Laura (31) weet uit ervaring wat antidepressiva voor bij-effecten kunnen hebben. En die waren heel anders dan haar was beloofd. .
‘Omdat ik stress had door toestanden op mijn werk en daardoor heel slecht sliep, raadde mijn huisarts me aan dat ik voor voor mijn slaapproblemen tijdelijk een antidepressivum zou gaan slikken. Ik was inmiddels zo wanhopig door mijn slapeloosheid, dat ik alles wel wilde proberen. Yoga, een CD met walvisgeluiden en huismiddeltjes als warme melk haalden niets uit, dus ik besloot het een kans te geven. Ik kreeg een lage dosering voorgeschreven, maar omdat ik daar niets van merkte werd de dosering al snel verhoogd naar 50 mg. Doordat ik een echte switch in mijn leven wilde maken en beter voor mezelf wilde zorgen, besloot ik nu eindelijk ook maar eens te stoppen met roken.
Aanvankelijk dacht ik dat de klachten die ik kreeg te maken hadden met het stoppen met roken. Ik werd erg prikkelbaar en maakte ruzie met collega’s, vriendinnen, mijn ouders en mijn vriend. Ook voelde ik me voortdurend opgejaagd, alsof ik teveel koffie had gedronken, en had ik concentratieproblemen. Mijn neutrale stemming hield het midden tussen apathisch en agressief.
Emotioneel was ik een zombie. Als iemand een goeie grap maakte vond ik er niets aan, en toen de vriend van een goede vriendin overleed, kon ik niet eens meer huilen.
Laconiek
Ik vroeg advies aan mijn huisarts, maar die deed nogal laconiek: het zou vanzelf weer overgaan. Maar dat gebeurde niet. Het dieptepunt van dit alles was dat ik mezelf op een avond toen ik in bed lag en weer de slaap niet kon vatten, met beide vuisten in mijn gezicht ben gaan slaan. Mijn vriend Jeroen schrok zich rot en heeft me toen echt in bedwang moeten houden. Ik was zo kwaad op mezelf. En ik werd ook steeds kwader op mijn vriend. Hij maakte zich zorgen en bedoelde het goed, maar zei steeds dingen zei als: ‘Kap toch met die pillen en maak gewoon een goede wandeling een een lekker glas wijn voordat je naar bed gaat.’ Alsof het zo simpel was!
Als Jeroen dat soort dingen zei, maar ook om de meest simpele tegenslagen kreeg ik ineens last van woede aanvallen. Ik kookte dan echt, een gevoel wat ik voorheen helemaal niet kende. Er hoefde maar iets fout te gaan of ik ontplofte. Ik werd voorheen wel eens boos. Gewoon, net als iedereen. Maar niet zo. Dit was echt buiten proportie. Ik schrok van mezelf en ik zag en hoorde mezelf tekeer gaan, maar kon dan gewoon niet stoppen tot de bui was uitgeraasd. Vriendinnen durfden bijna niet eens meer te vragen hoe het met me ging, bang dat ze weer een verkeerde ‘knop’ bij me zouden indrukken.
Ook op mijn werk kreeg ik steeds meer opmerkingen over mijn ‘korte lontje’, en uiteindelijk werd zelfs besloten om me tijdelijk op non-actief te zetten.
In die periode stapte ik steeds vaker in de auto om een stuk te gaan rijden. Ik deed het om mijn gedachten te verzetten, maakte ik mezelf wijs. Maar in werkelijkheid scheurde ik als een maniak over de snelweg. Het kon me niets schelen of er iets met me zou gebeuren, het was bijna of ik het lot uitdaagde. Achteraf bezien schaam ik me dood. Ik had wel iemand het ziekenhuis kunnen inrijden. Of erger. Het is zonder te overdrijven een wonder dat er nooit iets is gebeurd.
Uiteindelijk liep het toch bijna helemaal fout. Jeroen en ik zaten in de auto naar Amsterdam. Ik reed, en ondertussen hadden we weer eens een gesprek waarin Jeroen begon over dat ik de zon in het water moest zien schijnen en de vogeltjes moest horen fluiten. Ik kon hem wel wat doen! We reden door een tunnel, en ineens werd ik overvallen door een heel sterke impuls om mijn auto in volle vaart tegen de muur te rijden. Ik wilde gewoon dat Jeroen zijn mond hield. Godzijdank gaf hij tijdig een ruk aan het stuur zodat het allemaal net goed ging, anders hadden we het waarschijnlijk beiden niet kunnen navertellen.
We zijn uit de tunnel direct op de vluchtstrook gestopt waarna we van plek hebben gewisseld. Trillend zat ik op de passagiersstoel, en ook thuis was ik nog uren van slag. Jeroen ook, hij verdween met de mededeling dat hij naar een vriend ging omdat hij even niet bij me in de buurt wilde zijn.
Doosje
Het leek alsof ik toen pas besefte wat ik eigenlijk had gedaan. Ineens ging me een lichtje op. In rende de trap op naar de badkamer en griste het doosje met medicatie uit het badkamer kastje. Zittend op mijn bed las ik – voor het eerst – de bijsluiter. Ik schrok me rot over wat daar allemaal opstond: onrust, verminderd libido, spanningen, angstaanvallen, agressie, zelfmoordgedachten….het ging maar door.
Ik heb direct de ARBO arts van mijn werk gebeld, want in mijn huisarts had ik intussen wel zo’n beetje het vertrouwen verloren. Gelukkig kon ik de volgende dag al bij haar terecht om te gaan praten. Ze schrok nogal toen ik haar vertelde wat voor medicatie ik slikte tegen mijn slapeloosheid, en in welke dosering. En ze vertelde me dat dit waarschijnlijk de aanleiding was voor mijn recente ‘gedragsveranderingen’.
In overleg met haar ben ik mijn antidepressiva gaan afbouwen, omdat direct stoppen ook weer voor heftige reacties zou kunnen zorgen. En ik ben meteen maar overgestapt naar een andere huisarts.
Met Jeroen en mij is het gelukkig weer goed gekomen. ‘Ik wist wel dat je niet jezelf was’ zei hij. Nu er een plausibele verklaring voor mijn gedrag leek te zijn, was het voor hem gemakkelijker om weer zijn schouders onder onze relatie te zetten.
Ik ben er nog lang niet. Mijn slapeloosheid is bijvoorbeeld nog niet opgelost. Maar het middel bleek in dit geval erger dan de kwaal, en dat kan nooit de bedoeling zijn.
Ik wil nog wel benadrukken dat mijn ervaringen niet representatief zijn voor alle gebruikers van anti-depressiva. Er zijn mensen die er echt baat bij hebben, en die geen nadelige bijwerkingen ondervinden. Aan mij is echter het verkeerde middel voorgeschreven, en dan ook nog in een veel te hoge dosering.
Ik wil daarom iedereen op het hart drukken dat het geen schande is om antidepressiva te slikken, maar laat je nooit zomaar klakkeloos iets voorschrijven voordat je zeker weet wat het middel precies kan veroorzaken, en trek direct aan de bel als je merkt dat je jezelf niet meer bent. Want ook met mij had het een stuk minder goed kunnen aflopen. En wie weet wie ik daarin had meegesleurd.’
Disclaimer: Meer dan 600.000 Nederlanders gebruiken antidepressiva. Agressie als bijwerking komt slechts zelden voor.
Image by Engin Akyurt from Pixabay