Vooral het effect van de bassen is niet te onderschatten. Als de basknop flink openstaat is het gedreun tientallen meters verderop nog altijd luid en duidelijk te horen. Als het geluidsniveau echt alle perken te buiten gaat of storend irritant is, word je geacht dat te melden bij nummer 14 020, zeg maar bij de vuilnisbak van het stadhuis. Ik heb dat al een aantal jaren geleden opgegeven, vanwege nul effect. Gelukkig waren en zijn er in mijn omgeving nog wel een paar mensen die onversaagd zijn doorgegaan met het melden van hun klacht. Waarvoor hulde!
Of dit heeft geleid tot een nieuwe aanpak om de overlast te beperken, weet ik niet. Wel weet ik dat als er nu veel klachten komen over een café, de horecaonderneming overdag zal worden benaderd. Vroeger gebeurde dat direct na de klacht, vaak ‘s avonds of ‘s nachts. Althans, dat was de bedoeling, maar dat kwam er niet altijd van zegt Rob van Laar “gebruiksinspecteur” – het staat er echt – bij de gemeente. Oorzaak te weinig personeel. Of de nieuwe aanpak gaat helpen in de strijd tegen de geluidsterreur?
Omdat er in het laatste nummer van het krantje dat de gemeente verspreid een artikel over dit onderwerp stond, las ik dat. Het krantje wekt weliswaar regelmatig mijn ergernis op, maar ja, de angst om iets te missen is groter. De ergernis begon dit keer al op de voorpagina trouwens. Daar stond: ‘Aan het werk met belastinggeld’. Op dezelfde voorpagina: ‘Verbouwing stadhuis’. Lijkt me toch geen slimme keus om die twee zaken tegelijk op de voorpagina te zetten. De lezer zou wellicht op verkeerde gedachtes kunnen worden gebracht: ‘O, betaal ik daar belasting voor. Om de dames en heren bestuurders een nog comfortabeler onderkomen te verschaffen?’ Niet handig dus.
Bikkel
Dat het krantje sowieso is gespeend van elke kritische noot is tot daar aan toe, maar erger is dat één en ander nogal saai wordt opgeschreven. Neem nu bijvoorbeeld dat stukje op pagina 2 waar als kop boven staat: ‘Nieuwe aanpak horeca-overlast’ en waar speciaal mijn belangstelling naar uitging. Dat artikeltje begint, ongelogen, zo: ‘Horeca staat voor hotels (ho), restaurants (re) en cafés (ca).’ Als de lezer dan al niet is afgehaakt, is hij of zij een heuse bikkel en is het zeer de vraag of hij of zij de volgende zinnen zal overleven. Die luiden: ‘Alle horecabedrijven hebben een vergunning nodig. De gemeente houdt toezicht op naleving. De aanpak van dit toezicht is begin februari veranderd. Met de nieuwe manier wordt horeca-overlast voorkomen en beter beheerst. Dit heet een risicogestuurde aanpak.’
Ja fijn, korte zinnetjes. Maar ook veel dingen die we al weten. Open deuren heet dat. En dan opeens zo’n rare bestuursterm als ‘risicogestuurde aanpak’. Enfin, Rob van Laar, de “gebruiksinspecteur” is optimistisch over het effect van deze manier van controleren. We zullen zien. Of vooral: horen.
Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.