Heeft Rinus Michels de uitdrukking ‘Voetbal is oorlog‘ echt zelf verzonnen? We stellen deze vraag maar weer eens op zijn tiende sterfdag, want bij MVV gebruikten ze die spreuk ook.
Taalkundige Ewoud Sanders schreef in 2005 al eens in het NRC Handelsblad over de beroemdste uitspraak van Michels en vond als oudste bron een interview met de Ajax-coach op 10 maart 1971 in het Algemeen Dagblad. Hierin zei hij: ‘Topvoetbal is zoiets als oorlog. Wie netjes blijft, is verloren.’ Niet helemaal letterlijk dus, maar dit zou wel het begin zijn geweest van de gevleugelde uitdrukking ‘Voetbal is oorlog‘.
Er blijkt een oudere verwijzing te zijn dan bovenstaande uit 1971, en dan ook nog één die niets met Michels te maken heeft: in het Limburgsch Dagblad van 17 november 1969. Daarin stond dat bij MVV uit Maastricht in de kleedkamer een groot zwart bord was opgehangen met de tekst ‘Voetbal is oorlog‘. Het was als aansporing bedoeld voor de spelers, waarmee de wortels van dit wereldberoemde citaat opeens in Maastricht liggen, en niet in Amsterdam.
Sportjournalist Ed van Opzeeland
De oorsprong gaat echter nog verder terug, waarbij het er inderdaad op lijkt dat Michels de woorden niet zelf heeft verzonnen. Sportjournalist Ed van Opzeeland claimde namelijk op 5 september 2005 in het Brabants Dagblad dat hij die in december 1966 in de mond van Michels had gelegd. Ajax had toen net Liverpool uitgeschakeld voor de Europa Cup 1, wat voor zowel de Amsterdamse club als voor spelers als Johan Cruijff de internationale doorbraak was. Liverpool was in die tijd ’s werelds beste, maar was desondanks ten onder gegaan tegen de Amsterdammers – onder meer tijdens de legendarische Mistwedstrijd in het Olympisch Stadion.
Tegen Henri van der Steen zei Van Opzeeland hierover: ‘Ik werkte voor de wekelijkse uitgave van Revue. Na die sensationele wedstrijden tegen Liverpool heb ik Michels geïnterviewd. Bij het uitwerken van dat interview zocht ik nog een mooi slot. Toen bedacht ik ‘Voetbal is oorlog‘. Michels heeft dat nooit gezegd, hij had het wel kúnnen zeggen. Hij heeft het later trouwens zelf overgenomen.’
Oorlogspropaganda
Deze uitleg is aannemelijk, omdat de kranten aan het eind van 1966 soms opvallend oorlogszuchtig schreven over de internationale wedstrijden van Ajax. Op 3 oktober 1966 bijvoorbeeld blikte een columnist in De Tijd vooruit op de ontmoeting tegen het Turkse Besiktas en schuwde daarbij de vergelijking met de Trojaanse oorlog niet. ‘Als ik Rinus Michels was, nam ik niet alleen een lijfarts, maar ook een doctor in de klassieken mee — een niet al te pacifistische.’ En die moest maar eens uit de Illias voordragen om de spelers te vertellen waar de naam van hun club toch vandaan komt.
De columnist somde zo wat gewenste eigenschappen van de klassieke held op, die de voetballers moesten overnemen: ‘Hij had een kwaliteit, die het Amsterdamse Ajax zo node mist: hij was zo hard als een bikkel. In de Trojaanse oorlog kon men mikken op zijn borst: hij hief zijn torenhoge schild en dramde door. Men kon mikken op zijn schenen: hij danste van de mikkenden weg. Men kon de speerpunten richten op zijn hoofd: hij knikte zijn gehelmde koppetje tijdig opzij. Men kon pogen de slag van zijn zwaard te blokkeren: maar de slag rinkinkte door alle rustingen heen.’
Waarna de auteur nog enkele alinea’s zijn kennis van de klassieken over de sportpagina’s uitstortte in de hoop dat de Amsterdammers zich aan hun eigen haren omhoog zouden trekken. Met succes, want Besiktas werd uitgeschakeld door de Amsterdammers.
De vergeten voetbalrellen van 1966
Twee maanden later werd in de Nederlandse pers opnieuw een verband gelegd tussen Ajax en militaire gevechtshandelingen. De club van Michels moest naar Liverpool om een voorsprong van 5-1 te verdedigen na een wedstrijd in een mistig Olympisch Stadion. ‘Koude oorlog op het hittepunt!,’ schreeuwde de Telegraaf in zijn vooruitblik.
Tijdens die wedstrijd heerste er inderdaad oorlogsomstandigheden in het stadion, want supporters van Liverpool en Ajax raakten met elkaar in gevecht op de Kop, de beruchtste tribune. Er vielen tientallen gewonden, waarna de politie overging tot ontruiming. Het zijn de vergeten voetbalrellen van 1966, waar Nederlandse supporters bij waren betrokken – tien jaar voordat het verschijnsel van hooligans in ons land bekend werd.
Voetbal leek wel oorlog, snapten we toen opeens in Nederland. Een goed moment dus voor een sportjournalist als Van Opzeeland om Rinus Michels eens wat woorden in de mond te leggen. En als deze sportjournalist het zich toch verkeerd heeft herinnerd, blijft er weinig anders over dan MVV aan te wijzen als de bedenker van ‘Voetbal is oorlog’.