Je hebt messen voor in de keuken. En je hebt de handgemaakte kunstwerken van damaststaal van Johan van Zanten. Deze unieke koks- en keukenmessen ‘ontstaan’ in zijn werkplaats en smederij in Amersfoort. Wel even geduld, want de wachtlijst voor zo’n op maat gemaakt exclusief mes is circa een jaar.
Hoe ziet jouw werkdag eruit?
“Om zo’n mes te kunnen maken, moet je focus hebben en dus goed uitgeslapen zijn. Mijn messen zijn heel dun en hebben een speciale geometrie. Dat is millimeterwerk. Ik werk met een krap tolerantieveld. Een op de vijf messen sneuvelt. Dat is verschrikkelijk na een week smeden. De helft van mijn tijd zoek ik naar hoe ik het proces kan optimaliseren.”
“Ik begin ’s ochtends thuis achter de computer. Dan doe ik de administratie, ontwerp of probeer verschillende technieken uit. Die uren reserveer ik ook om mensen te spreken, zoals nu met jou. Na de lunch ga ik naar de werkplaats om te smeden en slijpen. Ik werk meestal aan drie of vier messen tegelijk. Als de oven eenmaal brandt, dan smeed ik de hele dag. Het schuren is heel monotoon werk. Dat doe ik met de hand, maar dat houd je geen dag vol. Alleen een lemmet vergt al zestien uur schuurwerk.”
Wat moet je kunnen, welke vaardigheden heb je nodig?
“Je moet discipline en geduld hebben, gevoel voor materiaal en twee rechterhanden. Soms ben je twee weken blind aan het werk, omdat je pas later in het proces ziet wat het resultaat is; het patroon.”
Hoe word je maker van zulke bijzondere messen?
“Als kind maakte ik al van alles op zolder in het werkplaatsje van mijn vader, een hobbytechneut. Na het mbo, richting ict, wilde ik hts werktuigbouwkunde doen. Daarvoor had ik werkervaring nodig en daarom ging ik lassen. Bij een boerderij in Amersfoort kon ik een werkplaats huren. Daar restaureerde ik een klassieke bromfiets. Smeden intrigeerde me al langer en bij een smid in de buurt leerde ik de beginselen. Ik kocht een aambeeld en vuur, en maakte decoratieve dingen.”
“Op de hts vond ik metallurgie een leuk vak. Zo kwam ik met damaststaal in aanraking. Ik was de enige student, die het vak in zijn eigen werkplaats in de praktijk kon brengen (lacht). Ik zag een keer een afbeelding van zo’n mes: het leek me een geweldige uitdaging. Het is interessant materiaal, je bent kunstzinnig bezig en zo’n mes gebruik je elke dag. In 2012 ben ik mijn eigen modellen gaan ontwerpen.”
Wat vind je leuk aan je werk?
“Ik houd van kwaliteit. Ik wil de eigenschappen van de materialen zo goed mogelijk gebruiken en tot hun recht laten komen. Dat voel je als je een mes van mij vasthoudt. Je voelt dat het goed is. Mooi. Kostbaar. En dan is het mes af, verkocht en weg. Steeds die drang, om dat opnieuw te bereiken. Die wordt niet minder. Het leuke is de diversiteit. Eigenlijk ben ik een manusje-van-alles. Het ene moment heb ik klantcontact, werk aan mijn website of bezoek een beurs. Het andere moment ben ik aan het smeden of ontwerp mijn eigen machines. Het is heel breed, wat ik doe, en ik ben zo vrij als een vogel. Ik kan doen wat ik wil en wanneer ik het wil. Je schept iets met je handen tot een voelbaar, tastbaar resultaat. Dat is een superbeloning voor het werk dat ik doe.”
Welke nadelen heeft dit werk voor jou?
“Je werkt veel alleen. Je hebt dus geen aanspraak van collega’s. Nu ik een stagiair heb, is dat trouwens wel verbeterd. En het werk laat me niet los. Ik ben er 24/7 mee bezig. Ik droom erover. Altijd op zoek naar een oplossing voor een productieprobleempje of om iets beter, mooier te maken.”
“De aanlooptijd was lang en vroeg veel investeringen. Het heeft jaren van veel proeven doen geduurd om tot dit product en bedrijf te komen. Ik ben in alle valkuilen gestapt. Een eenvoudig mes maak je in een week. Een nieuw damastpatroon voor een Van Zanten smeden, kan in de praktijk een maand duren. Ik heb twee modellen. Daar ga ik nu na acht jaar geld aan verdienen. Ik moet voorlopig geen derde model ontwikkelen, terwijl juist die creativiteit zo leuk is!”
Wat zou jij willen doen of lijkt jou een interessant beroep?
“Werktuigbouwkundig ingenieur op een R&D-afdeling. Geen one-man-band, maar moeten samenwerken, vergaderen en multitasken. Dat zie ik als mijn persoonlijke ontwikkeling. Wat ik ook overweeg is parttime werken als tijdelijk projectmanager of metallurgisch adviseur bij een bedrijf. En de groene hoek trekt me: bijvoorbeeld een start-up in alternatieve voedselvoorziening met de kweek van algen. Ik vraag me af hoe ik mijn talent en vaardigheden om tot nieuwe technische oplossingen te komen kan inzetten voor een betere wereld. Misschien dat daar in de toekomst ruimte voor komt.”