Bij de opening van weer een nieuw filiaal parkeert hij zijn gloednieuwe Porsche 911 ver van de ingang. Niet pronken, krijg je op de Veluwe van huis uit mee. Stom. Dit is Thailand.
Haal die auto alsjeblieft op, zeggen z’n werknemers – we willen ‘m zien! Ze zijn trots op een baas met zo’n wagen.
Hier geen afgunstige of afkeurende calvinistische blikken. Een dure auto betekent dat het goed gaat met de zaak. Dat straalt op iedereen af.
Een Thais bedrijf is als een grote familie, weet Kiks. De personeelsleden hier doen hem denken aan jongens die vroeger op straat tegen elkaar snoefden: ‘Mijn vader heeft een grotere auto dan de jouwe’.
Van 23 naar 200 filialen
De B-Quik-familie van Henk Kiks neemt snel in omvang toe.
Als hij het bedrijf in 2003 overneemt, heeft de keten 23 autowerkplaatsen Vooral in Bangkok. Nu telt het bedrijf 122 vestigingen in heel Thailand. En 1 in Cambodja. Over 5 jaar moeten het er 200 zijn.
De omzet was vorig jaar 6 miljard baht – ruim 150 miljoen euro en de winst 750 miljoen baht – 19 miljoen euro.
Op de dag dat we Kiks spreken, is het aantal werknemers van B-Quik net met twee toegenomen tot 2334. Hij weet het precies. En ook dat twee filiaalmanagers zich vandaag ziek meldden. Met ernstige klachten. Daar gaat hij straks achteraan.
Familiebanden zijn heilig in Thailand
Kiks: ‘Je moet beseffen dat een Thais bedrijf een familie is. En familiebanden zijn hier heilig. Ik ga naar crematies en huwelijken. Dat wordt enorm op prijs gesteld. Meer dan dat, eigenlijk.’
‘Laatst vroegen ze of ik wilde spreken op een trouwerij. Maar ik kon echt niet. Toen hebben ze de huwelijksdatum verschoven. Ik stond er versteld van. Maar ze vonden het vanzelfsprekend!’
Maatschappelijk verantwoord beleid begint binnen het bedrijf
Ook als het gaat om maatschappelijk verantwoord beleid, richt Kiks zich op ‘de familie’ en niet op de wereld buiten zijn bedrijf.
‘Grote bedrijven pronken graag met geld voor goede doelen. Maar ze betalen hun personeel het minimumloon. Ik probeer intern goed te zijn voor de mensen. Dat zet veel meer zoden aan de dijk.’
Bij B-Quik verdient iedereen meer dan het minimumloon. Maar belangrijker nog: Het bedrijf heeft een pensioenplan. En een goede ziektekostenverzekering – niet alleen voor de werknemer zelf, maar voor het hele gezin.
Voorkom dat mensen zich in de schulden moeten steken
De CEO is in overleg met de verzekeringsmaatschappij om ook de ouders van z’n werknemers mee te verzekeren.
‘Veel van mijn jongens komen uit de arme landstreek Isaan. Een groot deel van wat ze verdienen, gaat elke maand rechtstreeks naar de ouders. En als pa of ma ziek zijn, draaien de rijke zonen in de stad op voor de kosten. Die storten zich dan in de schulden. Die ellende wil ik voorkomen.’
Tweede man bij Kwikfit in Nederland
Henk Kiks (1962), zoon van een aannemer in Putten, is van kinds af aan gek op ‘alles waar banden onder zitten en benzine ingaat’. Na de IVA-autoschool in Driebergen komt hij bij Kwikfit terecht.
Niet iedereen begrijpt dat hij – opgeklommen tot tweede man – in 1996 opstapt voor een Aziatisch avontuur. Hij kan het aanbod niet weerstaan om voor een Indonesisch bedrijf een keten van autowerkplaatsen uit te rollen. ‘Ik voelde dat dit mijn kans was om een nieuwe wereld te leren kennen.’
‘Dan kan ik het beter zelf doen!’
Door de economische crisis in Azië, loopt het Indonesië-project stuk. Hij vindt een job bij Makro Auto Care in Thailand en stapt in 2000 als manager over naar B-Quik. Twee jaar later moet hij voor eigenaar Ford op zoek naar een koper. Het Amerikaanse bedrijf richt zich alleen nog op het produceren van auto’s.
‘Er kwamen allemaal schlemielen langs. En hele rijke Thai die het wel interessant vonden om iets te doen met auto’s. Dan kan ik het beter zelf doen, dacht ik.’
Meegroeien met groei automarkt
Samen met een B-Quik-collega sluit Kiks in 2003 – na lang onderhandelen met financiers – een durfkapitaallening af van 15 miljoen dollar. Nog steeds zijn ze samen eigenaar.
Een groot risico? Slapeloze nachten? ‘Ach nee. Ik wist dat de Thaise automarkt alleen maar kon groeien. En dat wij mee zouden groeien. Maar zelfs als het zou mislukken: Ik had nauwelijks eigen geld. En van een kale kip pluk je geen veren.’
De baas heeft altijd gelijk
Henk Kiks organiseert zijn bedrijf op ordelijke Hollandse wijze vanuit zijn nieuwe hoofdkantoor – bescheiden verstopt achter een van de werkplaatsen in Bangkok, waar 130 mannen en vrouwen verantwoordelijk zijn voor zaken als boekhouding, inkoop, distributie, callcenter, pr, personeelsbeleid, trainingen en onderhoud.
Toch beseft de CEO goed dat de Thaise cultuur anders is dan de Nederlandse. Zo heeft de baas heeft hier, in tegenstelling tot in Nederland, altijd gelijk.
‘Dat lijkt gemakkelijk. Maar daardoor dreig je kritische informatie mis te lopen. Je moet via vragen stimuleren dat personeel zelf nadenkt en met ideeën komt…’ Lachend: ‘Dat moeten dan natuurlijk wel jouw ideeën zijn.’
Pas op met Nederlandse directheid
Pas ook op met Nederlandse directheid, waarschuwt hij. ‘Ik heb meegemaakt dat een goede manager zijn ontslag kwam aanbieden, omdat hij dacht dat ik ongenadige kritiek op hem had.’
‘Met de vuist op tafel slaan, kan al helemaal niet. Hoeft ook niet. Thai weten dat ze iets fout doen – hebben aan een oogopslag voldoende om dat te beseffen.’
Bedrijf moet blijven groeien en bloeien
Kiks gaat elke dag met plezier naar zijn werk. ‘Ik ben financieel binnen. Kan de dingen doen die ik wil. Maar ik geniet ervan om het bedrijf verder te laten groeien en bloeien. Niet zozeer voor mezelf, maar voor de jongens. Die krijgen steeds meer kansen om door te stromen. Of nieuwe ervaringen.’
In Cambodja ontdekt de organisatie wat het betekent om in een ander land te ondernemen. ‘In Thailand openen we een winkel, hangen we spandoeken op en verspreiden we folders – en de klanten komen vanzelf. In Cambodja moeten we vanaf nul beginnen. Dat is leerzaam.’
Laos en Myanmar op verlanglijstje
Ook Laos staat op het verlanglijstje. Maar dat is nog lastig vanwege de gesloten economie.
Als het bedrijf er klaar voor is, wil hij Myanmar veroveren. Het voormalige Birma is de echte uitdaging. ‘Een grote markt, maar tegelijkertijd een met heel andere cultuur dan de Thaise.’
Eigen raceteam uit de hand gelopen hobby
Van het eigen raceteam genieten CEO en werknemers samen. Het B-Quikteam heeft 7 wagens; 1 voor Kiks, 1 voor een professionele racer en 5 voor het personeel. Het Thais kampioenschap is het eerste hoofddoel.
Het raceteam is goed voor het imago van B-Quik. Voor de monteurs is het een goede leerschool. In de racerij leren ze teamwork en discipline.’
Maar, geeft Kiks toe, het is vooral een uit de hand gelopen geweldige hobby. ‘Ik voel me elke keer weer zo happy als ik in zo’n auto stap!’
Niet terug naar huisje-boompje-beestje
Hoe hard ze vanaf de Veluwe ook aan hem trekken en hoe mooi hij Putten ook vindt; Henk Kiks gaat nooit meer terug. ‘Ik heb in Zuidoost-Azië geleerd dat de wereld er anders uit ziet, dan je denkt als je in Putten blijft hangen.
‘Toen ik in Indonesië aankwam, dacht ik, het kan toch niet zo zijn dat alleen wij op de Veluwe het juiste geloof aanhangen? Dat al deze mensen moeten branden in de hel?’
‘Putten is voor mij nu nog het mooiste dorp van Nederland. Maar ook huisje-boompje-beestje. En als ik even terug ben in Nederland, zie ik een somber land met klagende mensen. Zo negatief. Vol afgunst. Ook met de zelfde middelen als hier, zou ik daar niet optimaal van het leven kunnen genieten. Hier is dynamiek en wordt het alleen maar beter.’