Vergeetrecht splijt de geesten

Zelfs het presenterende duo advocaten van Bird & Bird stond tijdens hun eigen mediaseminar lijnrecht tegenover elkaar met de interpretatie van het Europese vonnis jegens Google. Het recht om te weten tegenover het recht om te worden vergeten.

Heeft de Europese burger terecht het ‘right to be forgotten’ verkregen met de plicht voor Google om op verzoek links uit de zoekindex te verwijderen als die niet langer relevant of juist zijn?

Na de baanbrekende Europese uitspraak had Egbert Dommering zijn bedenkingen over de rol van Google. Experts van Netkwesties bleken het volledig oneens te zijn. In NRC verdedigde Danny Mekic de uitspraak.

En gisteren vermaakten professor Gerrit-Jan Zwenne (zijn blog) en collega Ard Jan Dunnik hun publiek bij het Bird & Bird media seminar met een fundamenteel verschil van opvatting dat zich spontaan aandiende: Dunnik kon zich heel wel vinden in het grootste deel van de Europese uitspraak maar Zwenne keurt deze af.

Dat is in essentie geen juristentwist; het gaat om de ethische vraag of je vindt dat een individu recht heeft op herstel van zijn geschonden reputatie of dat diens geschiedenis zichtbaar dient te blijven.

Naaktfoto’s en HIV-besmetting

Zwenne over de verwijderplicht van links uit de Google-index: 'In de pharmaceutische industrie wordt gewerkt aan een pil om te vergeten. Ik krijg daarbij hetzelfde unheimisch gevoel bij als bij het vergeetrecht. Het doet mij denken aan Clockwork Orange en het Ministry of Truth uit 1984. Wat ben ik meer dan de opstelsom van mijn herinneringen? Wat voor samenleving krijgen we als we toestaan dat de geschiedenis telkens kan worden herschreven?'

Dunnik: 'Google is een intermediair met een dominante rol in het bepalen van de reputatie en privacy van personen die ernstig geschaad kunnen worden. Veel meer dan bijvoorbeeld met papieren krantenarchieven.'

Dunnik toonde voorbeelden van verwijderde links uit de zoekindex zoals naar naaktfoto’s geplaatst door een wraaklustige ex, naar een HIV-infectie van tien jaar terug, een auto-ongeluk van een dronken tiener. Een veroordeling van een pedofiel bleef staan net als een negatieve beoordeling van een arts door zijn patiënt.

Grondrechten afwegen

Wel juridisch wordt de kwestie of het recht op privacy, waar vergeetrecht op stoelt, zwaarder mag wegen dan het recht op vrije meningsuiting en recht informatie, de artikelen 7/8 tegenover 11 van de Europese Grondrechten:

Artikel 7: 'Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie.'

Artikel 8: '1. Eenieder heeft recht op bescherming van de hem betreffende persoonsgegevens. 2. Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Eenieder heeft recht op toegang tot de over hem verzamelde gegevens en op rectificatie daarvan. 3. Een onafhankelijke autoriteit ziet toe op de naleving van deze regels.'

Artikel 11: '1. Eenieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. 2. De vrijheid en de pluriformiteit van de media worden geëerbiedigd.' 

Normaliter wegen rechters de belangen van artikel 7 en 8 tegenover dat van artikel 11. De enorme controverse over het vergeetrecht is terug te voeren op de meningen over deze tegenstelling. Dunnik: 'Het Hof heeft in dit geval heel goed de Artikelen 7 en 8 zwaarder laten wegen dan Artikel 11. Een zoekmachine op internet brengt grote en nieuwe risico met zich.'

Zwenne: 'Het Hof heeft onterecht gekozen voor het uitgangspunt dat het recht op informatie van 2,4 miljard mensen plus het economisch recht van Google ondergeschikt is aan de privacyrechten van het individu.'

Praktisch gezien vindt Zwenne dat website-eigenaren aansprakelijk zijn voor ongewenste publicaties. Zij kunnen met het robot.txt protocol hun pagina’s buiten de zoekdiensten houden.

Dunnik meent dat Google terecht wordt aangesproken omdat die een nieuwe verzameling data aanlegt die doorslaggevend is voor de reputatie van personen en op zich privacy schendt.

Amsterdamse afwijking

De rechtbank van Amsterdam gaf een andere uitleg van het vergeetrecht, in een zaak aangespannen door een veroordeelde crimineel. Arthur van M. Het ging weliswaar om een kort geding en de zaak is nog vers, dus niet exemplarisch, maar de kortgedingrechter voegde de term ‘blijvend relevant’ toe ingeval van (deze?) misdaad. Met als consequentie: het recht om te weten weegt zwaarder dan het recht om te worden vergeten.

De bezoekers van het Bird & Bird seminar vonden de Amsterdamse uitspraak veel realistischer dan de Europese. Er werd geopperd dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de Amsterdamse uitspraak zou volgen en niet het Costejas/Google Arrest van het Europese Hof.

Bezoekers waren voor het merendeel afkomstig van het bedrijfsleven dat veelal last heeft van de Google-uitspraak.

De NRC Ombudsman schreef over de gevolgen in de praktijk. Marc van Breda, General Counsel van de Persgroep (Volkskrant, AD, Trouw, Intermediair etc.) is geconfronteerd met verzoeken voor archiefaanpassing. De kranten zijn soms bereid op verzoek van de betrokkene in hun online archief informatie toe te voegen bij wijze van update, bijvoorbeeld dat een aanvankelijke strafrechtelijke vervolging is gestaakt. 'Maar verzoeken om het weghalen van artikelen worden niet gehonoreerd. Dergelijke verzoeken komen vooral van personen die reputatiebureaus inschakelen om hun geschiedenis op te poetsen.'

Nieuwe Europese regels

Over een paar jaar wordt de nieuwe privacyverordening aangenomen, maar daar kwamen Zwenne en Dunnik niet meer aan toe gisteren.

Het oorspronkelijke voorstel van Eurocommissaris Viviane Reding van januari 2012 werd met grote wijzigingen in maart 2014 aangenomen. De tekst is nog niet definitief. Dat kan die worden gedurende het Nederlands voorzitterschap van de EU in de eerste helft van 2016

De kleinste wijziging is de verandering van het ‘recht om te worden vergeten’ – zoals de Europese Commissie Reding het formuleerde – in een ‘recht om te wissen’. Dit voorkomt dat in de Verordening een fundamentele absurditeit zou worden opgenomen die nog bizarre vormen had kunnen aannemen: een sort van mentaal recht om vergeten te worden.

De belangrijkste delen van de aangenomen teksten luiden na wijziging:

'Eenieder dient het recht te hebben persoonsgegevens over zichzelf te laten rectificeren en het "recht om te wissen" als het bewaren van dergelijke gegevens niet in overeenstemming is met deze verordening…

Gegevens dienen echter langer te kunnen worden bewaard als dit nodig is voor historisch, statistisch en wetenschappelijk onderzoek, om redenen van algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid, voor de uitoefening van het recht op vrijheid van meningsuiting, wanneer de wet dit voorschrijft of wanneer er een reden is om de verwerking van gegevens te beperken in plaats van de gegevens te wissen.

Het recht om gegevens te laten wissen moet ook niet van toepassing zijn indien het bewaren van persoonsgegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van een contract met de betrokkene, of indien er een wettelijke verplichting bestaat om deze gegevens te bewaren.'

Tot slot nog een vileine toevoeging via een amendement: 'Gegevens waarvan de betrokkene de juistheid betwist en waarvan niet kan worden vastgesteld of zij juist dan wel onjuist zijn, worden afgeschermd tot wanneer de kwestie opgehelderd is.'

Mijn gekozen waardering € -

Peter Olsthoorn schreef boeken over internet, Google en The Power of Facebook,Œ artikelen over ICT, media (internet vooral), inlichtingendiensten en innovatie. Hij spreekt over deze onderwerpen, treedt op als dagvoorzitter en interviewer op het podium. Was journalist in Oost-Europa, correspondent en oprichter van netkwesties.nl.