De afgelopen tijd is er een ware babyboom in mijn kring der Nederlandse kennissen gekomen. Dat is logisch, zou een bekend man zeggen, omdat je op een leeftijd bent geraakt dat mensen om je heen de behoefte hebben om papa en mama te worden. En als je schiet, dan kun je scoren.
Wat echter opvalt, is dat de baby’s die ik de laatste weken heb mogen begroeten allen een vierletter-baby zijn. Tuur, Milo, Lara, Joep, Teun, Mats en Imke. Blijkbaar is dat de natale mode. En alleen Mats wijkt in dit geval af omdat hij slechts één klinker in zijn naam heeft. Arme jongen.
Populair
Het lijkt al langer een trend te zijn, dat er bezuinigd wordt op de voornaam. Dat er gekozen wordt voor een korte, maar krachtige roep. Het lijstje met populairste kindernamen van dit jaar toont dat aan. Bij zowel de nieuwste jongens als meisjes zijn vijf op de tien kinderen (tien op de twintig dus) een vierletterbaby. En als je de lijst verder afgaat, zijn dat zelfs 10 op de 20 jongens en 9 op de 20 meisjes. Een dergelijke tsunami aan vierletterbaby’s heeft Nederland sinds de registratie van voornamen vast niet gekend. Al maakt noch Tuur, noch Milo, noch Lara, Joep, Teun, Mats en Imke deel uit van deze lijst der lijsten.
Lange namen zijn uit den boze. Zeker bij meisjes blijkt alleen Sophie nog meer dan acceptabel te zijn. Voor de rest moet je als nieuwgeboren dame echt niet meer dan vijf letters in je naam hebben, want dan hoor je er later niet bij. Bij de jongens hebben Jayden, Thomas en Julian tenminste nog steun aan elkaar.
Recessie
Wat is er gebeurd met de Alexanders en Sebastiaans van deze wereld? Met Nicolaas en Pieter-Jan? Met Marianne en Nicolette?
In deze tijden van crisis, van recessie en hand-op-de-knip, bezuinigen we ook op schrifttekens. We volgen elkaar. De vierletterbaby. Maak hem nu.