Als ik terugkijk op mijn geliefde land, mijn familie en de gemeenschap waar ik deel van uitmaak, voel ik een diepgaande verantwoordelijkheid om te schrijven over de slachtoffers van het ontbreken van een rechtvaardige staat, een staat waar orde, wet en sociale gelijkheid hoog in het vaandel staan. Onder de slachtoffers bevindt zich de Zaidi-minderheid, waartoe ik en mijn familie behoren.
Ik heb samen met mijn familie en vrienden een angstaanjagende geschiedenis als Zaidi’s meegemaakt. Het meest beangstigende was het betreden van salafistische moskeeën, waar we anders bidden, waardoor men ons als Zaidi’s herkent. Dit leidde tot verbale en fysieke aanvallen en we werden op gewelddadige wijze verdreven.
Zaidi’s in het verleden
Mijn studie naar het Zaidi-denken begon in 2016, tijdens mijn master Politieke Wetenschappen aan de Universiteit van Sana’a. Op een koude januaridag had ik mijn eerste college in het vak “Islamitische Politieke Theorie”. We bespraken de politieke theorieën van verschillende islamitische denkscholen, waaronder die van de Zaidi-minderheid. Vanwege mijn achtergrond trok dit onderwerp direct mijn aandacht. Dankzij mijn Zaidi-achtergrond kreeg ik bovendien toegang tot de bibliotheken van enkele Zaidi-geestelijken en hun oude geschriften, wat mijn onderzoek verrijkte.
Een belangrijke conclusie uit mijn studie was de enorme onwetendheid en stereotypering die zowel onder Arabische als westerse waarnemers en journalisten bestaat. Zij beschrijven het Zaidisme vaak vanuit politieke en sektarische vooroordelen, zonder oog voor de rijke intellectuele traditie die eraan ten grondslag ligt.
In het jaar 894 na Christus introduceerde Imam al-Hadi het Zaidi-denken in Jemen. Hij vestigde zich in de noordelijke stad Saada, waar zijn intellectuele opvattingen vruchtbare grond vonden. Dit wordt het Zaidi-Hadisme genoemd, en deze stroming regeerde meer dan duizend jaar over Noord-Jemen. Het Zaidisme vormde lange tijd de religieuze, wetgevende en culturele identiteit van de Jemenitische samenleving, tot de val van dit systeem op 26 september 1962, na een opstand van de stammen, gesteund door de Egyptische leider Gamal Abdel Nasser.
De revolutie veranderde de Zaidi’s in een vervolgde minderheid. Hun scholen werden vrijwel allemaal gesloten en vervangen door salafistische instellingen, gefinancierd door Saoedi-Arabië en Qatar. Bovendien werden tienduizenden families, onder andere uit Afghanistan en Tsjetsjenië, naar Zaidi-gebieden gestuurd, om zo de Zaidi-invloed te beperken. Jemen werd hierdoor een slagveld van intellectuele en politieke transformaties.
Rede boven overlevering
Het belangrijkste kenmerk van het Zaidi-denken is de nadruk op de rede boven overlevering. Dit bevordert kritisch rationeel denken, een filosofische benadering die later werd overgenomen door de kleine, maar invloedrijke groep van de Mu’tazilieten. Deze traditie van flexibiliteit houdt in dat teksten en interpretaties kunnen worden aangepast aan tijd en context. Dit maakt het Zaidisme uniek ten opzichte van andere islamitische stromingen, die vaak meer nadruk leggen op naleving van doctrines.
Het Zaidisme onderscheidt zich ook door zijn niet-expansionistische karakter. Het streeft er niet naar om het aantal volgers te vergroten of anderen aan het geloof te onderwerpen, maar functioneert meer als een politieke verzetsbeweging. Opstand tegen tirannie, zowel politiek als religieus, is een fundamenteel kenmerk van de Zaidi’s.
Het idee dat Zaidi’s sjiieten zijn, is daarbij een wijdverspreide misvatting. Hoewel er enkele overeenkomsten zijn, zoals de afstamming van de profeet Mohammed en de nadruk op de rol van zijn nakomelingen in de islamitische staat, verschillen de Zaidi’s op veel fundamentele punten van de sjiieten. Ze geloven niet in de twaalf imams – de nakomelingen van Mohammed – als onfeilbare, door God gekozen leiders. En binnen het Zaidisme is er geen basis voor het uitbreiden van de geloofsgemeenschap, wat bij de sjiieten wel het geval is.
Houthi’s en de Zaidi’s
De Houthi-beweging, opgericht in 1992, wordt door velen gezien als een reactie op de decennialange vervolging van de Zaidi’s. Vanaf 1990 stapte er een kleine groep Zaidi’s naar voren met een nieuw, politiek idee. Dit werd de Houthi-beweging, die de Zaidi-identiteit als instrument gebruikte om controle uit te oefenen over de gemarginaliseerde Zaidi-gemeenschappen. De Houthi’s zijn daarbij afgeweken van de oorspronkelijke Zaidi-leer en kregen sterke tegenstand van religieuze Zaidi-leiders.
Hoewel de Houthi’s oorspronkelijk voortkwamen uit het Zaidi-denken, hebben ze zich ontwikkeld tot een beweging met een eigen ideologie, die op veel punten afwijkt van het traditionele Zaidisme. Hoewel de Houthi’s politiek en militair samenwerken met Iran (sjiieten), bestaat er geen religieuze alliantie. De Zaidi-bevolkingsgroep wordt door de Houthi’s gedoogd, terwijl leden in het zuiden onder het bewind van de regering worden vervolgd en gedood. Duizenden Zaidi-leden zijn gevangengezet en hun activiteiten worden nauwlettend in de gaten gehouden.
Decennia van vervolging en marginalisatie hebben de toekomst van de Zaidi-gemeenschap in Jemen uiterst somber gemaakt. Indien hun unieke intellectuele en religieuze tradities gerespecteerd worden, kan de gemeenschap echter bijdragen aan de opbouw van een vreedzame en inclusieve samenleving. De Zaidi’s geloven in een maatschappij gebaseerd op gelijkheid, rechtvaardigheid en democratie. De toekomst van Jemen hangt af van het vermogen om deze rijke traditie te herwaarderen en te integreren in een moderne, rechtvaardige staat.
Foto: Pexels