

Ook vanuit de hoek van de coffeeshops verwacht ik binnenkort het nodige verzet en dan met name tegen het zogenaamde i(ngezetenen)-criterium waarbij buitenlanders geen rookwaar meer mogen aanschaffen in de coffeeshop. Natuurlijk, gesteld dat die plannen werkelijkheid worden.

Het lijkt een aardig idee, maar heeft in elk geval ook een gevaarlijke kant vertelt Joep de Groot. Aangezien hij hier toch zo’n dertig jaar als wijkagent heeft rondgebanjerd ben ik geneigd zijn woorden niet zomaar één, twee, drie weg te wuiven.

Verwijzend naar vroegere tijden zegt hij dat er één probleem altijd is gebleven: ‘De aanpak van nepdealers. Die bestaan al sinds de hippietijd. Zeer lastig te bestrijden, want er valt veel geld mee te verdienen. Als de toerist de coffeeshop niet in kan, zal hij op straat ook de hasj kopen en dat zal veel overlast geven. Natuurlijk zal de politie de strijd weer aangaan. Maar winnen? Het wordt weer een spel van kat en muis. Met teveel muizen.’

De Groot zou daar best eens gelijk in kunnen hebben en dan krijgen we nog meer rotzooi en heibel op straat. En dat is toch iets wat we beslist niet willen hier op de Wallen.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf over alles wat mijn nieuwsgierigheid wekt. Dat is veel. Vaak kom ik uit bij verborgen hoeken van de geschiedenis, maar soms ook bij het persoonlijke verhaal. Het alledaagse leven èn het drama. Actueel, maar soms ook wat minder. Wel altijd goed geschreven en een plezier om te lezen.