Dirigent Marc Albrecht loopt al drie jaar rond in Amsterdam, maar nog nooit maakte hij een productie samen met regisseur/directeur Pierre Audi. Hij had wel iets op zijn verlanglijstje: de Gurre Lieder van Schönberg. Maar dat is toch het monumentale orkestwerk waarin Arnold Schönberg afscheid nam van de romantische klassieke muziektraditie? Ja, maar Marc droomde regelmatig van het stuk, en dan kreeg hij allerlei beelden geprojecteerd op zijn netvlies. Of Pierre daar niets mee kon?
Schönberg zelf dirigeerde het stuk in 1920 in Amsterdam. Destijds liet hij weten een gedramatiseerde ‘opera’-versie totaal niet te zien zitten. Maar der Arnold is dood, dus Pierre liet zich toch door Marc inspireren tot een tableau taferelen, het een nog mooier dan het ander. In de orkestbak Albrechts met een XL Nederlands Philharmonisch, op het podium de zangers die Schönbergs laatste traditionele muziekstuk verklanken.
Cirque du Soleil
Het verhaaltje is simpel. Koning heeft maîtresse, koningin jaloers en vermoordt de concurrente, koning huiliehuilie. Gurre Lieder speelt zich af op een Deense burcht (die Arnold met vrouw ook echt bezocht heeft), in de versie van Audi een uitgeleefde kantoorhal. Of paleisruïne. Schitterend toneelbeeld. Archetypen lopen rond, die qua kleding passen in de periode voor WOI, toen de opera ontstond. Een spierwit geschminkte meneer loopt rond met een lichtgevende ballon zwevend boven zijn hoofd, wat de voorstelling nogal een Cirque du Soleil-sfeer geeft. Nogal een kitscherige dissonant met de rest van de prachtige beelden.
Aan de voorstelling is geen touw vast te knopen, maar muziek en beeld zijn van een zo’n overweldigende schoonheid, dat dat niet stoort. Reinbert de Leeuw, die het stuk ook dirigeerde, stond na afloop op het balkon zeer tevreden zijn laatste levensadem weg te paffen. Adembenemend, die Gurre Lieder.
Cross-over
24 uur later weer een uitzonderlijke productie in het Amsterdamse Muziektheater. Van de apocalyps naar de oerknal van de opera: Claudio Monteverdi wordt wel de aanstichter van de opera genoemd met zijn Orfeo uit 1607. Beeldschone muziek, die nog steeds populair is en elk jaar over de hele wereld talloze malen wordt uitgevoerd, ook in Amsterdam (of Utrecht op het Festival Oude Muziek). Niets bijzonders, toch? Nou, woensdagavond ging het om een cross-over tussen ballet en opera. De Duitse Sasha Waltz is van huis uit choreografe, en besloot met een groep zangers en het Freiburger BarockConsort dit oerstuk te doen.
Het verhaal is bekend: Orfeo die zijn Eurydice uit het dodenrijk haalt, maar haar direct weer verliest omdat hij het niet kan laten naar zijn geliefde om te kijken.
Beyoncé
Muzikaal heeft dirigent Pablo Heras-Casado de boel strak in handen. Niet vanachter een klavecimbel maar gewoon los achter het katheder. Wat vooral opvalt in deze productie zijn de zangers, die zich in allerlei bochten moeten wringen om choreografe Waltz te gerieven. Operazangers zijn wel wat strapatsen gewend, maar hier neemt het Beyoncé/Madonna-achtige vormen aan. En playbacken is geen optie bij de opera. Bewonderenswaardig hoe Georg Nigl als Orfeo tegen de klippen op laat horen alle baroktrillers in huis te hebben.
Toch valt de choreografie tegen. Monteverdi’s opera is nogal statisch en daar heeft choreografe Waltz geen oplossing voor gevonden. Mooi al die traag kronkelende dansers, maar wat voegt het toe aan de centrale handeling? Te weinig. Desondanks genoeg prachtige details en schitterende muziek om toch Orfeo te bezoeken.
Monteverdi: Orfeo, 5 en 6 september, www.dno.nl
Schönberg: Gurre Lieder, t/m 23 september, www.dno.nl