Voor de een een taakstraf, voor de ander levenslang

We dromen allemaal wel eens even weg of zijn met onze gedachten ergens anders. maar voor Melissa (30)  gaat het een stukje verder. Zij heeft een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) wat in haar geval betekent dat ze meerdere identiteiten in zich draagt die haar gedrag, gevoelens en gedachten regelmatig overnemen. De stoornis ontwikkelde zich na seksueel misbruik op haar zevende jaar. Door een man in een zwembad. 

 ‘Vanaf mijn zevende weet ik niet beter dan dat ik best vaak tijd ‘kwijt’ was. Ik dacht altijd dat normaal was, dat iedereen dat weleens had. Ook was er altijd veel chaos in mijn hoofd, in de zin dat ik veel verschillende interne stemmen hoorde. Maar ook dat was voor mij normaal. Ik zag het als ‘met mezelf overleggen’ over wat ik wel of niet ging doen. Op de basisschool sprak ik er niet over. Ik had niet veel vriendinnen, en op de middelbare school werd ik, toen ik in de tweede klas zat, opgenomen in een kliniek. Ik was ‘dat meisje met problemen’. Ik hoorde er niet bij. Zelfs met de twee vriendinnen die ik wel had, ging het tijdens gesprekken nooit over emotionele dingen. Het enige wat we deden was samen winkelen. Ik denk omdat ik bang was om echt contact aan te gaan. Ik wilde zo graag normaal zijn. Niet opvallen. 

 Ik ben misbruikt door drie verschillende mannen. De eerste keer toen ik zeven was.

Samen met mijn ouders was in een midweekje in een bungalowpark met een tropisch zwemparadijs.  Ik was een echt waterratje en had binnen een dag mijn zwemdiploma gehaald, daarom maakten mijn ouders zich geen zorgen toen ik een stukje alleen ging zwemmen. Ik was bij een beschut stukje, tussen allemaal palmbomen, toen een onbekende man me insloot. 

Hij zei dat ik stil moest zijn. Zat aan me, en ik moest aan hem zitten. Ik vond het heel eng en vies. Toen hij me uiteindelijk liet gaan, dacht ik: ‘Ik ga gewoon een stuk onder water zwemmen, dan spoel ik het van me af.’ Aan mijn ouders durfde ik het niet te vertellen. Ze hadden in korte tijd al veel te verwerken gehad door een aantal sterfgevallen in de familie. Ik wilde ze niet lastigvallen of laten schrikken.

 Ik was altijd was gek op zwemmen, maar na die dag kon ik niet meer gaan zwemmen zonder misselijk te worden. Ook kreeg ik op een gegeven moment geen lasagna meer door mijn keel: het eten wat mijn moeder meestal maakte als ik naar het zwembad was geweest. In mijn hoofd was die traumatische gebeurtenis gelinkt aan het zwemmen, en aan dat specifieke eten. Ik denk ook dat daar de kiem is gelegd voor mijn eetprobleem: door de associatie met het misbruik, en doordat ik de controle over mijn lichaam terug wilde krijgen. 

 Helaas bleef het niet bij die ene keer.

Ik denk altijd dat als je eenmaal bent misbruikt, seksuele roofdieren je kwetsbaarheid kunnen ‘ruiken’. Je wordt een soort magneet voor foute mannen. 

Van mijn 7e tot mijn 15e ben ik misbruikt door een oom. Het misbruik vond plaats op verjaardagen. We hadden vaak familiefeestjes met veel mensen, waarvoor een zaaltje werd afgehuurd. Mijn oom volgde me op die gelegenheden naar het toilet, en zat dan aan me. Het viel niemand op, mijn ouders dachten dat ik aan het spelen was met mijn neefjes en nichtjes. Weer durfde ik niets te zeggen. Mijn oom bedreigde me. Hij zou ervoor zorgen dat iedereen om wie ik gaf kapot zou gaan. Ik was doodsbang. Hij zei: wie denk je dat ze zouden geloven? Mij? Of zo’n labiel meisje als jij, met een eetstoornis?  Ook wist ik dat er veel zou veranderen als ik het zou vertellen.  Mijn moeder zou zich verscheurd voelen tussen haar familie en mij, en ik wilde het mijn opa niet aandoen. Ik was bang dat hij het niet aan zou kunnen als de familie uit elkaar zou vallen. 

Op mijn dertiende werd ik voor mijn eetstoornis opgenomen in een kliniek. Ik kwam tijdens de behandeling iets aan, en tijdens de eerste de beste familiebruiloft sloot mijn oom me in op het toilet. ‘Nu heb ik eindelijk weer iets om vast te pakken’ zei hij. Ik wist niet hoe snel ik de kilo’s er weer af moet krijgen. Uiteindelijk ging het zo slecht met me dat ik op een gesloten afdeling terecht kwam. Zelfs in de kliniek. Ik werd misbruikt door een sociotherapeut van de afdeling, de man die elke dag sondevoeding bij me in moest brengen. Verzetten was geen optie. Wie zouden ze geloven, mij of hem? Na een aantal maanden kwam ik terecht op een reguliere afdeling. Daar zaten mensen met ook heel andere problemen, zoals heftige psychoses, die soms vanuit het niets heel heftig konden reageren, bijvoorbeeld door keihard met deuren slaan of tegen de muur te bonken. ’s Nachts werd ik vaak wakker van geschreeuw. Dan kroop ik in elkaar van angst. Ik voelde me totaal niet veilig, en heb aan die periode een posttraumatische stressstoornis (PTSS) overgehouden.

Ik denk altijd dat als je eenmaal bent misbruikt, seksuele roofdieren je kwetsbaarheid kunnen ‘ruiken’. Je wordt een soort magneet voor foute mannen

Vanuit de eetstoorniskliniek ben ik naar een instelling dichterbij huis verwezen, voor nazorg. Ik kwam eerst bij een andere psycholoog terecht. Zij wilde EMDR bij me doen, maar dat had ik al eens gehad en dat was juist heel traumatisch geweest. Inmiddels weet ik waarom: EMDR werkt vaak goed bij trauma’s, maar als je met meerdere delen bent, kan het zijn dat niet alle delen meedoen met de EMDR en daardoor steeds het trauma opnieuw beleven. Omdat ik suïcidaal werd, dacht die psycholoog aan borderline en verwees me intern door naar mijn huidige psycholoog. Ik was toen zestien jaar. Zij liet me allemaal testen doen, maar er kwam geen borderline uit. Daarna begon ik emotieregulatie therapie, die me zou moeten helpen meer controle te krijgen over mijn emoties. Wat opviel was dat wanneer mijn psycholoog bepaalde woorden zei, ze geen contact meer met me kon krijgen. Alsof ik geestelijk uitcheckte. Woorden als ‘zwembad’ bijvoorbeeld. Of ‘feestje’. Op zulke momenten  ging ze naast me zitten en bleef benadrukken dat ik veilig was om me terug naar het hier en nu te halen. Langzaam introduceerde ze het idee bij me dat het zou kunnen dat ik dissocieerde. Aanvankelijk dacht ik dat ze zelf gek was. Dat ze het gewoon interessant vond om te kunnen zeggen dat ze een dergelijk ‘geval’ als patiënt had. Ik heb haar best lang gewantrouwd. Ik had een vaste psych die haar verving als ze er niet was, en ik zei: ‘Ik weet zeker dat ik geen DIS heb. Jullie hebben het in mijn hoofd geplant. Ik gedraag me zo door jullie.’ Maar ook die psycholoog zei: ‘Als je dít speelt, verdien je Oscar.’ 

 Op een gegeven moment besloten we de sessies op te nemen. Toen ik terugkeek, herkende ik mezelf niet. Mijn mimiek, mijn stem, de manier waarop ik keek, zelfs mijn temperatuur veranderde. Mijn houding was soms heel kinderlijk,  en momenten erna weer heel volwassen. 

 Ik raakte ervan in paniek, dacht zelfs dat de film gemanipuleerd was. Ik schaamde me om toe te geven dat alles wat voor mij normaal was – tijd kwijt zijn,  het in mijn hoofd ‘ruzie’ met mezelf maken – niet normaal was. Net als de keren dat ik op straat werd aangesproken door voor mij totaal onbekenden die mij wél leek te kennen. Of de pakketjes die ik bezorgd kreeg, met kleding die ik zelf nooit zou dragen. Nepleren rokjes bijvoorbeeld. Ik schoof dat soort dingen altijd onder het vloerkleed, maar nu kon dat niet langer. 

 In die periode heb ik met hulp van mijn psycholoog en de systeemtherapeut mijn ouders verteld over het misbruik. Voor hen viel er toen wel een kwartje, zeg maar. Later trouwens ook, door de DIS diagnose. Ook zij vonden altijd wel dat ik extreme stemmingswisselingen had, maar zij schreven dat toe aan de puberteit of aan mijn eetstoornis. Ik neem ze dat ook niet kwalijk. Er is bijna niemand die op zo’n moment denkt:  ‘Goh, volgens mij is mijn kind misbruikt en heeft het DIS.’  

DIS ontstaat eigenlijk altijd op heel jonge leeftijd. Voor een jong kind is het eigenlijk nog onmogelijk om nuances te zien  de verschillende kanten van een volwassene die zowel goede als slechte dingen kan doen.. Iemand is een boef, of hij is lief. Er ontstaat dan een dag- en een nachtkind. Het ‘nieuwe’ deel draagt het trauma van de vreselijke dingen die de volwassenen doet, zodat de ‘hoofdpersoon’ nog gewoon van de volwassene kan houden. Er als er eenmaal een trauma is, gebeurt het vaak dat komend trauma gedragen wordt door nog meer andere delen. 

Uiteindelijk kreeg ik de opdracht om in een schriftje op te schrijven hoe ik me voelde.  Ik had al wel gemerkt dat ik heel veel verschillende handschriften had. Docenten op school hadden wel eens voor de grap aan me gevraagd of ik handschriften aan het testen was tijdens een proefwerk, maar ik dacht altijd dat ik gewoon moe was van het schrijven. Dat daarom mijn handschrift anders was. Maar toen ik dat schriftje begon bij te houden las ik dingen en zag tekeningen waarvan ik dacht: ‘Hoe komt dat hier?’ Tekeningen van het misbruik, die heel kinderlijk waren, met van die harkhandjes, handschriften die ik bijna niet kon lezen…. ‘Wat ís dit?!’ dacht ik. Er bleken delen te zijn die wisten van elkaars bestaan, maar sommige ook niet. M’n psycholoog vertelde die delen dan: ‘Je bent niet alleen.’ Vaak reageerde zo’n deel dan vol ongeloof. De reacties van de delen waren wisselend. Sommigen vonden het heel raar. De jongere delen vonden het  vaak juist fijn om te horen dat ze niet alleen waren. Een deel, een jongen,  was ervan overtuigd dat ik dood moest. Dat was best een eng idee. Dat deel bleek ook stiekem pillen te hebben verzameld. Dat vond ik misschien nog wel het ergste. Hoe zwaar ik het leven ook vond, ik heb nooit dood gewild. Dat er delen waren die naar de drogist gingen om pillen te kopen en die wilden innemen, vond ik heel griezelig. 

Mijn psycholoog heeft heel lang een voorraad aan pillen en drank en brandspiritus in huis gehad die ik bij haar inleverde als mijn ‘echte’ ik die ergens vond, net zoals een grote steen die ik aan mijn been zou binden als ik in het water zou springen. Gelukkig waren ook altijd delen die niet dood wilden en die de zelfmoordplannen aan mijn psycholoog vertelden. Ze werden opgeschreven in het schriftje, en vervolgens opgevouwen met haar naam erop zodat de suïcidale delen het niet zouden zien. 

 Door de tijd heen kwamen steeds meer delen naar de voorgrond. Op een gegeven moment heb ik een lijstje gemaakt, waar ze allemaal hun naam en leeftijd op konden schrijven. Sommige delen wisten het niet meteen. Op een gegeven moment had ik een stuk of vijftig delen die variëren in leeftijd van drie tot negenentwintig. Mannen en vrouwen. Sommige groeien mee in de tijd, anderen zitten echt nog in de traumatijd. Het is best ingewikkeld  om het alle delen het naar de zin te maken. Een man of een jongen wil natuurlijk geen jurkje aan, ik wel. De behandeling voor mijn eetstoornis liep niet, omdat ik verschillende delen had die niet wilden eten, of juist alleen maar snoep. Ik had ook een deel dat ‘s nachts altijd ging sporten. Ik had wel spierpijn als ik ochtends wakker werd, maar ik had voorheen geen idee waardoor. 

Zelf wil ik graag een normaal eetpatroon, maar is een deel dat het lichaam nog steeds te dik vindt. Ik zeg ‘het lichaam’, want buiten mijn hoofd voelt de rest van mij als een noodzakelijk kwaad. Ik probeer er anders naar te kijken door mijn lichaam expres liefdevol te behandelen. Bijvoorbeeld door mezelf in te smeren met een lekkere bodymilk. Op die manier probeer ik het lichaam niet langer als iets te zien dat ik gewoon met me meesleep. 

 Er zijn delen die heel erg van studeren houden. Dan is het wel even fijn om DIS te hebben, als je het zelf niet weet maar een ander deel toch het goede antwoord heeft. Er is ook deel dat een hekel aan leren heeft. Dat deel wil alleen maar series kijken, shoppen en de hele dag slapen. Ik snap dat niet. Ik wil zoveel mogelijk kennis opslurpen, al weet ik nu dat ik het mezelf ook moet gunnen om te ontspannen. Het is daarom goed dat ik nu een half jaar vrij heb om mezelf dat te leren. Omdat ik psychologie studeer, is het ook belangrijk dat ik mezelf niet teveel als studieobject blijf zien, of teveel wetenschappelijk naar mezelf te kijken, want daardoor kan ik te weinig compassie tonen naar mezelf, en me zodoende hertraumatiseren. 

Momenteel is het heel moeilijk om een behandeling voor DIS te vinden. Ik ben doorgestuurd naar een kliniek in Ermelo, maar daar is een wachtlijst van een jaar. Die behandeling is gericht op traumaverwerking. Als je met alle delen tegelijk de behandeling aangaat zou dat de integratie bevorderen, en daarna kun je, als het goed is, verder als ‘een’. Er zit dan geen muurtje meer tussen de delen en geen gaten in mijn geheugen. Maar als het zover is, weet ik dus ook alles, wat eng is. Toch moet het. Ik wil niet de rest van mijn leven zo leven, en ik wil zelf mensen gaan helpen. Mijn grootste droom is om ooit een behandeling te vinden voor anorexia. 

 De vrienden die ik heb, zijn op de hoogte van mijn stoornis. Ik heb eigenlijk nooit echt rottige reacties gehad, maar dat komt ook omdat ik selectief ben over wie ik dichtbij me laat komen. Liefdesrelaties zijn, zacht uitgedrukt, een dingetje. Ik heb een jaar of vier geleden een korte relatie gehad, maar dat was een groot drama. Hij was heel claimerig en daar kan ik niet tegen, behalve van mijn hond. Ook in seksueel opzicht vind ik relaties eng. Ik heb nog nooit vrijwillige seks gehad. Voor mijn gevoel zijn alle mannen hetzelfde. Voor mijn ex was ik ook zijn eerste vriendinnetje, en wij hebben alleen maar gezoend.  Ik dacht zelfs een tijdje dat ik misschien met een vrouw moest gaan daten omdat dat veiliger zou voelen, maar dat is ook niet de oplossing. Het wordt dus nog wel een uitdaging, ook omdat ik een eventuele partner niet wil opzadelen met het gevoel dat hij zich moet bewijzen. Ik ben heel erg gesteld op mijn eigen keuzes maken en mijn vrijheid, juist omdat ik dat vroeger niet kon, maar als ik mezelf over tien jaar zie is dat wel met kinderen. Al wil ik dan wel helemaal hersteld zijn, ik wil ze het niet aandoen om een deel van mijn trauma mee te krijgen omdat ik dat niet goed verwerkt heb.’

 

Mijn gekozen waardering € -

Freelance Journalist. Ik schreef voor o.a. LINDA., Viva, Grazia, Flair, Veronica Magazine, Margriet, VROUW, Oh! Magazine, Nieuwe Revu, Story, de Telegraaf, Psychologie Magazine, Marie Claire, Cosmopolitan en als (web)content creator voor o.a. VODAFONE en Sanoma Marketing Partnerships. Voor mijn volledige profiel: zie LinkedIn.
$twitter.xrptipbot.com/Vivscontent