“Een coup”, zei Julio Borges, voorzitter van Venezuela’s Nationale Assemblee en vooraanstaand oppositieleider, nadat het Hooggerechtshof de Assemblee al zijn bevoegdheden ontnomen had en in feite volledig buitenspel had gezet. Het is volgens hem de diepste crisis waarin het toch al door crises geplaagde Venezuela is gestort.
Voor zaterdag 1 april zijn opnieuw demonstraties aangekondigd. De zoveelste. Zal het wat uithalen?
6 december 2015. Venezuela’s oppositie, verenigd in de Ronde Tafel voor Democratische Eenheid, MUD, wint een tweederde meerderheid in de Nationale Assemblee. Een verpletterende overwinning nadat het socialisme van wijlen Hugo Chávez averij had opgelopen. Een gierende inflatie gecombineerd met groeiende schaarste van eerste levensbehoeften: voedsel, toiletartikelen en medicijnen, om de belangrijkste te noemen. De charismatische Chávez is al bijna drie jaar dood en zijn opvolger Nicolas Maduro blijkt niet in staat de groeiende problemen het hoofd te bieden. De bevolking mort maar durft na de onrusten in 2014, waarbij 43 doden vielen, niet werkelijk verzet te bieden tegen de regering.
Huizen binnenvallen
Onder Chávez al werd begonnen met het bewapenen van zogenoemde círculos bolivarianos, groepen regeringsaanhangers die de revolutie moesten verdedigen. Tegenwoordig worden ze colectivos genoemd. Ze opereren op zich zelf of in samenwerking met de politie of het leger. Soms vallen ze huizen binnen waarvan bekend is dat er tegenstanders van de regering Maduro wonen. Ze zijn gevreesd.
Velen voorspelden een sociale uitbarsting in die decembermaand van 2015, als er niet snel een oplossing zou komen voor de voedselschaarste. Het is eind maart 2017 en van daadwerkelijk oproer is helemaal geen sprake. De bevolking heeft honger, maar is ook bang voor geweld. De regering lijkt steviger in het zadel te zitten dan ooit.
Regeringsgezinde magistraten
Het begint al meteen na de klinkende overwinning van de MUD op 6 december 2015. Vliegensvlug zorgt de regering ervoor dat het Hooggerechtshof, het hoogste justitiële orgaan, een meerderheid van regeringsgezinde magistraten heeft. Dat krijgt ze voor elkaar via de oude Nationale Assemblee, die in meerderheid uit regeringsaanhangers bestaat.
Het blijkt een meesterzet.
De nieuwe Assemblee, met de oppositiemeerderheid, heeft helemaal niets voor elkaar gekregen. Alle besluiten die worden genomen en die de regering niet welgevallig zijn, worden door het Hof stelselmatig nietig verklaard.
De MUD verklaart na het aantreden van de nieuwe Assemblee dat er nu binnen zes maanden een referendum moet worden gehouden, waarin het volk kan bepalen of de regering moet opstappen of niet. Om dat in goede banen te leiden heeft de oppositie de Kiesraad nodig. Die wordt net als het Hooggerechtshof gedomineerd door regeringsgezinde leden.
Om het mogelijk te maken dat de hele regering Maduro voortijdig zal aftreden, moet het referendum nog in 2016 worden gehouden. Als het later plaatsvindt, moet alleen Maduro opstappen en worden vervangen door de vice-president. Dat is de MUD een doorn in het oog. Ze zet alles op alles, het verzamelen van handtekeningen, het goedkeuren van deze handtekeningen door de Kiesraad, enzovoort enzovoort, om de hele bureaucratische lijdensweg toch maar zo snel mogelijk te doorlopen. Het mislukt. Het referendum heeft nooit plaatsgevonden en zal waarschijnlijk ook nooit meer worden gehouden.
Schorsen lidstaat OAS
Intussen is een dialoog begonnen op aandringen van Paus Franciscus, met een groepje facilitators onder leiding van de Spaanse ex–premier Zapatero. De dialoog heeft alleen de vrijlating van een handjevol politieke gevangenen opgeleverd. Voor de rest hebben regering en oppositie elkaar ervan beschuldigd de besprekingen te saboteren.
Daarop is secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) Luis Almagro in actie gekomen. Hij wil het Democratisch Handvest voor Venezuela van kracht laten zijn. Dat kan uitmonden in het schorsen van een ondemocratische lidstaat als deze niet de democratie herstelt volgens de voorwaarden die de andere lidstaten stellen. Maar het toepassen van het Democratisch Handvest heeft Almagro nog niet voor elkaar gekregen. Hij heeft een tweederde meerderheid van de OAS-lidstaten nodig.
Voorheen was die situatie nog hopelozer, omdat Venezuela in de regio nog op veel steun kon rekenen omdat linkse regeringen in onder andere Ecuador, Bolivia, Argentinië en Brazilië achter de regering stonden. Maar sinds de verkiezingen in Argentinië, waarbij de rechtse Mauricio Macri won, en de impeachment van de linkse presidente van Brazilië Dilma Rousseff, zijn de krachtsverhoudingen veranderd.
Steun van Mujica
Dat heeft als resultaat gehad dat 20 van de 35 lidstaten op 28 maart 2016 besloten dat er een traject moest worden gevolgd om de democratie in Venezuela te herstellen. Niet helemaal wat Almagro voor ogen had, maar wel al veel meer dan de terughoudende opstelling die het orgaan de afgelopen jaren heeft aangenomen. En niet onbelangrijk: de Uruguayaan Almagro, ex–minister van buitenlandse zaken onder de illustere linkse president José Mujica, heeft van Mujica steun gekregen. De ex–president, die veel moreel gezag heeft bij links in Latijns Amerika, heeft zich altijd zeer voorzichtig opgesteld als het ging om kritiek op de steeds autoritairder opererende kameraden in Venezuela. Maar de maat begint nu wel heel vol te raken. Ook de Europese Unie heeft inmiddels haar zorgen uitgesproken. De regering Maduro is zoals altijd in dit soort situaties des duivels en spreekt van internationale imperialistische complotten. Ook wil ze dat Almagro vervolgd wordt door ‘internationale organismen’.
Het rollen met de spierballen door de OAS heeft de Venezolaanse regering er ook niet van weerhouden om met deze nieuwste maatregel, het uitschakelen van de Nationale Assemblee, op de proppen te komen. President Maduro heeft verder de mogelijkheid geopperd om uit de OAS te stappen. Dat betekent dat Venezuela alle buitenlandse kritiek aan zijn laars lapt, maar zich internationaal ook steeds verder isoleert. Het land is grotendeels afhankelijk van de export van olie, hebben sommigen al geopperd, en neemt dus een risico.
Secretaris-generaal van de OAS Almagro heeft de actie van het Venezolaanse Hooggerechtshof inmiddels als een ‘zelfcoup’ omschreven en dringt aan op een spoedzitting van de OAS. Peru heeft zijn ambassadeur teruggetrokken.
Omverwerping van de regering
Een ex–minister die ik vlak voor de verkiezingen in december 2015 in Caracas sprak zei dat de oplossing voor Venezuela moet komen van het leger. Het leger is stevig in de regering verankerd en bezet ook belangrijke ministersposten. Het kan op een dag besluiten dat het genoeg is, de regering aan de kant zetten en nieuwe verkiezingen uitschrijven. Andere mensen zeggen dat er verdeeldheid is binnen het leger en dat er dus een kans bestaat dat een deel van de strijdkrachten achter het ontevreden volk gaat staan en aanstuurt op een gewelddadige omverwerping van de regering. Oppositieleider Julio Borges zei donderdagmorgen 30 maart, de dag na de gewraakte ‘coup’: “We weten dat de meerderheid van de officieren van de strijdkrachten tegen de huidige gebeurtenissen in Venezuela is. We hopen dat onze strijdkrachten de eerste waakhond van de grondwet zijn en deel van de oplossing zal blijken te zijn.”