Sussuarana is een wijk als vele andere in Salvador. Huisjes van goedkope baksteen en golfplaat staan hutje-mutje op elkaar in een doolhof van nauwe steegjes en steile trappen.
Enderson is in Sussuarana opgegroeid, Tiago is er kind aan huis. Maar ze zijn te jong om zich het ontstaan van de wijk te herinneren. Grafisch ontwerper Alex Sousa (38) kwam toen hij twee was in Sussuarana wonen. ‘Toen was dit nog allemaal oerwoud. In het begin woonden hier hooguit een paar duizend mensen. We hadden geen water en licht. Nu zijn er meer dan 100.000 inwoners.’
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het noordoosten van Brazilië door grote droogte geteisterd. Het platteland liep leeg en rondom de steden ontstonden uitgestrekte sloppenwijken – de favela’s.
‘Favela’ is echter een woord dat je Enderson en Tiago niet in de mond zult horen nemen. Zij hebben het steevast over ‘comunidade’ – ‘de gemeenschap’. Dat is de kern van hun boodschap: Sussuarana is een wijk om trots op te zijn, niet om je voor te schamen.
Beelddoorbrekende ansichtkaarten
Twee jaar geleden richtte Enderson, geïnspireerd door een mediacursus op school, een jeugdorganisatie op. Mídia Periférica – ‘De Media van de Periferie’ – wil de jeugd van de arme wijken een stem geven. ‘Het beeld dat de gevestigde media van jongeren uit de periferie geeft is bijna uitsluitend negatief,’ zegt Enderson. ‘Het gaat altijd over drugs en geweld. Met de artikelen op onze site en de filmpjes op ons YouTube-kanaal willen we laten zien dat het hier niet een en al ellende is.’
Mídia Periférica geeft een buurtkrant uit – gedrukt in het drukkerijtje van Alex Sousa – en houdt elke week bijeenkomsten waar jongeren uit arme wijken over een bepaald thema discussiëren. ‘Dat kan van alles zijn,’ zegt Tiago. ‘Politiek, seksualiteit, een bepaald beroep. We nodigen een gastspreker uit, van onze leeftijd of een paar jaar ouder. Het is belangrijk dat jongeren zich aan iemand kunnen spiegelen, dat ze iemand met hun eigen achtergrond zien die iets bereikt heeft, zodat ze denken, hee, dat kan ik ook.’
Eind vorig jaar riep Mídia Periférica sloppenwijkbewoners via internet op foto’s in te sturen die op ansichtkaarten gebruikt zouden kunnen worden. Het doel: nu eens niet de historische binnenstad van Salvador aan de man brengen, maar de periferie, waar 70 procent van de bevolking woont. De actie leverde honderden foto’s op en trok de aandacht van de grote media.
Dit jaar willen Enderson en Tiago een stap verder: er moeten toeristen naar de sloppenwijk komen.
Favelatoerisme
De twee scholen in Sussuarana worden met sluiting bedreigd. Van de medische hulppost, in de jaren tachtig gebouwd voor vijfduizend inwoners, zijn nu twintig keer zoveel mensen afhankelijk. Er is te weinig politie; watervoorziening en stadsreiniging zijn gebrekkig. Toch maken de bewoners er het beste van, elke dag weer. Want Sussuarana is hun thuis.
‘Wijken als deze zijn enorm, maar op de een of andere manier kent bijna iedereen elkaar van gezicht. Je lacht elkaar toe, helpt elkaar. Dát is voor mij een gemeenschap,’ zegt Tiago.
De beste manier om het zelfvertrouwen van de bewoners van wijken als Sussuarana op te vijzelen is, volgens Enderson en Tiago, door dat doorzettingsvermogen en die onderlinge verbondenheid in de etalage te zetten.
‘Juist daarom gaan we toeristen naar de periferie halen. Niet alleen zodat die een idee krijgen van het leven in een sloppenwijk, maar zodat de mensen hier in Sussuarana inzien dat we hier iets waardevols hebben, iets dat toeristen willen zien,’ zegt Enderson.
Vanaf juni, zodra Enderson klaar is met zijn middelbare school, gaat Mídia Periférica in samenwerking met ervaren gidsen dagtrips naar Sussuarana verzorgen. Toeristen worden met een busje naar de wijk gebracht, waar ze ’s ochtends een rondwandeling maken, lunchen in een buurtrestaurant en ’s middags kennismaken met de lokale jeugd. Een souvenir-T-shirt zit inbegrepen bij de prijs – naar verwachting omgerekend 30 euro per persoon.
Lastig ethisch vraagstuk
In Rio de Janeiro bestaan favelatoers al langer, maar in Salvador zijn Enderson en Tiago pioniers. Dat sloppenwijktoerisme iets is waar slechts weinigen in de reissector zich aan wagen spreekt voor zich. Afgezien van de veiligheidsoverwegingen kleeft er namelijk een lastig ethisch vraagstuk aan. In hoeverre gaat het om aapjes kijken? Vindt het oude vrouwtje dat daar in haar gerafelde jurk op het dak de was ophangt het leuk als ze straks door een horde gringo’s gefotografeerd wordt?
Enderson moet lachen. ‘Daarom beginnen we pas over een paar maanden. We bereiden eerst het terrein voor, zodat iedereen weet waar we mee bezig zijn. Maatschappelijk werk blijft onze hoofdbezigheid, maar toerisme kan dat helpen bekostigen. We doen het niet voor onszelf, maar voor de wijk.’
Tiago knikt heftig. ‘Je moet niet vergeten dat jongeren uit de periferie per definitie bijna nooit buiten hun wijk komen; daar hebben ze geen geld voor. Voor de jeugd hier zijn indrukken van buiten hun eigen referentiekader heel belangrijk. Zo voelen ze zich deel van een groter geheel.