“Mijn hart klopte in mijn keel. Ik was wakker geworden van een fluitgeluid. Alsof iemand me riep. Toen ik mijn ogen opendeed zag ik een jongen aan mijn voeteneind staan. Hij had een zwarte blinddoek om. Zie ik dat nou goed? dacht ik geschokt. Hij hief zijn hand op en maakte een ronddraaiende beweging. In een reflex wilde ik gillen en rechtop gaan zitten, maar er kwam geen geluid uit mijn keel. Ook kon ik me niet bewegen. Ik deed mijn ogen dicht en weer open. Hij stond er nog steeds. Mijn vriend lag rustig naast me te slapen. Het zonlicht scheen door de ramen. Ik voelde paniek opkomen. Waarom kon ik me niet bewegen? Het voelde alsof ik letterlijk vastzat in mijn lichaam. Mijn ene hand lag vlakbij mijn vriend. Met heel veel inspanning lukte het me om mijn nagels in zijn huid te zetten. Mijn ogen had ik angstvallig dichtgeknepen. Gelukkig werd hij wakker. ‘Vera,’ zei hij zachtjes. Ik deed mijn ogen open. De man was weg. Tranen liepen over mijn wangen. Wat had ik in hemelsnaam gezien?
Niet serieus genomen
‘Het was vast een droom,’ zeiden mijn ouders en vriendinnen toen ik vertelde wat ik had gezien. ‘Je sliep,’ was de verklaring van mijn vriend. Ondanks dat ik maar bleef herhalen dat ik toch echt wakker was geweest werd ik niet serieus genomen. Ze geloofden me gewoonweg niet. Spirituele vrienden zochten de verklaring in het hiernamaals. ‘Je hebt een geest gezien,’ zei een goede vriendin van me. ‘Ik weet het zeker.’ Ook mij leek dat de meest logische verklaring. Ik had genoeg enge thrillers op TV gezien om te weten dat een geestverschijning er ongeveer hetzelfde uitzag als wat ik had gezien. Doodsbang was ik. Ik durfde niet meer te gaan slapen. Elke avond nam ik mijn laptop mee naar bed. Als ik maar films blijf kijken dan blijf ik vast wakker, dacht ik. Ook deed ik een lampje aan. Maar hoe ik ook mijn best deed, het hielp allemaal niets: uiteindelijk viel ik toch in slaap. Heel licht, dat wel. Van elk geluidje werd ik wakker. Ik sliep hooguit vijf uur per nacht. Al snel merkte ik de gevolgen overdag. Ik studeerde aan de HBO opleiding International Business & Languages, maar kon me tijdens colleges niet meer concentreren. Ik was moe en prikkelbaar. Na een tijdje besloot ik naar de huisarts te gaan. Ik vertelde over mijn slaapproblemen, maar niet waardoor het ontstaan was. Het kwam gek genoeg niet bij me op. De huisarts dacht aan een beginnende burnout. Rust houden, was zijn advies. Ik stopte een aantal weken met mijn studie, maar durfde nog altijd niet te gaan slapen. Zeker niet toen de hallucinaties terugkwamen. Geregeld werd ik wakker van knakkende geluiden, alsof iemand een paar botten brak. Ook hoorde ik kloppende geluiden en gingen er deuren open en dicht. Ik vertelde het aan niemand. Ze geloofden me toch niet. Ergens kon ik ze dat ook niet kwalijk nemen. Ik zag gezichten op de muur als ik wakker werd. Of een landschap op het gordijn. Soms bonkte er iemand met zijn vuist tegen de muren. Als ik me kon bewegen dan deed ik het licht aan. Of knipperde ik met mijn ogen. Dat zorgde ervoor dat het beeld langzaam verdween. Als ik me niet kon bewegen dan hield ik mijn ogen stokstijf dicht.
Slaapstoornis
Het was een strijd met mezelf. Elke dag weer. Doordat ik niet wist wat er aan de hand was en omdat ik het met niemand kon delen voelde ik me erg alleen. Mijn studie ging moeizaam, de relatie met mijn vriend ging uit. Niet vanwege mijn slaapproblemen, maar omdat we toch niet goed bij elkaar bleken te passen. Ik besloot een frisse start te maken en te verhuizen naar Amsterdam. De schok was groot toen in mijn nieuwe slaapkamer bleek dat ik nog altijd hallucineerde. Ik had gehoopt dat het weg zou zijn door de verandering van omgeving, maar niets bleek minder waar. De ene ochtend zag ik een zwarte schim in de hoek van mijn kamer, de andere keer leek het alsof ik in een jaren ’50 film was beland en zag ik mijn hele kamer in zwart-wit. Ook sliep ik nog altijd erg slecht. Ik woonde in de Bijlmer en van elk overvliegend vliegtuig zat ik rechtop in mijn bed. Inmiddels had ik een nieuwe relatie. David studeerde aan de filmacademie en maakte een documentaire over dromen. Terwijl ik iets voor hem opzocht op internet stuitte ik op een site over slaapverlamming. Met grote ogen zat ik te lezen. Dát is het! dacht ik. Dát heb ik! Ik las dat het een slaapstoornis is waarbij de spieren verlamd zijn tijdens het ontwaken of voor het in slaap vallen. En dat je in deze slaap-waak fase kunt hallucineren, omdat je niet goed wakker bent. Je bent als het ware nog tussen de slaap- en waaktoestand in. Waarom heb ik dit niet eerder opgezocht? zei ik hardop tegen mezelf. Dan had ik niet vier jaar in angst gezeten!
Tools
Het voelde alsof er een last van mijn schouders viel. Er kwam meteen een soort rust over me. Ik ben niet gek, dacht ik. En ik zie ook geen geesten. Meteen vertelde ik het aan mijn vriend. Hij had er vanaf het begin af aan heel anders in gestaan dan mijn vorige vriend. Ondanks dat hij het ook niet kon verklaren nam hij me wel serieus. Helemaal nu we wisten wat het was. Ik voelde meteen dat ik niet meer bang was om te gaan slapen. Met David sprak ik af dat hij me wakker zou maken zodra ik begon te hallucineren. Want nu begreep ik: ik ben voor mijn gevoel wel wakker, maar ik zit nog tussen mijn remslaap en ontwaken in. Dus toen ik een zwerm vliegen voorbij zag vliegen in de slaapkamer en ik keihard oooooh riep, zei mijn vriend meteen: Veer, je bent aan het hallucineren. Hoe meer ik me erin ging verdiepen hoe meer ik me realiseerde dat de slaapverlamming getriggerd was door stress. En ik wist, achteraf gezien, ook precies welke periode de oorzaak was. Aan het begin van mijn studie had ik vijf maanden stage gelopen in Spanje en dat was heel stressvol geweest. Ik had geen enkele aansluiting gehad met de plaatselijke bevolking en me al die maanden heel eenzaam gevoeld. Kilo’s was ik afgevallen. Toen ik thuis kwam begonnen de hallucinaties. Ik las ook dat er medicijnen waren om je beter te doen ontwaken. Maar ik wist meteen: die hoef ik niet. Ook had ik geen behoefte om naar een arts te gaan. Het simpelweg weten wat de aandoening was was voor mij voldoende. Daarbij zat ik in een veel rustiger periode in mijn leven. Ik had een leuke baan, een lieve vriend en genoot volop in Amsterdam. Ik zat veel beter in mijn vel. Het was me ook al opgevallen dat de hallucinaties minder waren geworden. Nu ik wist wat het was zette die positieve lijn zich alleen maar voort.
Als het masker uit Venetië dat aan mijn muur hangt begint te bewegen dan weet ik: het is niet echt. Ik vervorm het in mijn hoofd. Zodra ik me dat realiseer neemt het beeld vaak al zijn oorspronkelijke vorm weer aan. Het maakt me niet meer angstig, het fascineert me vooral. Nu realiseer ik me: die zwarte schim die ik in de hoek van de kamer zie staan is mijn lamp. Dat landschap de kreukels in mijn gordijnen. Ik houd mijn kamer zo donker mogelijk, want ik weet dat de beelden vooral verschijnen als het licht wordt. Donkere gordijnen, een ooglapje: ik slaap tegenwoordig weer als een roosje. Had ik dit maar jaren eerder geweten! Dat had een hoop stress gescheeld.”
Slaapverlamming, wat is dat?
Slaapverlamming (ook wel slaapparalyse) is een onschuldige maar angstaanjagende slaapstoornis. Tijdens een slaapverlamming is je lichaam gedeeltelijk of geheel verlamd. Dit komt voor op het moment dat je in een REM-slaap valt, of het moment waarop je uit je REM-slaap komt. REM-slaap is de diepste slaap, de slaapfase waarin je droomt. Sommige mensen hebben eenmalig last van slaapverlamming, bij anderen is het een terugkerend fenomeen. Daarnaast zien sommige mensen angstaanjagende hallucinaties (hypnagoge hallucinaties). Het verlammen van je lichaam tijdens je slaap is een heel normaal proces. Stel dat je droomt over het rennen van een marathon, dan is het wel van belang dat je niet daadwerkelijk een marathon gaat lopen. Om dat soort rare praktijken te voorkomen, schakelt je lichaam een verlamming in tijdens je slaap. Die verlamming vindt plaats vlak voor je REM-slaap.
Tijdens slaapverlamming lijkt dit verlammingsproces op te treden terwijl je nog wakker bent. Het vindt plaats op het moment dat je in je REM-slaap valt, of het moment dat je eruit komt. Je kunt dan niet praten of bewegen. Wel kun je nog gewoon ademen, en ben je je compleet bewust van je omgeving. Dat kan het geheel angstaanjagend maken.
Zo’n verlamming kan een paar seconden tot een paar minuten duren. Het gaat vaak vanzelf weer over, of gaat over doordat mensen tegen je praten of je aanraken. Ook wanneer je heel erg je best doet om te bewegen, kun je uit je slaapverlamming komen.
Slaaptekort, een wisselend slaapschema, stress en op je rug slapen kunnen factoren zijn die een slaapverlamming triggeren.
Het kan in principe geen kwaad. Wanneer je merkt dat je erg veel slaaphinder door de verlamming ondervindt of wanneer het je dagelijks leven belemmert, neem dan contact op met een arts.
Bron: dokterdokter.nl