Bij wijze van eindejaarsbeschouwing zetten we een flink aantal bestuurlijke misstappen en blunders op een rij die de afgelopen decennia het nieuws hebben gehaald. Ik begin daarbij met zaken waar ik enig verstand van heb omdat ik daarvoor heb doorgeleerd. Zo bijvoorbeeld wat er aan structurele misvattingen op bestuurlijk niveau hebben bestaan en nog bestaan op het gebied van micro-economie, macro-economie en financiën.
De markt is niet zaligmakend
Een vrij rampzalige fout is de gedachte dat alles beter wordt geregeld als je het aan ‘de markt’ overlaat. Economen zullen als eerste erkennen dat onder een aantal voorwaarden het prijsmechanisme bijzondere prestaties kan leveren. Maar ze voegen er meteen aan toe dat in de alledaagse werkelijkheid aan die voorwaarden zelden is voldaan. En dat je bijgevolg de markt niet zo maar z’n gang kunt laten gaan. Op heel veel punten is een corrigerende overheid nodig. Helaas is decennia terug bij Economische Zaken een Dienst opgetuigd die een massale deregulerings- en verzelfstandigingsoperatie heeft doorgevoerd. Tal van bestuursorganen werden of geheel aan de markt overgelaten of op afstand geplaatst van de regering. We zitten nu nog met de brokken, bij de woningbouwcorporaties, bij de zorg, bij het spoor. De hoofdkantoren en de salarissen van directeuren reiken tot in de hemel, de Maserati’s zoeven door de straten, de zorg is een tranendal. Op en rond het spoor is het een zootje.
Onze regering heeft de economie afgeknepen
Op macro-gebied hebben vooral de regeringen Rutte de zaken volkomen verkeerd aangepakt. Men gaat uit van de onjuiste gedachte dat de overheidshuishouding ongeacht de conjuncturele situatie haar huishoudboekje op orde moet hebben. Men fixeert zich op het terugbrengen van de staatsschuld en is gaan bezuinigen in een recessie. Met als gevolg dat we nu nog met een minimale productiegroei te kampen hebben en met een absurd hoge werkloosheid. Het beetje groei dat we beleven is te danken aan het opblazen van de geldhoeveelheid door de centrale banken.
Niet alleen bij de overheidsfinanciën maar ook in de particuliere sfeer is het mis. Falend toezicht op de particuliere banken heeft tot een financiële crisis geleid zoals we nog nooit hebben meegemaakt. En nog steeds hebben de banken onvoldoende buffervermogen om grote klappen te doorstaan.
Immigratie- en integratiebeleid hebben gefaald
Ook over het immigratiebeleid en het integratiebeleid valt niet veel goeds op te merken. In de jaren zestig werd verzuimd een immigratiebeleid vorm te geven. De gedachte was: die gastarbeiders komen hier tijdelijk werken, doen kennis op, vormen een kapitaaltje en kunnen, eenmaal terug in het thuisland, daar de economie op gang brengen. Toen uit onderzoek bleek dat de gastarbeiders helemaal niet terugkeerden maar zich hier voor goed vestigden en ook hun gezin lieten overkomen, werden deze uitkomsten genegeerd en werden geen maatregelen genomen. Zo lopen nu nog eerste en tweede generatie immigranten rond die nauwelijks Nederlands kunnen spreken, lezen en schrijven. De gezinnen zijn niet geïntegreerd en een deel van de kinderen misdraagt zich ten aanzien van vrouwen, joden en homosexuelen.
Falend beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking heeft ertoe geleid dat arme landen geen gelegenheid is gegeven door handel tot bloei te komen. Met als gevolg – er is vaak genoeg voor gewaarschuwd – dat men het betere leven nu in onze gebieden komt halen.
Het onderwijs is kapot hervormd
Het onderwijs is door vindingrijke beleidsmakers van O&W, te beginnen bij de Mammouthwet, zodanig door elkaar geschud dat de kwaliteit op veel fronten bedroevend is. Het examenprogramma voor het economieonderwijs is door geleerden zonder ervaring in het voortgezet onderwijs verworden van een vak met aanzien tot opgeleukte maatschappijleer. Al moet gezegd worden dat zich inmiddels enige verbetering doorzet.
Energiebeleid en grote projecten
Op milieugebied is Nederland een achterloper waar het de CO2 uitstoot betreft. Onlangs nog hadden we een milieuminister (ze was nog wel professor in dat vak) die nota bene nieuwe kolencentrales liet bouwen. En dan die minister die onlangs de maximumsnelheid van 120 naar 130 verhoogde in het kader van de milieuverbetering. En nu we toch bij verkeer- en waterstaat zijn aangeland: moeten we het nog over de kwaliteit van het reizigersvervoer hebben? Of over het debacle van onze hoge snelheidstreinen? De Betuwelijn, de Fyra…
Ooit ontdekten we een rijke bodemschat, het aardgas. In plaats van de opbrengsten ook te gebruiken voor een investeringsfonds voor structurele verbeteringen van bijvoorbeeld onze infrastructuur is het geld hoofdzakelijk verjubeld aan een te rijk opgetuigd sociale zekerheidsstelsel. Werklozen werden in de wao weggemoffeld, misbruik door ingezetenen en door buitenlandse organisaties is aan de orde van de dag. Intussen zakken in Groningen de huizen door de bodem en heeft het jaren geduurd voordat de regering een begin heeft gemaakt van een compensatieregeling.
Het verbieden van drugs werkt contraproductief
Ook het drugsbeleid verdient geen hoofdprijs; door drugs te verbieden kan de verkoper de afhankelijke koper akelig hoge prijzen laten betalen. Deze zeer lucratieve handel trekt lichte en zware criminaliteit aan, die op hun beurt weer een onevenredig beslag leggen op de politiecapaciteit en op die van het justitiële apparaat.
Over de politie gesproken: nog altijd is men er niet in geslaagd de automatisering van de communicatie tot een goed einde te brengen.
Tot slot nog even aandacht voor de kaalslag op het gebied van kunst en cultuur. Je moet maar durven.
En toch behoren we bij de rijkste landen ter wereld
Bij dit alles moeten we ons toch afvragen hoe het komt dat Nederland desondanks op de wereldranglijst het op zes na rijkste land in de wereld is, met een bruto binnenlands product van rond de 50.000 euro per inwoner per jaar. Overdrijven de media in het naar voren halen van alles wat misgaat? Ongetwijfeld, goed nieuws is geen nieuws. En blijkbaar is onze samenleving zo robuust dat hij al dit miljardenverslindende wanbeleid kan torsen. Toch nog een positief slotwoord.
Rolf Schöndorff is emeritus hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam