De chef had nog zo gezegd: je moet twitteren! En daar rij je dan, met een bijna lege telefoon, in de bergen rond Granada, zonder bereik. Vijf keer stop ik langs de kant van de weg, in een poging om met m´n Samsung zwaaiend ergens een streepje te pakken. Terwijl daar helemaal geen tijd voor is. Murcia roept – en dat is nog een klere-eind rijden…
Ingrid en Lodewijk
De vermissing van Ingrid Visser en Lodewijk Severein was vanuit Vejer de la Frontera nog redelijk te verslaan. Maar na de moord op de voormalig volleybalster en haar vriend viel het verhaal alleen in Murcia zelf te halen. Vijf minuten na het telefoontje van de chef was duidelijk dat vliegtuig, trein of bus geen optie was. Het werd de auto, 650 kilometer naar het noorden.
Terwijl er een compleet verkeerde garderobe in de koffer belandde, krabbelde ik op een papiertje de route: Malaga-Granada-Murcia en dan door naar het dorp Alquerias. De boomgaard waar de twee waren begraven. De opdracht voor die dag: sfeerverhaal voorpagina, groot stuk binnenin en onderweg het laatste nieuws twitteren voor de website. Tuurlijk chef, geen probleem.
Het wordt uiteindelijk een keiharde race tegen de klok. Plankgas, urenlang. Via de Sierra Nevada, door het lege Spaanse binnenland, kilometer na kilometer. Geen radiozender binnen bereik, wel een twee dagen oude croissant, een pakje sigaretten en een halfvolle fles Fanta. Met de tijd als grootste vijand.
Razend hoofd
Na zes uur geeft de batterij van m´n mobiel het definitief op. Stoppen is geen optie, maar wat moet, dat moet. Twee koppen koffie lang ligt-ie op te laden achter de bar van een wegrestaurant. Het raast in m´n hoofd, want ik heb geen idee wat er ondertussen allemaal gebeurt in Murcia. Compleet offline, afgesneden van de buitenwereld.
Als de stad eindelijk in zicht komt, probeer ik de kaart van die ochtend weer voor de geest te halen. Alquerias moet ergens rechtsaf zijn. Rijdend over bochtige tweebaans wegen, vol rotondes en stoplichten, door magere dorpen, hoop ik heel hard dat het in één goed gaat. Spanjaarden hebben geen talent om borden te plaatsen op strategische plekken, dus gaat het raam om de paar minuten open om de eerste de beste wandelaar de weg te vragen. Het wordt half vijf, vijf uur. Verdomme, waar is die boomgaard? Ik moet en zal ´m vinden, anders is de hele race voor niets geweest.
Half zes, eindelijk in Alquerias. Twee bouwvakkers pakken meteen hun mobiele telefoon als ik naar de vindplaats vraag. Een zus brengt uitkomst, zij weet dat de twee zijn gevonden ´vlak voor de weg omhoog gaat en dan 100 meter naar links´. Na drie keer de heuvel op en af te zijn gereden, parkeer ik de auto half op de weg.
Op schoot
Een Franse fotograaf wijst me naar een viaduct. ´Ik kom er net vandaan.´ Kwart over zes is het inmiddels als ik aan kom bij de boomgaard. Ik kijk rond, schakel m´n emoties uit bij het zien van de ondiepe graven onder de sinaasappelboom, pik de enige lokaal eruit en heb binnen vijf minuten alles op een rijtje. Half rennend terug naar de auto, waar ik het verhaal tik met de laptop op schoot, want rijden is geen optie door een bijzonder heftige regenbui.
Dan begint opnieuw het het grote zoeken, deze keer naar een WiFi-verbinding. Want het verhaal moet door. En wel nu. Raam open, vragen, een dorp verderop beland ik uiteindelijk in café Bahnhof. Drie half dronken mannen aan de bar, daarachter een gothic meisje, met drie neusringen. Ja, er is WiFi, ja ik kan gaan zitten, begrijp ik tussen de keiharde muziek door. Het wordt een tafeltje in de hoek. Ik zet het verhaal door en begin meteen aan nummer twee, heb een half uur over om een halve pagina vol te tikken. Godzijdank heeft de chef het nieuws achter elkaar gezet, scheelt ontzettend veel tijd. Ik bestel nog een Fanta, tik m´n vingers wit, probeer m´n oren af te sluiten en zet drie minuten voor de deadline het verhaal door.
Geen idee
Buiten staat het water tot aan de deur van de auto. Maar ik moet verder, op zoek naar een slaapplaats. Het wordt El Churra in Murcia, op aanraden van collega´s, waar ik drie doorgegaarde tapa´s en een biertje naar binnen werk, om vervolgens in te storten.
Drie dagen, vijf verhalen en een terugreis van opnieuw zeven uur later ben ik weer thuis. Buurman José Luis ziet me aan komen lopen, koffer, laptoptas, camera om m´n nek.“Hoe was je reis? Oh, Murcia. Hele mooie stad.”
Hij heeft geen idee.
Ik knik, doe de voordeur open en haal even heel diep adem. Waarna drie gelukkige kids aan komen rennen. Mama is weer thuis.
Meer van Pauline Blom? Neem een abonnement!