Ik maakte het zelf ook weleens mee. Dat vage kennissen of Facebook-contacten ineens gingen reageren met een “Zo trots op jou!” Daar kreeg ik dan direct een heel ‘unheimisch’ gevoel van. Wellicht voer voor bij de psychiater, want van thuis uit kreeg ik die loftuitingen nooit. Dat je hard werkte en ook nog voor een ander zorgde was niet meer dan normaal. En als er mensen waren die wel trots op me zeiden te zijn, dan was dat een geliefde of een kind of een hele dierbare vriend(in). Maar zeggen trots te zijn op iemand die niet tot je naasten behoort, is feitelijk gek. Hoezo worden zij trots van mij? Meedelen dat je iets ‘fantastisch vindt’ of melden ‘goed gedaan’ is in zo’n geval al een stuk normaler. Echter: dan moet je ook nog weten waar het om gaat. Ik heb reacties op Facebook gezien bij boeken die nog niet eens gepubliceerd waren en waar de woorden ’trots’, ‘geweldig’ of ‘wat goehoed’ al onder prijkten. Hoezo? Dat weet je immers nog niet.
‘Ik wil veren in mijn bips’
Collega Jonathan van Noord schreef voor ‘Esquire’ een boeiend artikel over LinkedIn, een social media-kanaal dat duidelijk werd opgezet als professionele tegenhanger van Facebook. Van Noord toont klip en klaar dat het echter verworden is tot een podium voor eigenpijperij, waarbij vrijwel iedereen zichzelf zoveel mogelijk veren in de kont steekt en het in de comments door zijn netwerk nog eens dunnetjes over laat doen. Het verschijnsel heet ‘humblebragging’: valse bescheidenheid om zowel sympathie als bewondering te willen genereren.
Enorm neppe bescheidenheid om applaus te genereren
Op Facebook zie je dit vooral over de persoonlijke situatie. Mensen posten een foto van hun bankhangende pubers, voorzien van een opmerking als “Wat te doen met twee van zulke bankaardappels?” en (verwachten en) krijgen ook enorm slijmerige reacties terug in de trant van “Wat een prachtkinderen” of “Bofkont, geniet er maar lekker van!” Missie geslaagd. Naast het feit dat ik echt niet begrijp waarom ouders hun minderjarige kinderen zo vaak en uitgebreid tentoonstellen op social media, is het een zogenaamd bescheiden opmerking die gepost is om sympathie en vooral complimenten binnen te harken. Blijkens eerdergenoemd artikel in Esquire is die truc van privé-aangelegenheden dus overgewaaid naar de “werkelijk geweldige prestaties” van de papa’s en de mama’s in hun professionele levens. Narcisme troef en wat me het meest verbaast zijn de volgers die dan weer allemaal heel braaf “groots’, “geweldig’ en “briljant” onder die berichten tikken.
Spirituele narcisten
2020 was tevens het jaar van de polarisatie. In de afgelopen kwart eeuw werden meningsverschillen nooit zo zwaar aangezet en verwoord als in dit coronajaar. Niet alleen in het fysieke leven sneuvelden er vriendschappen vanwege ver uiteenliggende meningen over ‘Het Virus’, op sociale media was ik regelmatig getuige van totale oorlogen tussen, laat ik ze voor het gemak maar noemen: virusontkenners en virusbekenners. In die eerste groep zitten behoorlijk wat types die geschaard kunnen worden onder de term: spirituele narcisten. Het zijn mensen die het ‘licht’ denken te hebben gezien en die toch wel neerkijken op ‘dwalende schapen’. Op hen die dan nog niet ‘woke’ zijn, die zich in de luren laten leggen door de wetenschap en niet in de gaten hebben dat corona helemaal geen virus is, maar de wereld in is geholpen om de gehele mensheid te kunnen bespelen dan wel te overheersen. Van zo’n spirituele narcist ontving ik al tijdens de eerste golf een berichtje op mijn Facebookpagina dat hij niet verwacht had dat een intellectuele vrouw als ik zich zo liet bedotten door Big Pharma en Bill Gates. Toen ik daarover een spannende dialoog wilde gaan voeren, liet hij weten eigenlijk niet te kunnen discussiëren met mensen die niet ‘woke’ waren en dat hij overwoog mij te ontvrienden op Facebook. Jawel. Dat laatste deed hij overigens niet. Hij verwijderde wel mijn ietwat te nuchtere comments en had zich opeens verschanst in een speciale besloten FB-groep met andere ‘wokers’ waarin zij, zonder commentaar van een wetenschapsjournalist zoals ondergetekende, hun ideeën, filmpjes en artikelen uit allerlei vage bronnen konden delen. Nu dan, ik kan je mededelen dat ik mij zeker niet buitengesloten heb gevoeld, maar eerder bevoorrecht omdat ik dan wat minder onzin hoef door te scrollen op mijn tijdlijn.
Digitale vechtscheidingen
Van anderen hoorde ik dat zij wel waren ontvriend door FB-contacten, omdat ze plaatjes hadden gepost van zichzelf met een mondkapje (muilkorf noemen deze types die) op of van foto’s van hun schielijk ingerichte thuiskantoor. Volksverlakkerij volgens de ‘verlichten’. En omdat die ander hen geen veren in de kont prikt, ja zelfs met goed onderbouwde kritiek komt, vindt er momenteel een enorme digitale scheiding der geesten plaats. Verlichte geesten met enorm ego’s dulden geen tegenspraak. Zij wensen bewierookt te worden, zoals alle goeroes van deze wereld. Vandaar de benaming spirituele narcisten. Wie is ze niet tegengekomen het afgelopen jaar online of op anderhalve meter? Dat laatsten zien zij overigens als ‘gekooid door de overheid’.
‘Ik wil geen knuffel’
Dit najaar ontmoette ik een vriendin van me bij de HEMA die me ter plekke wilde omhelzen en knuffelen, want dat kwamen we toch allemaal zo tekort. Gelukkig was ik snel van reageren en kon ik haar met mijn gestrekte armen op afstand houden. En ook toen kreeg ik te horen dat zij nooit had gedacht dat ik “zo’n volgzaam schaap zou worden, die zich liet vernaggelen door een virus dat vergelijkbaar is met een verkoudheid.” “Tuurlijk joh” zei ik en zette er flink de pas in naar de uitgang, omdat ik geen trek had in nog meer lichamelijkheden. Ik heb deze dame echter niet ontvriend of uit mijn e-mailbestand gegooid, omdat ik overtuigd ben van de zin van discussies en wijzer worden van naar elkaar luisteren.
Peergroupies
In de tijd dat ik in Israel woonde heb ik veel geleerd over het oneens zijn met elkaar en hoe daar mee om te gaan. In mijn netwerk bevonden zich alle politieke smaken van het land. Van mensen die de bezette gebieden schande vinden tot personen die hun best doen om van deze vaak verloederde plekken nog iets te maken. Ik probeerde mij in beide extremen te verplaatsen. De eerste keer dat Sammy & Ies het servies op tafel lieten trillen vanwege de felle woordenstrijd was ik nog enigszins bezorgd. Maar ik kwam er al snel achter dat dit niet hoefde. Aan het eind van de avond omhelsden dezelfde Sammy en Ies elkaar (pre-corona), sloegen mekaar op de schouder en meldden ook nog even dat zij zich verheugden op de volgende confrontatie. Kijk zo kan het dus ook. En dat ik dat nou net moest leren in het land waarover zo vaak gezegd wordt dat er wel nooit vrede zal komen.
Vree(t)(d)zaam aan de corona-kerstdis
De Britten hebben een prachtige uitdrukking voor een discussie waar ze niet uitkomen. “We agree to disagree!” Laat dat voor de Kerst en de Oud & Nieuw-viering van dit idiote jaar het ‘vrede op aarde-thema’ zijn. Stop dus met valse bescheidenheid in de hoop op afgedwongen complimenten, stop ook met deze ‘veren om niks’ uit de delen, alleen maar omdat je graag in de gratie van zo’n type wilt vallen. Maar stop vooral níet met luisteren naar elkaar. Laat gerust je kersttafel schudden omdat je het niet met elkaar eens bent. Wees het in elk geval eens over het feit dat je het oneens met elkaar MAG zijn. Sluit de avond af met een Thaise groet op anderhalve meter. ’t Is even niet anders.
Beeld: Pixabay