Het begon op Koningsdag. Natuurlijk is dat een rumoerige dag, alhoewel het al lang niet meer zo’n herrie is als tien, twintig jaar geleden. Toen kon je namelijk in deze buurt je hart ophalen aan blatende disco’s op elke hoek van de straat. Dat is gelukkig verleden tijd.
Ook dit jaar was het relatief rustig, mede dankzij corona. Dat wil zeggen, in het begin. In de loop van de dag kregen we te maken met “giga herrie”, zoals ik het toen omschreef. ‘Dit keer van wat ik maar het “feestdak” heb gedoopt. Waar het is, geen idee. Ergens in de Warmoesstraat, vermoed ik. Gebonk, geschreeuw tot ver in de avond.’
Het kostte me een deel van mijn nachtrust en ik besloot het heft in eigen hand te nemen omdat ik van politie noch van de afdeling die zich tooit met de naam Handhaving enige heil verwachtte.
Eerste probleem: waar was dat dakfeest? Ik kon het wel enigszins traceren, maar waar precies was onduidelijk. Na wat speurwerk en navraag bij een postbode en een winkeluitbater dacht ik het adres gevonden te hebben. Ik besloot een gokje te wagen en schreef het volgende briefje:
Als ik goed ben geïnformeerd, zo niet excuus, dan heeft u af en toe een feest op uw dak. Letterlijk. Ik gun iedereen de nodige lol, zeker na deze nare periode. Dat geldt ook voor jullie natuurlijk. Maar. Ja, inderdaad maar, er zijn wel wat mensen die daar behoorlijk veel last van hebben. En dat geldt dan niet alleen voor de feesten maar zelfs voor de muziek die ‘s middags regelmatig is te horen.
Enfin dat kan behoorlijk vervelend zijn, zoals jullie ongetwijfeld begrijpen. Zeker als je thuis zit te werken is zo’n constante boem niet het meest prettige geluid.
Ik ben niet iemand die meteen naar de politie rent – en dat doen de meeste bewoners hier niet want ze zijn wel wat gewend – maar ik zou het toch zeer op prijs stellen als jullie een beetje meer rekening gaan houden met de omgeving.
Mochten jullie behoefte hebben aan een praatje, neem dan gerust contact met me op.
Doodstil
Een dag later kreeg ik een keurig berichtje terug van een zekere Adriaan de bewoner van het pand waar de herrie vandaan kwam, met de mededeling dat hij erg blij was met deze manier van communiceren. In één adem door bood hij tevens zijn excuses aan voor de overlast en verzekerde hij me dat hij er voortaan rekening mee zou houden.
Enfin, van het één kwam het ander en ik kreeg een uitnodiging om een kijkje te komen nemen op het dakterras. Inderdaad, een prachtig terras boven een pand vol – aardige – studenten en uiterst verleidelijk om daar om mooie avonden eens lekker te feesten en beesten.
Sinds mijn bezoek aan het dakterras bleef het echter rustig. Tot half juli. Opnieuw was het feest op het dak en ik vreesde het ergste.
Wie schetste mijn verbazing toen ik om 23.00 uur hoorde dat ze gezamenlijk een lied aanhieven. Waarna het doodstil werd. Dit kan niet waar zijn, was mijn eerste gedachte. Maar het bleek wel degelijk waar en die avond sliep ik als een roos.
De volgende dag heb ik een bedankje gestuurd en gezegd dat ik het zeer op prijs stelde dat het om elf uur weer rustig was. Ik kreeg het volgende berichtje terug van Adriaan:
‘Goed om te horen! Ik was zelf niet thuis maar had om 23 uur gisterenavond een herinnering gestuurd aan de mensen die er waren. Zij zeiden dat het goed kwam en het snapten. Toch fijn dat het goed werkt zo, stelt me gerust.’
Nog steeds kan ik het maar amper geloven dat het echt zo is gegaan. Geweldig dat je ook op deze manier een probleem kunt oplossen!
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.