Uitkijkpost de Wallen (97): De prinses en de majoor

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Als ik mensen vertel dat de Wallen de meest religieuze buurt is van Amsterdam, staart men mij over het algemeen aan met ogen vol ongeloof. De Wallen? Religieus? Wis en waarachtig! Ja, roept men dan, zeker vanwege de Oude Kerk. Ja ook, zeg ik dan, maar er is meer, heel veel meer.

Er zijn meer kerken, kloosters, kapellen en andere religieuze instellingen op de Wallen dan waar ook in Amsterdam. Hoe komt dat? Is deze buurt zo godvrezend? Dat lijkt tamelijk onwaarschijnlijk gezien de aard van de nering hier, die toch vooral bestaat uit, wat op Bijbelse gronden met een gerust hart kan worden omschreven als uiterst zondige activiteiten.

De verklaring voor het grote aantal kerken en kloosters is dan ook niet zozeer de overmatige godsdienstigheid van de Wallenbewoners, maar ligt natuurlijk besloten in de geschiedenis van dit stadsdeel. Deze buurt van Amsterdam werd al in de Middeleeuwen bewoond en in die tijd was de maatschappij nog doordesemd met religie.

Binnen de muren die de stad van 1481 tot 1601 omringden, stonden negentien kloosters, drie voor mannen, de rest voor vrouwen. Ze besloegen achttien procent van het grondgebied van de stad. Daarvan zijn tot op de dag van vandaag her en der nog sporen te vinden op de Wallen.

Bovendien lijkt zich in deze buurt nog een ander verschijnsel voor te doen, namelijk dat religieuze organisaties zich bijzonder aangetrokken voelen tot deze poel des verderfs. De meest voor de hand liggende verklaring voor dit verschijnsel is dat hier een vruchtbaar werkterrein braak ligt. Het aantal ‘hoeren en tollenaars’ per vierkante meter is in dit gebied immers aanzienlijk hoger dan elders in de stad. Voldoende reden voor grote aantallen kerkelijke werkers en zendelingen van diverse snit om in dit gebied neer te strijken en hier hun al dan niet zegenrijke christelijke activiteiten te ontplooien.

 
Riga

Eén van die instellingen is, hoe kan het ook anders, het Leger des Heils, gevestigd in een schitterend pand op de Oudezijds Voorburgwal. Dit pand, het Wapen van Riga, ook wel d’ Leuwenburgh genoemd vanwege de leeuwenkoppen in de friezen, was ooit eigendom van een rijke koopman uit Riga. De twee sleutels in de trapgevel verwijzen naar het wapen van die Baltische stad. Het werd gebouwd in 1605 en het is een min of meer versteend houten huis.

Achter dit oude huis is een gloednieuw opvangcentrum gebouwd waar het Leger de dak- en thuisloze gasten uit de buurt opvangt. Daarnaast is er op de Oudezijds Achterburgwal een pand van het Leger. Daar worden op zondagen kerkdiensten gehouden.

De naam van majoor Bosshardt, die in 1978 met pensioen ging en in 2007 overleed, zal voor altijd verbonden blijven aan het Leger op de Wallen. Menigeen zal zich Bosshardt’s wandeling met prinses Beatrix herinneren. Ze werden betrapt door een fotograaf die toevallig in de kroeg zat waar ze binnenstapten en zo werd het geheime uitstapje van de majoor en de prinses die zich had verscholen achter een grote bril met zwart montuur en getooid was met een hoofddoekje, alsnog groot nieuws in Nederland.

Toen Bosshardt ten grave werd gedragen lieten de klokken van alle kerken in de buurt zich horen. En de stoet die achter de baar liep was zelden heterogener. Onder hen niet alleen veel soldaten van het Leger, maar ook tal van agenten, junkies, kroegbazen, zwervers, buurtbewoners, gemeenteambtenaren en hoeren.

Al die kleurrijke mensen zult u voorlopig moeten missen want de Uitkijkpost gaat sluiten en zal aan het eind van de zomer weer worden geopend.

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf over alles wat mijn nieuwsgierigheid wekt. Dat is veel. Vaak kom ik uit bij verborgen hoeken van de geschiedenis, maar soms ook bij het persoonlijke verhaal. Het alledaagse leven èn het drama. Actueel, maar soms ook wat minder. Wel altijd goed geschreven en een plezier om te lezen.