Zo’n akkoord staat natuurlijk vol met Holle Bolle Gijs-zinnen, algemeenheden dus zonder concrete invulling, maar het geeft in elk geval een soort van richting aan.
Om maar eens bij het begin te beginnen: het drugsbeleid. Er staat bijvoorbeeld dat Amsterdam voorop loopt bij de regulering van soft drugs. Commentaar: dat geloof ik graag. Het zou raar zijn als het niet zo was. Over het i-criterium geen woord trouwens. Acht regeltjes, dat is het.
Veiligheid dan, ook een item waar onze buurt wel wat van kan gebruiken. Aha, er worden buurtrechtbanken in het leven geroepen. Lijkt me een beregoed idee. Had al veel eerder moeten gebeuren natuurlijk. De gemeente gaat ook door met de Ondermijningsbrigade. Mooi, maar ik hoor daar eigenlijk weinig over. Te weinig. ‘Partijen die niet integer zijn, wordt het ondernemen onmogelijk gemaakt door o.a. strenge Bibo-toetsen.’ Helaas geldt dit alleen voor nieuwe ondernemingen.
Verder wordt de straathandel ‘actief’ gefrustreerd. Dat gaat niet lukken want ‘tegelijkertijd speelt een tekort aan handhavers en politieagenten hierin een belemmerende rol.’ Enfin, het argument als het niet lukt is al ingebouwd.
‘De positie van sekswerkers als ondernemers wordt versterkt.’ Mooi. Nu de vraag hoe dat gaat gebeuren. ‘We zijn alert op mensenhandel, gedwongen prostitutie en uitbuiting.’ Alert, wat betekent dat in dit verband? ‘We verminderen het aantal ramen op de Wallen door een deel te verplaatsen naar een erotisch centrum’. Wat schieten we daarmee op qua overlast? Een deel? Zo lang er hier dames achter de ramen staan, zal het pretpark “De Wallen” blijven bestaan.
Sprinkhaantoerisme
Het leukste in het hoofdstuk Openbare ruimte, reiniging en leefbaarheid is wel dat er wordt gestreefd, let wel, gestreefd, naar meer openbare toiletten voor vrouwen en mensen met een beperking. Het zal tijd worden, maar beter laat dat nooit. En de slag om de arm is er als het niet lukt. Niks over de onleefbaarheid van de openbare ruimte op de Wallen trouwens.
Tot slot dan maar het hoofdstuk Balans en toerisme. Ook hier weer die slag om de arm. ‘We proberen overlastgevend sprinkhaantoerisme zoveel mogelijk te weren.’ Wat nou ‘proberen’ denk ik dan. Kan dat niet wat strijdbaarder?
‘Toerisme mag niet ten koste gaan van andere economische sectoren en dus bestrijden we monocultuur.’ Het staat er echt. Maar lieven schatten, die monocultuur is er al heel lang hoor in deze buurt. Echt waar. Loop eens door de Warmoesstraat bijvoorbeeld. (zie Uitkijkpost 286: Yes, we have Nutella). Dus wat nou ‘bestrijden’. En als dat serieus gemeend is, laat maar zien.
Kortom, de richting is goed, mooie woorden, nu nog de realisering. En kom over vier jaar niet aan met smoesjes als het openbare toilet voor vrouwen en mensen met een handicap er toch niet is gekomen.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.